Studiegids

nl en

Onderzoeksvragen Gouden Eeuw en Verlichting

Vak
2016-2017

Toegangseisen

Om aan het tweedejaarsonderdeel Onderzoeksvragen te kunnen deelnemen moet één van beide eerstejaarsonderdelen op het terrein van de Oudere Nederlandse letterkunde (Nederlandse literatuur en cultuur van de Middeleeuwen of Nederlandse literatuur en cultuur van de Gouden Eeuw en de Verlichting) met een voldoende zijn afgesloten.

Beschrijving

Schouwburgen waren in de zeventiende en achttiende eeuw de belangrijkste plaatsen van samenkomst voor brede lagen van de bevolking. Hier werden politieke, religieuze en poeticale ruzies uitgevochten. Welke theaters en theatergezelschappen bestonden er en wie waren de acteurs en regisseurs? Hoe werkte de financiering? Welke toneelstukken waren het populairst en waar halen we al deze informatie vandaan? Tijdens de werkcolleges doen we voorafgaand aan het schrijven van de individuele nota in teamverband een reeks kleine deelonderzoeken en leren zo steeds beter onderzoeksvragen te formuleren en bronnenmateriaal te vinden.

Leerdoelen

De student

  • leert om zelfstandig onderzoek te verrichten naar de Nederlandse literatuur vanaf de Middeleeuwen tot 1800 (waarbij men overigens kan kiezen voor de periode van de Middeleeuwen of die van de Gouden Eeuw en de Verlichting).

  • leert wat wetenschappelijk onderzoek is en hoe jij onderzoeksterreinen kan verkennen en afbakenen.

  • leert ook hoe hij aan de hand van bibliografisch zoekwerk onderzoeksgegevens kan verzamelen, hoe hij die kan ordenen en vervolgens hoe hij een wetenschappelijke argumentatie kan opzetten.

  • traint zijn vaardigheden in het schrijven van een werkstuk en in het presenteren van zijn onderzoek.

Als voorbereiding op het schrijven van het werkstuk is er een individueel gesprek naar aanleiding van een zelfstandig ingediend onderzoeksvoorstel.

Rooster

Zie Rooster BA Nederlands

Onderwijsvorm

Werkcollege (2 uur per week)

Studielast

Totaal: 140 uur

  • 26 uur werkcollege (13 × 2 uur);

  • 26 uur voorbereiding van de colleges;

  • 88 uur zelfstandige literatuurstudie, maken werkstuk en voorbereiden presentatie.

Toetsing

  • Opdrachten, deelname discussie en algehele inzet tijdens de cursus (15%).

  • Mondelinge presentatie en prepaper (15%).

  • Werkstuk (70%).

Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de drie deelcijfers, waarbij een deelcijfer niet lager mag zijn dan een 5,5.

Herkansing

  • Wie voor het werkstuk lager dan een 5,5 haalt, krijgt een eenmalige mogelijkheid tot herschrijven. Aan het eventueel herschrijven gaat een gesprek met de docent vooraf.

Blackboard

In de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor het ter beschikking stellen van en het verwijzen naar literatuur, voor een overzicht van week tot week (inclusief wat moet worden voorbereid) en studiemateriaal, en voor de communicatie tussen de docent en de student(en) en tussen studenten onderling.
Zie Blackboard

Literatuur

Tijdens de colleges lezen we naast primaire literatuur naar keuze ook een aantal artikelen en handboeken over theater in de Republiek, o.a.:

  • Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen. Hoofdred. R.L. Erenstein. Amsterdam, 1996 (p. 192-305)

  • Ben Albach, Langs kermissen en hoven. Ontstaan en kroniek van een Nederlands toneelgezelschap in de 17de eeuw. Zutphen, 1977 (ook in de dbnl)

  • E. Oey-deVita & M. Geesink, Academie en Schouwburg. Amsterdams toneelrepertoire 1617-1665. Amsterdam, 1983

  • De databases van het Theater Instituut Nederland

  • De website Ceneton

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht. Algemene informatie over uSis is te vinden op Nederlands en English

Let op: studenten die geen Nederlands studeren dienen eerst contact op te nemen met de studiecoördinator voor goedkeuring.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Aanmelden voor Studeren à la carte
Aanmelden voor Contractonderwijs

Contact

Voor inhoudelijke vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Dr. Olga van Marion, P.N. van Eyckhof 1 (WSD-complex, gebouw 1167, kamer 202c) – 071-5272128.

Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur/neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071-5272 2604. Het e-mail adres is: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.

Opmerkingen

Deze cursus kan gevolgd worden als keuzeonderdeel van de minor Europa in de Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd.