Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
“Wie is toch die man die op zondag altijd het vlees komt snijden?” was de inmiddels beroemde vraag die in 1998 gelanceerd werd in een spotje van Sire dat als doel had vaders meer bij de opvoeding te betrekken. Hoewel er sindsdien wel het één en ander veranderd is in de taakverdeling tussen moeders en vaders, blijkt uit de Emancipatiemonitor van het SCP dat de feitelijke tijdsinvestering van vaders in de opvoeding nog steeds veel kleiner is dan die van moeders. Ook in wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling en opvoeding van kinderen speelden vaders tot voor kort doorgaans een ondergeschikte rol. Uit een overzichtsstudie van klinisch onderzoek naar de problematische ontwikkeling van kinderen in de jaren ‘70 en ‘80 bleek bijvoorbeeld dat moeders ruim twee keer zo vaak werden genoemd dan vaders. Ook in artikelen over de normale ontwikkeling van kinderen ligt de nadruk grotendeels op de rol van moeders. Dit geldt ook voor de inhoud van de meeste vakken in de Pedagogiek. Toch blijkt uit de groeiende onderzoeksliteratuur over vaders dat zij wel degelijk belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Dit betreft niet alleen het belang van de aanwezigheid (versus afwezigheid) van vaders in de opvoeding, maar ook het belang van unieke kenmerken van de vader-kind interactie voor de ontwikkeling van kinderen. Daarnaast onderstrepen recente maatschappelijke ontwikkelingen en discussies rond de taakverdeling van moeders en vaders het belang van kennis over vaders als opvoeders.
De volgende thema’s worden o.a. besproken:
1. Geschiedenis van de rol van vaders in de opvoeding
2. Cross-culturele aspecten van het vaderschap
3. Biologische aspecten van het vaderschap
4. Factoren die de betrokkenheid van vaders in de opvoeding beïnvloeden
5. Verschillen tussen vaders en moeders in opvoedgedrag
6. De rol van vaders in de normale ontwikkeling van kinderen
7. De rol van vaders in de problematische ontwikkeling van kinderen
Het doel van dit vak is het vergroten van de kennis over de rol van vaders in de opvoeding, zowel in termen van verschillen met moeders, als in relatie tot de normatieve en de afwijkende ontwikkeling van kinderen. Deze kennis moet leiden tot een groter bewustzijn van de beperkingen van opvoedingsonderzoek dat alleen op moeders is gericht en meer handvatten voor het in de toekomst wel betrekken van vaders in onderzoek. Daarnaast kan de opgedane kennis bijdragen aan een grotere motivatie om ook in het pedagogisch praktijkveld meer oog te hebben voor de rol van vaders.
Leerdoelen
Eindtermen
1. Vakinhoud
1.1 De bachelor heeft kennis van en inzicht in fundamentele begrippen en theorieën uit de pedagogische en aangrenzende wetenschappen.
1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen.
1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld.
2. Methoden en technieken van onderzoek
2.1 De bachelor heeft basiskennis van en inzicht in de gangbare methoden en technieken van pedagogisch onderzoek, met inbegrip van de hoofdfases van wetenschappelijk onderzoek.
3. Academische Vaardigheden
3.1 Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern.
3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken.
3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.
4. Professioneel Gedrag
4.1 Kan wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op opvoedings- en onderwijsvraagstukken.
4.2 Is in staat om met begeleiding kennis van het vakgebied te verdiepen en verbreden.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges, opdrachten rond videomateriaal en maatschappelijke thema’s rond het vaderschap.
Toetsing
Schriftelijk tentamen met open vragen, eventueel aangevuld met meerkeuzevragen.
Blackboard
Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Cabrera, N.J., & Tamis-LeMonda, C.S. (2013, 2nd ed.). Handbook of father involvement. New York: Routledge.
Electronische syllabus met papers
Aanmelden
Voor ALLE hoorcolleges, werkgroepen, tentamens en herkansingen is aparte inschrijving via uSis verplicht. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan onderwijs en tentamens.
Onderwijs
Inschrijven voor de hoorcolleges van het vak kan vanaf 100 kalenderdagen tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het eerste hoorcollege;
Inschrijven voor de werkgroepen van het vak kan vanaf 100 kalenderdagen tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan de eerste werkgroepbijeenkomst.
Tentamens
Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Lees meer
Contact
Dr. H.J. Vermeer (coördinator) is bereikbaar via e-mail.