Studiegids

nl en

Vraagstukken Bewegen

Vak
2016-2017

Beschrijving

Een goed functionerend bewegingsstelsel is essentieel voor het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse taken en bezigheden. Geringe afwijkingen of ziekten aan het bewegingsstelsel kunnen al snel invaliderende gevolgen hebben. Circa 30% van de Nederlanders met klachten worden hierdoor gehinderd in hun normaal functioneren. Het is problematiek die we serieus moeten nemen. Op grond van demografische ontwikkelingen – léés: vergrijzing – is te verwachten dat de prevalentie van stoornissen van het bewegingsstelsel de komende jaren verder zal toenemen. In dit blok worden klachten van het bewegingsapparaat behandeld zoals deze in de praktijk van de huisarts en de specialist veelvuldig voorkomen, met een accent op reumatologische, neurologische en orthopedische problematiek. Het blok vormt de klinische voortzetting van het eerstejaarsblok “van Mens tot Cel” en de tweedejaarsblokken “Ziektemechanismen 1 en 2”. Het leren onderscheiden van normaal en abnormaal (functie en structuur) vormt de rode draad van het blok. U zult leren dat anamnestische en specifieke fysisch-diagnostische vaardigheden hierbij onmisbaar zijn, aangezien hiermee vaak de juiste diagnose gesteld kan worden. De nadruk wordt gelegd op het herkennen van klassieke ziektebeelden op grond van clusters van anamnestische, fysisch-diagnostische en radiologische bevindingen.

Leerdoelen

1 De student kan de samenstellende delen van de wervelkolom, de bovenste en onderste extremiteit en (ab)normale functies van spieren en gewrichten benoemen en de gevolgen voor de bewegingsketen en -mogelijkheden beredeneren.
2 De student kan acute en chronische klachten van het bewegingsapparaat beredeneren, welke anatomische structuren zijn aangedaan en kan eenvoudige biomechanische principes toepassen.
3 De student kan de aansturing van de bewegingsketen beredeneren, gebruikmakend van de indeling van spieren en het verloop van bloedvaten en zenuwen, en bij een stoornis of letsel aangeven hoe deze gestoord is.
4 Kan bij klachten en symptomen bij aandoeningen van het bewegingsapparaat onderscheid maken tussen inflammatoire en niet-inflammatoire oorzaken, articulaire en periarticulaire oorzaken, urgente en niet-urgente problematiek, en bij normale botstofwisseling en niet gestoorde botstofwisselingen aangeven welk aanvullend onderzoek en behandeling noodzakelijk is.
5 De student kan bij eenvoudige neurologische stoornissen onderscheid maken tussen: centraal en perifeer, congenitaal en verworven, traumatisch en niet-traumatisch, urgente en niet-urgente problematiek en aangeven welk aanvullend onderzoek en behandeling noodzakelijk is.
6 De student moet de reactie(s) van het lichaam op verschillende type meest voorkomende traumata kunnen voorspellen en kunnen relateren aan patiënten letsel(s).
7 De student kan bij traumapatiënten aangeven welk (aanvullend) onderzoek noodzakelijk is, kan behandelingsstrategieën beredeneren en daarover de patiënt informeren.
8 De student kan prioriteiten stellen bij het verlenen van eerste hulp en bij levensreddend handelen.
9 De student kan met anamnestische gegevens en het verzamelen daarvan, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek, een differentiaal diagnose opstellen bij een patiënt met stoornis(sen) van het bewegingsapparaat, en hierbij gebruik te maken van kennis van epidemiologische gegevens.
10 De student kan een behandeling en het doel en werking daarvan beargumenteren middels gebruik van een systematische beslisproces (ITEP), rekening houdend met de eventuele schaarste en het effect hiervan op het type behandeling.
11 De student moet keuzes ten aanzien van behandelopties op populatie niveau kunnen beargumenteren op basis van maatschappelijke en financiële overwegingen en wat de betekenis hiervan voor de patiënt is.
12 De student kan beredeneren hoe bij een patiënt na een conservatieve of operatieve behandeling aan het bewegingsapparaat herstel van functie optreedt en kan de verschillende behandelings-strategieën en keuze van een revalidatietraject onderbouwen.
13 De student kan van een chirurgische behandeling de registratie achterhalen en beredeneren wat de belangen en de beperkingen van deze registratie zijn.
14 De student kan aan de hand van de juiste zoektermen literatuur over behandelopties vinden, en kan de gebruikte statistische methoden in de literatuur interpreteren. De student kan de verschillen in studieresultaten vergelijken en op waarde schatten. (LIJN AWV JAAR 2)
15 De student kan een behandelingsoptie voorstellen op basis van economische, ethische en culturele omstandigheden.
16 De student kan basisvaardigheden betreffende het lichamelijk functieonderzoek van het bewegingsapparaat onder supervisie uitvoeren.
17 De student kan het effect van chronische pijnklachten op het dagelijks functioneren beschrijven.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges, Werkcolleges, Patientendemonstraties, Responsiecolleges, Werkgroepen, Marcoscopiepractica, Functieonderzoek, Patiëntpartners, E-Learning, multimediatour in anatomisch museum

Toetsing

  • 4x formatieve tussentoetsen tijdens responsiecolleges om inzicht te geven in de opgedane kennis.

  • Deeltentamen 1: Essay schrijven over het effect van chronische pijnklachten op dagelijks bewegen en functioneren (toetsing voldoende/onvoldoende)

  • Deeltentamen 2: na 5 wkn over functionele anatomie en bewegingsproblematiek (MC en EMQ; 4 punten)

  • Deeltentamen 3 Presentatie van een traumatologisch en orthopedisch onderwerp (toetsing: voldoende/onvoldoende)

  • Deeltentamen 4 Beoordeling functieonderzoek (toetsing: voldoende/onvoldoende)

  • Eindtentamen over gehele stof (MC en EMQ; 6 punten).

Literatuur

  • Kumar P, Clark M, editors. Kumar&Clark clinical medicine, 8th ed. Edinburgh:Elseviers, 2009

  • Henry MM, Thompson JN, editors. Clinical Surgery. Edinburgh: Elsevier Saunders; 3rd ed. 2005.

  • Van der Meer J, van ’t Laar A, editors. Anamnese en lichamelijk onderzoek. Maarssen: Elsevier gezondheidzorg; 5th edition, 2008.

  • Farmacotheurapeutisch Kompas, Hoofdstuk XV: Analgetica, antireumatica en jichtmiddelen.

  • “Pharmacology” van Rang & Dale (6th edition hoofdstukken 14 en 41, 7th edition hoofdstukken 26 en 41).

  • Moore KL, Dalley AF: Clinically oriented anatomy, Lippincott Williams & Wilkins, 6th edition,Philadelphia 2010.

  • Boron WF, Boulpaep EL: Medical physiology, Elsevier/Saunders, revised 2nd edition, Philadelphia 2009

  • Hijdra, Koudstaal, Roos (HKR) Neurologie, 2010, 4e druk , hoofdstuk

  • Thijs, Delooz en Goris: Acute Geneeskunde, Elsevier/Bunge, 7e druk, 2009

Contact

P.D.S. Dijkstra LUMC, afd Orthopedie,
M.C. de Ruiter LUMC, afd Anatomie