Studiegids

nl en

Lijn Beroepsvorming jaar 2

Vak
2016-2017

Beschrijving

De Lijn Beroepsvorming (LBV) is een onderwijsvorm, die zich uitstrekt over de hele bachelor fase. In de LBV staat de ontwikkeling in drie rollen centraal: die van medisch expert, communicator en beroepsbeoefenaar. De LBV in het tweede jaar bestaat uit tien dubbele Patiënt Demonstratie Colleges verzorgd door de afdeling interne geneeskunde, een training Basic Life Support (BLS), 6 werkgroepen Klinisch Redeneren en Consultvoeren en een docentcoachtrajecten. Formeel valt de training Basic Life Support (BLS) onder de LBV. Voor het overzicht wordt de BLS ook als apart onderdeel in de studiegids vermeld.
Tijdens de werkgroepen Klinisch Redeneren en Consultvoeren wordt net als in jaar 1 gewerkt met USB opnames. Bij het beoordelen van de filmpjes is er aandacht voor zowel het opbouwen van een arts-patiënt relatie als voor het proces van Klinisch Redeneren. Daarnaast wordt aan de hand van papieren casuïstiek het proces van klinisch redeneren stap voor stap besproken en doorlopen.
Tijdens het DC-traject ondersteunt de docentcoach de studenten – zowel individueel als in werkgroepverband – in hun ontwikkeling in de verschillende CanMed rollen. Het accent ligt daarbij in jaar 2 op het trainen van complexe communicatieve vaardigheden en op trainen van vaardigheden lichamelijk onderzoek. Studenten werken in dit DC-traject met een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP).
Studenten houden wederom een e-portfolio bij. Het e-portfolio wordt ingezet als middel om de ontwikkeling in de verschillende rollen in kaart te brengen en bespreekbaar te maken. Daar waar mogelijk zal de stof van de LBV gerelateerd worden aan de leerstof van het parallel lopende blok. Voor een deel is de LBV geïntegreerd met de Lijn Samenwerking en Organisatie.

Leerdoelen

1 De student kan bij de vraagstukken die tijdens de Patiënt Demonstratie College en bijeenkomsten KRCV besproken zijn: -De relevante anamnese vragen formuleren. -De alarmsymptomen bij deze klachten benoemen. -Het relevante lichamelijk onderzoek beschrijven en de gegeven uitkomsten interpreteren. -Zinvol aanvullend onderzoek noemen en de gegeven uitkomsten interpreteren.
2 De student is in staat uit te leggen hoe epidemiologische gegevens de besluitvorming van de arts kunnen beïnvloeden.
3 De student noemt hardop waar men op let bij het beoordelen van de algemene indruk.
4 De student kan lege artis de bloeddruk meten en kan een bloeddrukmeting interpreteren.
5 De student demonstreert dat hij de arteriële pulsaties en lymfklierstations op de juiste plaats kan palperen, hij herkent normale bevindingen en kent in theorie de afwijkende bevindingen.
6 De student demonstreert dat hij het lichamelijk onderzoek van buik en thorax lege artis kan uitvoeren. Hij herkent normale bevindingen en kent in theorie de afwijkende bevindingen.
7 De student kent het verschil in open en gesloten vragen en kan deze vraagvormen toepassen.
8 De student kent de zeven dimensies die uitgevraagd worden bij de hoofdklacht en kan deze toepassen.
9 De student past de structuur van de anamnese toe: inleiding, vraagverheldering, speciële anamnese, afsluiting.
10 De student is in staat in een consult zowel het medische spoor te volgen als het arts-patiënten spoor.
11 De student past tijdens een rollenspel de verschillende aspecten van actief luisteren toe indien de situatie daartoe uitnodigt.
12 De student past actief luistergedrag toe tijdens een rollenspel met een ongeruste patiënt en met een patiënt die sterk aandringt op verder onderzoek/ verwijzing.
13 De student is in staat een bondig verslag te maken van de werkgroep-bijeenkomst KRCV volgens de in dit lijnboek opgestelde criteria.
14 De student past in een rollenspel met medestudenten de volgende aspecten van motiverende gespreksvoering toe: luisteren, samenvatten, doorvragen.
15 De student onderbouwt het belang van: uitlokken van verandertaal, de ander ambivalente gevoelens en gedachten onder woorden laten brengen, bekrachtigen van zelfvertrouwen in het kader van motiverende gespreksvoering.
16 De student kan vragen, zorgen en verwachtingen van een patiënt verhelderen in een rollenspel.
17 De student kan informeren naar de culturele achtergrond en gebruiken, voor zover die informatie relevant is voor gezamenlijke besluitvorming.
18 De student is in staat feedback te geven en te ontvangen volgens de in het lijnboek geformuleerde feedback criteria.
19 De student toont professioneel gedrag, in zijn omgang met zichzelf, met de werkgroep begeleider, zijn medestudenten en met zijn taken, wat zich uit in: -Op tijd komen. -Studieopdrachten maken. -Verslagen en opdrachten op tijd inleveren. -Op vragen en/of opmerkingen van groepsgenoten en docenten constructief reageren. -Actief deelnemen in discussies en/of maken van een groepsproduct. -Groepsleden ruimte geven bij te dragen aan discussie/opdracht en elkaars mening respecteren.
20 De student is in staat schriftelijk en mondeling te reflecteren volgens de daarvoor opgestelde criteria.
21 De student heeft schriftelijk gereflecteerd op: -2 patiënt partner bijeenkomsten. -Studiemotivatie en voortgang en op persoonlijke ontwikkeling in de CanMed competenties Medisch Expert, Communicator, Samenwerker en Beroepsbeoefenaar halverwege en aan het eind van het jaar.
22 De student heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld, waarin aandachtspunten per competentie geformuleerd zijn en vier SMART geformuleerde leerdoelen zijn beschreven.
23 De student heeft in samenwerking met een medestudent het kernkwadrant van Ofman toegepast in de ontwikkeling van de competentie samenwerken.
24 De student heeft inzicht in eigen leerstijl en kan deze desgewenst toelichten.
25 De student beschrijft verschillende interactiepatronen zoals die beschreven worden in de roos van Leary.
26 De student hanteert het beroepsgeheim en hanteert gepaste professionele afstandbetrokkenheid tijdens lichamelijk onderzoek.
27 De student onderbouwt hoe vooroordelen een arts-patiënt relatie kunnen beïnvloeden.
28 De student geeft bij de zesde DC bijeenkomst een drie-minuten presentatie over de persoonlijke ontwikkeling waarbij hij de groep informeert over: -Het leerdoel “uitdaging”van zijn kernkwadrant. -Het aspect van uw ontwikkeling waar hij trots op is. -Een aspect van het onderwijs, dat hem het afgelopen jaar het meest heeft geïnspireerd.

Onderwijsvorm

Patiënt Demonstratie Colleges, docentcoach-traject (werkgroepen en individuele gesprekken), werkgroepen Klinisch Redeneren en Consultvoering.

Contacturen

De hierboven gepubliceerde contacturen betreffen de het werkgroep-onderwijs van het docentcoach traject, de werkgroepen Klinisch Redeneren en Consultvoeren en de Patiënt Demonstratie Colleges.

Toetsing

USB-opname arts patiënt gesprek (rollenspel) , werkgroepverslag, reflectieverslagen, POP, vaardighedentoets, schriftelijk tentamen (open vragen en multiple-choice vragen)

Literatuur

  • Lijnboek Lijn Beroepsvorming

  • Lloyd, M, Bor, R. Communication Skills for Medicine, 3rd ed. Edinburgh: Churchill Livingstone, 2009

  • Grundmeijer, |HGLM, Reenders, K, Rutten, GEHM. Het geneeskundig proces. 4e druk. Elsevier Gezondheidszorg Maarsen.

  • De Jongh, TOH, de Vries, H, Grundmeijer, HGLM. Diagnostiek van alledaagse klachten. 3e Herziene druk. Houten 2011

  • Kumar, P, Clark, M, Clinical Medicine, 7e editie, juli 2009

  • van der Meer J , van der Meer JWM. Anamnese en lichamelijk onderzoek (5e of 6e druk ). Elsevier Gezondheidszorg, Maarsen, 2008

Contact

LBV2DC@lumc.nl

LBV-KRCV-jr2@lumc.nl