Omschrijving
Doel 1: Het leren toepassen van concepten, theorieën en methoden in een onderzoek binnen een van te voren door de docenten geformuleerd kader;
Doel 2: Het uitvoeren van en rapporteren over een beperkt empirisch of literatuur onderzoek
Inhoud: In het bachelorproject leren studenten onderzoeksvragen formuleren, onderzoek ter beantwoording van die vragen te ontwerpen, een eigen onderzoek uit te voeren, en over dat onderzoek verantwoord en helder te rapporteren. Er worden verschillende projecten aangeboden die gestructureerd zijn rond een bepaald (redelijk breed) thema, waarbinnen de studenten een individueel onderzoek uitvoeren.
Met de eindrapportage – de Bachelorscriptie – vindt de afronding van de Bacheloropleiding Politicologie: Internationale Betrekkingen en Organisaties plaats. De scriptie is een individueel eindwerkstuk gebaseerd op althans deels eigen, oorspronkelijk onderzoek.
Het bachelorproject is een intensieve studieactiviteit, waarvoor de student tijdens blok 4 voltijds beschikbaar dient te zijn. Om die reden geldt er ook een aanwezigheidsplicht.
Inleidende bijeenkomst
Op dinsdag 21 november 2017 vindt, van 15.00-17.00 uur in 1A20, een inleidende bijeenkomst plaats voor het bachelorproject. Daarin volgt nadere uitleg over het bachelorproject en introduceren de docenten hun deelprojecten. Ook is er gelegenheid tot vragen stellen.
Inschrijving
Inschrijven via uSis is mogelijk vanaf maandag 11 december 2017, 17.00h. Er is per deelproject plek voor maximaal 15 studenten, het project van dr. van Coppenolle biedt plaats aan 8 studenten. Inschrijving wordt gedaan op basis van het principe ‘first come first serve’. Studenten kunnen wel op een wachtlijst worden geplaatst (maximaal 5 studenten per project). Studenten kunnen zich alleen inschrijven wanneer ze voldoen aan de inschrijvingsvereisten (zie hieronder). De inschrijving sluit op zondag 28 januari 2018 23.59h. Studenten die na zondag 28 januari, maar nog voor aanvang van blok 4 voldoen aan de inschrijvingseisen, kunnen zich in die periode alleen nog inschrijven door contact opnemen met het Onderwijs Service Centrum.
Het is sterk aan te raden om een bachelor deelproject te kiezen dat aansluit bij door u eerder gevolgde, aanverwante (vervolg)cursussen.
Bibliotheekinstructie
In januari vinden de vrijwillige bibliotheekinstructies plaats; elke student dient zichzelf in te schrijven via uSis voor één van onderstaande bijeenkomsten:
Dinsdag 30 januari 2018, 13.00-15.00 uur in 1A32 (activiteit nr 18408)
Vrijdag 2 februari 2018, 09.00-11.00 uur in 1A26 (activiteit nr 18409)
Vrijdag 2 februari 2018, 13.00-15.00 uur in 1A26 (activiteit nr 18410)
Bachelorproject thema’s
Bachelorproject 1: Federalism and Secession: a Normative Analysis of Current European Trends - Mansvelt Beck (activiteitcode 7698)
In dit bachelorproject is het de bedoeling om concrete casus rond federalisme en afscheiding aan een normatieve analyse te onderwerpen. Deelnemers aan dit project zullen geïnteresseerd moeten zijn in de normatieve onderbouwing van federalisme, zelf-beschikking en afscheiding. Ze zullen moeten willen onderzoeken welke argumenten in stelling gebracht worden in een specifieke casus en hoe deze argumenten zich verhouden tot de normatief-theoretische literatuur over federalisme en afscheiding. Tot slot zullen ze na moeten willen denken over de vraag in hoeverre en waarom Europa een aantrekkelijk (quasi-)federaal alternatief zou kunnen zijn voor de (quasi-)federatie die de rug wordt toegekeerd.
Bachelorproject 2: European Foreign Policy – Pomorska (activiteitcode 7699)
What is the role of the European Union in the world? How do national foreign policies relate to the EU’s foreign policy? Are member states still able to conduct their own ‘sovereign’ foreign policy? The European Union has by now been broadly acknowledged as an international actor, even though an unusual one. There is no ‘government’, which could define the ‘national interest’ and make executive decisions about the policy goals. Instead, we have a complex institutional set-up, based on a compromise and agreement from all 28 member states. As far as the EU’s strong position in the area of trade or development is rarely questioned, it is still believed to be “punching below its weight” in foreign and security policies.
In this project, we will study the foreign policy of the European Union and its member states. The students will be able to choose an area of their interest, e.g. policy towards the United States, Russia or China; or to focus on studying particular instruments of EU’s foreign policy, like sanctions. We will investigate the process in which the European position is established and the circumstances under which EU member states are able to speak with one voice and when is it difficult to agree on a common goal. Students may also consider how the policy coordination impacts effectiveness.
Bachelorproject 3: Small States in World Politics - Veenendaal (activiteitcode 7700 ) Whereas the number of small states in the world has strongly increased in recent decades, international relations theory remains to a large extent focused on great powers. Due to limitations in population size, territory, natural resources, and military capabilities, classical IR theories primarily highlight the vulnerability and dependency of small states. Yet, more recent empirical studies have demonstrated that the position of small states in global politics is not as miserable as scholars have generally assumed, since many small states make creative use of their sovereignty to compensate for their relative weakness in the international system.
In this BA-project, students will study the foreign policies and international relations of either one or a limited number of small states (with less than 1,5 million inhabitants). Students are free to choose any particular focus of their project, and BA-projects could for example focus on small state foreign policy, small state behavior in international organizations, domestic determinants of small state foreign policy, or economic development strategies and (international) economic policies of small states.
Bachelorproject 4: Political Leaders in International Relations - Bakker (activiteitcode 7701)
What is the role of political leaders in international relations? Studies in IR generally focus on interactions between states on the state and/or systemic level and ignore the possible influence of the individual level of the leaders. The potential influence of leaders is not per se ignored, no one would argue for example that WWII would have been different if it was not for Hitler, Churchill, Roosevelt, and Stalin, but the systematic study of leaders is often not incorporated into the structure-based theories of IR.
There are, however, many intriguing questions that can be investigated when we study the relations between states. Do different leadership styles lead to different foreign policy decision making? What is the impact of the images and beliefs leaders hold about ‘the enemy’? How do individual differences of leaders affect foreign policy decision making? Does it matter that many political leaders are often quite old when they come to power for their decision making?
In this bachelor project, we will focus on the role political leaders play in international relations and use a political psychological approach. There are two threads of theory that we will use: 1)The Leadership Trait Analysis (LTA) by Margaret Hermann, which focuses on the leadership style traits of leaders, or 2) the Operational Code, which focuses on the belief systems of leaders. Students are expected, after a short introduction to the primary literature, to develop and pursue their own specific research questions, review relevant literature, and collect and use qualitative or quantitative evidence to answer their research question.
Bachelorproject 5: Development and Underdevelopment: Testing Historical-institutionalist Explanation - Zwart (activiteitcode 7702)
This bachelor project builds on my vervolgcursus “Politiek in ontwikkelingslanden” (Politics in developing countries). The aim is to supervise students in designing and executing a comparative case study that puts an influential historical-institutionalist explanation of development (Acemoglu and Robinson 2013) to the test. Students are free to choose for either a regional comparison within a country, or a comparison between countries of their interest.
Students who have not done my vervolcursus l but are interested in this project are strongly advised to carefully read Acemoglu and Robinson’s Why Nations Fail (2013) before this course starts.
Literature:
Acemoglu, Daron and James A. Robinson. 2013. Why Nations Fail: The Origins of
Power, Prosperity and Poverty. London: Profile Books.
Bachelorproject 6: Inequality in Political Perspective - Coppenolle (activiteitcode 18249; maximum of 8 students)
Why has economic inequality recently increased in some countries but not in others? In this bachelor project students will focus on potential political explanations for variation in economic inequality. What role do particular political institutions, such as regime types or electoral systems, play in explaining differences between countries? Does partisanship matter for the evolution of inequality within countries over time? Potential research questions should concern the relation between one or more political factors and economic inequality, to be chosen and discussed at the start of the project. A critical examination of existing theories and evidence should be complemented by an empirical investigation, either using comparative case studies or a quantitative empirical analysis.
Bachelorproject 7: The Welfare State in International Perspective - van Reuler (activiteitcode 19052) Please note this Project is only accessible for students that were not able to enroll on December 11
How can we explain the similarities and dissimilarities of the development of the welfare state in different countries? This is the question that will take centre stage during this bachelor project.
Since the Second World War, many western states introduced extensive provisions to guarantee a minimum standard of living for their citizens. Health care, education, income security and public housing are all among the classical functions of the welfare state. Since the 1970s, many governments have attempted - though with mixed results - to scale back their welfare state. The recent period of austerity formed a strong impetus for renewed debates and reforms, which often unfolded at an unprecedented scale and pace.
The forms welfare states took and the trajectories that individual countries followed in shaping and reshaping their welfare provision differed significantly. Therefore, this field offers us ample opportunity for cross-national comparisons. An example of one of the topics that would fit within this category is an investigation of the recent devolution of health and social care in England and the Netherlands. Another angle students could opt for is studying the impact of international organisations on the diffusion of policy related to the welfare state. Research into the role of the World Bank in the introduction of market based health care reforms would be just one example.
Within this bachelor project, the students are free to select the aspect of the welfare state (such as health care or education) as well as the time period that they find most interesting.
Bachelorproject 8: Rechtvaardigheid in een Globaliserende Wereld - Verschoor (activiteitcode 7705) ‘Onze wereld deelt waarlijk een gemeenschappelijk lot’. Deze woorden worden vaak geciteerd uit het VN Millennium Projectrapport uit 2005. Omdat de aarde een beperkte oppervlakte heeft en bolvormig is, kunnen mensen elkaar niet (blijven) ontlopen en moeten ze uiteindelijk elkaars nabijheid dulden. We drijven handel met elkaar, reizen over elkaars grondgebied en zullen ons soms in andere landen willen vestigen. Staten en samenlevingen staan dus niet los van elkaar, maar hebben wederzijdse invloed. Binnen een globaliserende wereld zoals die van ons wordt deze wederzijdse beïnvloeding natuurlijk alleen maar versterkt. Onze levens worden niet alleen steeds vaker bepaald door besluiten of gebeurtenissen die zich aan de andere kant van de wereld afspelen, maar onze handelingen hebben vaak ook grensoverschrijdende gevolgen. Daar komt bij dat staten vaak niet de mogelijkheid hebben om de problemen het hoofd te bieden die voortkomen uit een mondialisering van productie, kapitaal, communicatie, techniek, enz. In onze globaliserende wereld worden we met andere woorden verbonden door wat de toenmalige Secretaris-Generaal van de VN, Kofi Annan, noemde ‘gedeelde problemen en uitdagingen’. De opwarming van de aarde, mondiale financiële crises, armoede, terrorisme, migratiestromen en de strijd van lokale gemeenschappen voor politieke onafhankelijkheid zijn hier maar enkele voorbeelden van. Maar welke concrete invulling geven we aan de gedeelde lotsbestemming die dit proces veroorzaakt en hoe realiseren we die op een rechtvaardige wijze? In het bachelorproject van Marco Verschoor staat deze politiek-filosofische vraag centraal. Leidende (normatieve) onderzoeksvragen zijn daarbij:
Welke (morele) verantwoordelijkheden hebben wij voor de allerarmsten ter wereld?
Is het huidige mondiale economische stelsel eerlijk? En zo niet, hoe moet dit stelsel dan hervormd worden?
Hebben staten of grotere politieke eenheden, zoals de Europese Unie, het (morele) recht om hun grenzen te bewaken en eenzijdig te bepalen wie er wel en niet op hun grondgebied mogen komen?
Behoren rijke, ontwikkelde landen een ruimhartiger toelatingsbeleid voor immigranten uit arme, ontwikkelingslanden en oorlogsgebieden te voeren dan zij nu doen?
Is rechtvaardigheid een begrip dat haar betekenis en toepassing volledig verliest ten tijde van oorlog? Of is de ‘kunst van het oorlog voeren’ gebonden aan bepaalde morele gedragsregels?
Onder welke voorwaarden zou de roep om politieke onafhankelijkheid (d.w.z. secessie) van lokale gemeenschappen (zoals Catalonië) gehonoreerd moeten worden?
Zijn nationalistische sentimenten en mondiale rechtvaardigheid verenigbaar?
Kan mondiale rechtvaardigheid gerealiseerd worden in een wereld van staten of vereist dat een wereldstaat?
Bachelorproject 9: Het Ontstaan van Drie Oorlogen - 't Hart (activiteitcode 7706) Noordoost-Azië en het Midden-Oosten zijn momenteel de twee grootste crisishaarden in de internationale politiek. Staan we gezien de oplopende spanningen met Noord-Korea aan de vooravond van een tweede Koreaanse oorlog? Voor een goed begrip van de huidige omstandigheden is kennis over de (eerste) Koreaanse oorlog (1950-1953) essentieel. De internationale politiek van de 20e eeuw werd vooral gedomineerd door het ontstaan, verloop en de gevolgen van beide wereldoorlogen en de Koude Oorlog. Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 ontwikkelde zich de Koude Oorlog met als eerste gevolg de deling van Korea die in het verdere verloop van de jaren ’40 werd bestendigd en uiteindelijk leidde tot de Koreaanse oorlog. De hedendaagse politieke situatie in het Midden-Oosten is op soortgelijke wijze ‘verbonden’ met de Irakoorlog (2003) die de machtsbalans aldaar drastisch veranderde; iets waar de Amerikanen na afloop van de gewonnen Golfoorlog in 1991 overigens nog voor terugdeinsden. Verder terugkijkend komen we uit bij de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), vaak aangeduid als de oercatastrofe van de 20e eeuw, die zeer actueel is alleen al vanwege de creatie van het hedendaagse statenstelsel in het Midden-Oosten dat in dit conflict zijn oorsprong vindt.
In dit bachelorproject kiezen studenten een van deze drie oorlogen waarvan het ontstaan vervolgens wordt geanalyseerd aan de hand van een eigen onderzoeksvraag gebaseerd op een theorie, benadering of concept uit de Leer der Internationale Betrekkingen (bijvoorbeeld een variant van het Realisme of het Constructivisme). Het is ook mogelijk om uitgebreid te reflecteren op de plausibiliteit van reeds bestaande ontstaansinterpretaties en deze van kritisch commentaar te voorzien.
Bachelorproject 10: The History We Live In- Vergerio (activiteitcode 7707)
How have we come to live in the world we know, and how can we theorize the possibility for large-scale shifts in international relations? In this bachelor project, students will turn to history—especially the seventeenth, eighteenth, and nineteenth centuries—to make sense of current debates about contemporary international relations, particularly questions around the decline of the nation state and the erosion of sovereignty. How valuable are our benchmark dates for understanding the making of modern international relations, whether we speak of 1492, 1648, 1789, or 1919? Did the concept of state sovereignty really emerge in Europe? Are non-state actors actually a new feature of international conflicts? What, if anything, is unique to the international relations of our day and age? Potential research questions should concern the processes through which large-scale change happens in international relations. A critical examination of existing theories and evidence should be complemented by an empirical investigation based on historical materials.
Bachelorproject 11: Rusland en de Wereld - Oversloot (activiteitcode19097) Dit Bachelorproject is alleen toegankelijk voor studenten die op 11 december niet hebben kunnen inschrijven voor een project
In het bachelor afstudeerproject “Rusland en de wereld” kunt u terecht als u belangstelling heeft voor de buitenlandpolitieke betrekkingen van Rusland met (delen van) de wereld, of van de betrekkingen van “delen van de wereld” met Rusland. Wat voor Rusland “buitenland” is, is niet voor alle tijden en voor iedereen “ïn” Rusland hetzelfde. Rusland moest zich na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 herdefiniëren. We hebben het – beter gezegd: u heeft het – in dit bachelor afstudeerproject over aspecten van de buitenlandpolitiek van de Sovjet-Unie, van Rusland, na de “Grote Vaderlandse Oorlog” (onze Tweede Wereldoorlog). Maar ook als u (aspecten van) de Russische buitenlandse politiek wilt behandelen van zeer recente datum, van (langere tij) na 1991, moet u toch iets van de Sovjet-Unie weten. De Russische Imperiale traditie en de Sovjetperiode werken in (aspecten van) de huidige politiek van de Russische Federatie (=Rusland) door. (Of bent u een andere opvatting toegedaan en zou ‘elk land’ dat toevallig zo groot is als het huidige Rusland en toevallig hetzelfde oppervlak op dezelfde plaats zou innemen met hetzelfde BNP als Rusland zich precies zo gedragen als Rusland?) Welk thema u ook zou willen kiezen voor uw eindscriptie, u moet daarvoor iets van Rusland zelf weten (zelfs als u zou willen volhouden dat ‘elk ander land’ in hetzelfde geval hetzelfde zou hebben gedaan).
Als u overweegt dit bachelor afstudeerproject te kiezen raad ik u aan al in de collegevrije maand januari de volgende boeken te lezen:
Oversloot, Hans, De verwoestingen van Rusland. Een politieke geschiedenis van Andropov tot Poetin, Prometheus, Amsterdam 2017.
White, Stephen, Richard Sakwa & Henry E. Hale (eds.), Developments in Russian Politics 8, Duke University Press, Durham 2014.
Bachelorproject 12: Deterrence and Compellence theory - Pellikaan
Dit Bachelorproject is alleen toegankelijk voor studenten die niet eerder hebben kunnen inschrijven voor een project
De politiek van afschrikking heeft twee componenten: (1) defensieve afschrikking (deterrence) is er op gericht om een tegenstander af te schrikken om aan te vallen. De theorie van defensieve afschrikking wordt vooral gebruikt in gevallen van nucleare conflicten en het handhaven van de status quo; (2) offensieve afschrikking (compellence) is er op gericht om de status quo te wijzigen door dreigen met
Het onderzoek naar afschrikking heeft verschillende componenten die in het bachelor-project aan de orde zullen komen. Het eerste component is de conceptuele analyse van het begrip afschrikking binnen de theorie van internationale betrekkingen. Er wordt een conceptueel onderscheid gemaakt tussen het gebruik van offensieve afschrikking (compellence) en defensieve afschrikking (deterrence). In de theorie van afschrikking speelt de geloofwaardigheid van afschrikking (credibility of a threat) een belangrijke rol. In de analyse van de geloofwaardigheid van afschrikking wordt veelal gebruik gemaakt van speltheoretische modellen waarin staten de keuze hebben tussen verschillende strategieën.
Studenten worden geacht een scriptie te schrijven over afschrikking en men dient een keuze te maken tussen (A) een comparatief onderzoek waarin een klein aantal cases van afschrikking (deterrence) worden bestudeerd en (B) een empirisch onderzoek waarin een groot aantal cases van afschrikking (compellence) worden onderzocht aan de hand van een databestand dat beschikbaar is voor studenten.
Onderwijsvormen
Werkgroepbijeenkomsten, inloopbijeenkomsten, bibliotheekinstructie, en bovenal zelfstudie
Studiematerialen
Het methodologische basisboek Alan Bryman, Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press, 2012, 4th ed. (of de vijfde druk van 2016) wordt bekend verondersteld.
Januari 2017 is nadrukkelijk bedoeld om de kernliteratuur van het deelproject te lezen om de voorbereidende opdracht te maken. De kernliteratuur is te vinden op de blackboardpagina van het bachelordeelproject. Daar zal ook verdere informatie over het bachelorproject en de deelprojecten beschikbaar zijn.
Toetsing
Het schrijven van een Bachelorscriptie van voldoende wetenschappelijk niveau. De deadline voor het inleveren van de eerste, volwaardige versie van de Bachelorscriptie is dinsdag 22 mei 2018, 17h00. De deadline voor het inleveren van de herziene, definitieve versie van de Bachelorscriptie is maandag 18 juni 2018, 17h00. Zowel de eerste als tweede versie van de Bachelorscriptie dienen via Turnitin en op papier worden ingeleverd. De bachelorscriptie wordt beoordeeld op : A. probleemstelling, B. theoretisch kader, C. methodologie, D. conclusie en reflectie; E. bronvermelding; F. leesbaarheid en presentatie en G. werkwijze.
Leids scriptie-repositorium
Goedgekeurde scripties worden bewaard in het Leids bachelor-scriptierepositorium na de afronding van uw Bachelorproject. U dient daarvoor een verklaring te ondertekenen.
Rooster
Ingangseisen
Deelname aan het Bachelorproject is slechts toegestaan wanneer de propedeuse is behaald en ten minste 40 EC van het tweede jaar zijn behaald met inbegrip van het studieonderdeel Methoden en Technieken van Politicologisch Onderzoek en het onderdeel (cursus) dat de inhoudelijke grondslag vormt voor het bachelordeelproject.