Rooster
Voor eventuele wijzigingen in het rooster zie op www.tcmo.leidenuniv.nl >Arabisch >rooster.
Onderwijsvorm
Het college is een hoor/werkcollege, dus wekelijks wordt van eenieder niet alleen aanwezigheid verwacht (zie de regels daarvoor in de studiegids: max. 2 keer verzuimen, met afmelding vooraf en geldige reden), maar ook een actieve bijdrage.
Actief deelnemen aan het college (inclusief uitvoering van de opdrachten) is een voorwaarde voor deelname aan het tentamen.
Leerdoelen
Enig idee te krijgen van wat de klassieke Arabische literatuur inhoudt.
Een basiskennis krijgen van de moderne literatuur.
Enig inzicht krijgen in de verhouding van de klassiek tot de moderne literatuur.
Leren wat de belangrijkste naslagwerken zijn en hoe je ze gebruikt.
Door middel van lezen in de opgegeven bloemlezingen en door grasduinen in de werkgroepkast een idee krijgen van wat de Arabische literatuur inhoudelijk voorstelt.
Literatuur
Roger Allen, An Introduction to Arabic Literature.
Toetsing
a) Schriftelijk tentamen over de collegestof en over het boek van Roger Allen, An Introduction to Arabic Literature.
Tentamendatum: 17 mei. Herkansing 7 juni (data onder voorbehoud).
b) Stel een eigen reader samen uit materiaal dat je in de werkgroepkast vindt (ca. 30 pagina\‘s; min. 15 auteurs; minimaal 50 <span>, max. 70</span> uit klassieke teksten; zorg voor inhoudsopgave en bibliografie). Dit kun je bijvoorbeeld doen door wekelijks enkele stukken tekst te zoeken die aansluiten bij de in die week behandelde stof. Je mag teksten kopiëren en inplakken, je hoeft ze niet over te typen. Zorg wel voor goede bronvermelding. Natuurlijk is het de bedoeling dat je andere stukken, liefst ook andere auteurs, zoekt dan degenen die op college zijn besproken.
Zoek tevens de auteurs van de gekozen stukken op in de op college besproken naslagwerken. Voor zeer recente auteurs (die nog niet in de naslagwerken staan) is ook Internet een bron. Vermeld (met bronverwijzing) de biografische gegevens van de auteurs in de reader. Dit kan bij de gekozen stukken, of in een apart hoofdstukje.
Het cijfer voor deze reader is 50% van het totaalcijfer voor dit onderdeel, en het wordt mede bepaald doordat uit je keuze blijkt dat je grondig en zelfstandig hebt gezocht, niet alleen in de gebruikte bloemlezingen, maar ook in de werkgroepkast en in de boeken op de studiezaal (zie daarvoor ook de boekenlijst).
De reader moet uiterlijk bij het tentamen worden ingeleverd (mag ook eerder).
Informatie
Prof.dr. R. Kruk (r.kruk@let.leidenuniv.nl).
Blackboard/webpagina
Niet van toepassing.
Overzicht
- Basisbegrippen.
Wat verstaan we onder literatuur? Verschil in opvatting daarover in de moderne en de pre-moderne periode.
Welke periode beslaat de klassieke Arabische literatuur, en wanneer begint de moderne literatuur?
Mannelijke en vrouwelijk auteurs.
Welke werken/auteurs uit de klassieke en moderne Arabische literatuur ken je?
Bronnen voor onze kennis van de klassieke Arabische letterkunde.
Moderne handboeken en naslagwerken, en hoe ze te gebruiken.
Opdracht voor volgende week: ga naar de UB, studiezaal OLG, en zoek daar de behandelde naslagwerken op. Zoek ook de werkgroepkast op, en zoek een van de daarin aanwezige werken op in GAL of GAS.
Lezen voor volgende week: Allen 1-28.- Historisch kader. Taal. Proza, poëzie en rijmproza. Soorten geschriften in de klassieke literatuur.
Opdracht voor volgende week: Ga na welke van de Arabische auteurs uit De Taal der Engelen ook genoemd worden in het boek van Roger Allen. Maak er een lijstje van (met pagina nummers), zodat je het kunt inleveren.
Lezen: Allen 28-51. - Koran en andere heilige teksten. Hun invloed op de literatuur. Citaten, onderwerpskeuze, taalgebruik. Ma`arri; Najib Mahfuz.
Opdracht voor volgende week: Zoek in De Taal der Engelen stukken op van resp. een islamitische, een christelijke en een joodse auteur, en lees die stukken.
Lezen: Allen 52-65. - Poëzie (klassiek). Bedoeïnenpoëzie, van pre-islamitisch tot heden. De qas&îda. Vormen en genres.
Opdracht: zoek in de werkgroepkast of in Een Arabische Tuin een qas&îda die qua opbouw overeenkomt met het op college besproken schema. Kopieer die en geef aan wat de verschillende onderdelen zijn. Lever dat in.
Lezen: Allen 65-98. - Poëzie (klassiek). Andere genres.
Opdracht voor volgende week: Zoek van elk poëziegenre uit de klassieke literatuur dat Allen op pp. 102-122 behandelt een voorbeeld op in Een Arabische Tuin. Schrijf de resultaten van je zoekwerk op (met pp. nummers), ter inlevering. - Moderne poëzie.
Lezen: Allen 65-132. - Klassiek proza: bellettrie, verhalende literatuur en (populaire) fictie.
Opdracht: Zoek uit welke van de vertaalde stukken uit De Taal der Engelen tot de \“schone letteren\” gerekend zouden kunnen worden. Dat is meer dan in het hoofdstukje \“Schone Letteren\” voorkomt. Schrijf op wat volgens jou de reden zou kunnen zijn dat Vrolijk deze indeling zo heeft gemaakt.
Lezen: Allen 162-67; 167-77. - Klassiek proza: literatuur en kennisoverdracht.
Opdracht: Zoek in De Taal der Engelen drie teksten waarin de kennisoverdracht het voornaamste doel is.
Lezen: Allen 133-62. - Reisverslagen, als genre en als literair thema; klassiek en modern.
Opdracht: Zoek in De Taal der Engelen twee reisverslagen en kijk of er duidelijk verschil is in aanpak en stijl.
Lezen: Allen 161-2. - Opkomst van de moderne romanliteratuur: 19e eeuw.
Opdracht: Zoek in de werkgroepkast titels van drie moderne auteurs uit verschillende Arabische landen.
Lezen: Allen 177-192. - De moderne roman in verschillende Arabische landen. Thema\‘s.
Opdracht: Kijk wat de thematiek is van de voor het vorige college opgezochte boeken. - Toneel.
Lezen: Allen 193-215. - Varia en vragen.
- Historisch kader. Taal. Proza, poëzie en rijmproza. Soorten geschriften in de klassieke literatuur.
Opmerkingen
Aanmelden via U-twist.
Voor deze cursus is een zeker ingangsniveau vereist. Wie deze cursus als a-la-carte of als contractstudent wil volgen wordt daarom verzocht voor inschrijving contact op te nemen met de docent.