Studiegids

nl en

Privatissimum en Practicum Constitutionele Vraagstukken in Europese Context

Vak
2016-2017

Toegangseisen

Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie ook OER).

Beschrijving

In democratische rechtsstaten zijn burgers in beginsel vrij in hun doen en laten. Ze kunnen alleen onder strikte voorwaarden gedwongen worden zich anders te gedragen dan ze van plan waren. Het recht bepaalt die voorwaarden. Welke instanties bevoegd zijn om dit recht te maken bepaalt het constitutionele recht.

In deze cursus bekijkt u hoe het constitutionele recht in Nederland uit nationale, maar ook uit Europese bron voortvloeit. Rode draad is hoe die mix van nationaal en Europees constitutioneel recht beïnvloedt hoe in Nederland recht wordt gevormd. Op welke manier worden in die veellagige Europese rechtsorde (die de EU en het EVRM omvat) organen bevoegd gemaakt tot rechtsvorming? Om welke instanties gaat het dan? Wat voor soort recht mogen die maken, toepassen of vinden? Hebben burgers een aandeel in de rechtsvorming? Wat betekent de Europese dimensie voor de Nederlandse soevereiniteit, en voor de verdeling van machten?

In het eerste college staat de diversiteit aan rechtsbronnen van de Nederlandse gelaagde constitutie centraal. In de twee weken erna besteedt u aandacht aan de algemene concepten van rechtsstaat en democratie. Vervolgens beziet u op welke wijze die concepten vorm krijgen in de rechtsvorming van de klassieke overheidsmachten (wetgever, bestuur en rechter). Hoe moeten de beschreven ontwikkelingen worden beoordeeld tegen de achtergrond van de ideologie van de democratische rechtsstaat? In het tweede deel van de cursus gaat het om de inhoudelijke grenzen die de rechtsstaat aan rechtsvorming stelt: de mensenrechten. Uit welke bronnen vloeien mensenrechten voort, hoe verhouden die bronnen zich tot elkaar en hoe kunnen grondrechten geldend worden gemaakt? Ook nu staat u stil bij recente ontwikkelingen en beoordeelt u deze in termen van democratie en soevereiniteit. Aan het eind van de collegereeks komt het thema rechtsvergelijking aan bod. In hoeverre valt er van andere rechtsstelsels te leren? En op welke manier moet dat onderzoek naar die andere landen gebeuren? Maar ook: ontwikkelt zich, aan de hand van rechtsvergelijking, langzaam één Europese (of zelfs internationale) constitutionele wetenschap, of juist helemaal niet?

Het onderwijs bestaat uit hoorcolleges en kleinschalige tutorials (werkgroepen van 6 tot 8 studenten). Tijdens de hoorcolleges wordt de betekenis van het Europese recht voor de Nederlandse constitutie verder uitgediept. In de tutorials scherpt u uw wetenschappelijke en praktische vaardigheden aan. U schrijft wetenschappelijke papers, een ambtelijke notitie, rechterlijke uitspraak of speech voor een burgemeester en verdedigt deze ten overstaan van uw docent en medestudenten. Omdat de groepen klein zijn, is er alle ruimte voor een inspirerende discussie.

Leerdoelen

Dit vak is zowel theoretisch-verdiepend als praktisch van aard. In de eerste plaats beoogt het vak u grondig kennis te laten nemen van het Europese recht (EU en EVRM) en de wijze van doorwerking, in samenhang met de consequenties hiervan voor het nationale constitutionele recht. Daarnaast is veel plaats ingeruimd voor het schrijven en bediscussiëren van annotaties, adviezen en/of pleitnota’s, waarbij begrip en kennis van de Europese invloeden centraal staan. Daardoor, maar vooral ook door het Europese perspectief van waaruit het nationale constitutionele recht wordt benaderd, vormt het vak een belangrijke verdieping van de kennis die in de bachelorfase is opgedaan. Het bereidt studenten voor op de vaak complexe praktijk van het hedendaagse constitutionele recht, mede via training van professionele schriftelijke en mondelinge vaardigheden.

Na afronding van het vak hebben studenten de volgende vaardigheden verworven:
Inhoud:
1. U heeft grondige kennis van en diepgaand inzicht in constitutionele vraagstukken in een Europese context.
2. U heeft grondige kennis van en diepgaand inzicht in de wijze waarop de drie klassieke staatsfuncties mede door de genoemde Europese ontwikkelingen in andere verhoudingen tot elkaar komen te staan.

Vaardigheden:
1. U bent in staat om complexe constitutionele vraagstukken – in de vorm van concrete casus dan wel abstracte vragen – diepgaand en in onderling verband te analyseren en te interpreteren, daarover kritische vragen te stellen en originele en creatieve juridische oplossingen aan te dragen vanuit een Europees en nationaal constitutioneelrechtelijk perspectief.
2. U kunt op basis van wetenschappelijk verantwoorde feiten en gegevens en op basis van een beargumenteerde, verantwoorde en controleerbare afweging, vanuit een Europees en nationaal perspectief, zelfstandig een mening vormen over constitutionele vraagstukken en die mening uitleggen en verdedigen in een wetenschappelijk debat. De academische houding wordt gestimuleerd door debatten naar aanleiding van door de studenten voorbereide opdrachten tijdens werkgroepbijeenkomsten.

Rooster

Kies voor bachelor en master.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 10

  • Docent(en): Prof. dr. W.J.M. Voermans, Prof. mr. M.J. Cohen, Mr. dr. J. Uzman, Mr. dr. G. Boogaard, Mr. dr. A.E.M. Leijten

  • Vereiste voorbereiding door studenten: de op Blackboard opgegeven literatuur.

Tutorials

  • Aantal à 1 uur: 8

  • Docent(en): Prof. dr. W.J.M. Voermans, Prof. mr. M.J. Cohen, Mr. dr. J. Uzman, Mr. dr. G. Boogaard, Mr. dr. A.E.M. Leijten, eventueel andere leden van de afdeling Staats- en Bestuursrecht.

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Vier schriftelijke opdrachten (‘praktische oefeningen’) en een eindtentamen. De praktische oefeningen worden voorbereid en besproken tijdens de zogenoemde ‘tutorials’. De kwaliteit van de mondelinge verdediging van het paper speelt voor maximaal 10% een rol bij het vaststellen van het cijfer van de desbetreffende schriftelijke opdracht. Voor de tutorials geldt een aanwezigheidsplicht. Ook het tijdig inleveren van de opdrachten is verplicht. Het eindcijfer voor het vak is als volgt opgebouwd: elk van de ingeleverde opdrachten telt voor 15% mee (gezamenlijk vormen zij dus 60% van het eindcijfer). Het tentamen telt voor 40% mee.

Inleverprocedures
Via Blackboard

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

Literatuur:

  • F.H. van der Burg & W.J.M. Voermans, Unierecht in de Nederlandse rechtsorde (5e druk), Deventer: Kluwer 2015.

  • Diverse artikelen, opgenomen op Blackboard.

Werkboek:

  • Geen

Reader:

  • Geen

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis.

Contact

  • Vakcoördinator: Mr. dr. J. Uzman

  • Werkadres: KOG, Steenschuur 25, 2311 ES Leiden, kamer B1.11

  • Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard)

  • Telefoon: 071 – 527 7301

  • E-mail: j.uzman@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling