Doel
Het lijnonderwijs Biomedical Academic Scientific Training (BAST) beoogt BW-studenten, naast de vakinhoudelijke opleiding die in de diverse thematische blokken aan bod komt, te onderwijzen en trainen om als biomedische wetenschapper op academisch niveau te denken en handelen. Daarbij horen een bepaalde attitude en speciale vaardigheden. Specifiek toegepast op biomedische wetenschappen betekent dit:
Het vermogen om kritisch te denken en te handelen op basis van meetbare feiten (‘evidence-based‘);
Kennis te hebben van de (bio)medische praktijk en medische ethiek en het vermogen om (bio-)medische problematiek in een maatschappelijke context te plaatsen;
In staat zijn om in onderlinge samenhang vraagstelling, methode, resultaten en conclusies van relevante wetenschappelijke artikelen te beoordelen;
Het vermogen om relevante onderzoeksbevindingen te beoordelen, verwerken en presenteren met gebruikmaking van technieken uit de statistiek, epidemiologie en informatieverwerking, inclusief het toepassen van ‘Peer review’;
In staat zijn om vraagstellingen en een onderzoeksaanpak te formuleren op het gebied van biomedische processen op het niveau van populatie, organisme, orgaan, cel en molecuul;
Open staan voor en actief bijdragen aan vernieuwende ideeën, empirie en discussie, niet alleen op biomedisch vlak, maar ook in algemene zin.
kritisch kunnen reflecteren op het eigen handelen als onderzoeker en ontwikkelen van academische denk en werkhouding waaronder professioneel gedrag.
Beschrijving
Vorm van het onderwijs
Uit bovenstaande doelen blijkt dat allerlei vakgebieden, buiten vakinhoudelijke biomedische kennis, noodzakelijk zijn om in de toekomst te kunnen functioneren als biomedisch wetenschapper. Dit zijn: statistiek, epidemiologie, informatieverwerking, klinische praktijk, filosofie, ethiek en geschiedenis
BAST in het eerste studiejaar
In het eerste studiejaar richt BAST zich op de volgende zes onderwerpen:
1. Effectief informatie vergaren, verwerken en presenteren;
2. Kennismaking met biomedisch onderzoek;
3. Kritisch en efficiënt lezen;
4. Statistiek als methode voor wetenschappelijke onderbouwing van onderzoek;
5. Kritisch nadenken en discussiëren over het raakvlak tussen BW en maatschappij;
6. Biomedische wetenschap in relatie tot de klinische praktijk
BAST wordt in de vorm van blokken aangeboden. Daarnaast wordt BAST geïntegreerd in enkele onderwijsblokken in de vorm van thema’s. In het eerste jaar zijn er vier lijnblokken geprogrammeerd: “Start.BW” (onderwerp 1 en 3), “Biomedisch Onderzoek in de Geneeskunde” (onderwerpen 1, 2, 3, 5, 6) en “Methoden en Technieken van Wetenschappelijk Onderzoek” (onderwerp 4). Verder is er de Jaaropdracht. Hieraan wordt gedurende het hele jaar gewerkt tijdens de reguliere blokken en gedurende twee weken die aan verdieping rondom de jaaropdracht zijn gewijd. Verder is er in het blok Metabolisme 2 het BAST-thema ‘Orgaandonatie’ (onderwerp 5, 6) en in het blok Medische Genetica het BAST-thema ‘Ethische en psychologische aspecten van genetische ziekten’ (onderwerp 1, 2, 5, 6).
Mentoraatgroepen
In het eerste jaar van de studie zijn er mentoraatgroepen. Dit zijn 5 groepen van 14 studenten, onder leiding van een docentmentor en een studentmentor. De doelen van het mentoraat zijn tweeledig: studiebegeleiding en informatie over het beroepsperspectief van een BW-er. De docentmentoren zijn tevens de docenten van de jaaropdracht.
Opmerkingen
Studiebelasting voor BAST-1 onderwijs wordt gewaardeerd met studiepunten per blok. De jaaropdracht omvat 3 ECTS, de twee bijbehorende verdiepingsweken leveren nog eens 2× 1 ECTS. Voor de thema’s geïntegreerd in de blokken worden geen aparte studiepunten gegeven, deze zijn een onderdeel van de studiepunten voor het betreffende blok.
Er worden geen contacturen gepubliceerd bij dit lijnonderwijs, omdat deze contacturen geïntegreerd zijn met het blokonderwijs. Waar van toepassing zijn contacturen voor het lijnonderwijs dus al opgenomen in het aantal contacturen per blok.