Studiegids

nl en

Monarchen in een republiek. De stadhouders uit het huis Oranje-Nassau en Nassau-Dietz, 1572-1795

Vak
2017-2018

Toegangseisen

De BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.

Beschrijving

Voor buitenlandse tijdgenoten en ook voor de inwoners zelf was het meest opvallende van de Republiek dat zij geen staatshoofd kende. Toch was de Republiek niet zonder leiderschap. Tussen al de typische collegiale overlegorganen in stond de stadhouder. Tot 1747 waren er gewoonlijk twee, van wie de een in Holland en de ander in Friesland resideerde. In de twee noordelijke provincies en het landschap Drenthe vervulden de telgen van het geslacht Nassau-Dietz deze functie, de prinsen van Oranje in de overige gewesten. Daarna, toen ze inmiddels de titel van prins van Oranje hadden verworven , werden de Friese Nassauers stadhouder van alle provincies en Drenthe. Door het prestige van hun huis, hun militaire status als kapitein-en admiraal-generaal van de Unie in combinatie met een aantal bijzondere voorrechten konden zij, als zij over de ambitie en de benodigde persoonlijke talenten beschikten, het leiderschap van de Republiek verwerven. Opvallend echter was dat de stadhouder als leider niet zonder de regenten kon. Hij was in hoge mate afhankelijk van hun medewerking, terwijl de regenten in de twee stadhouderloze tijdperken bewezen het bestuur van de Republiek evengoed te kunnen uitoefenen zonder hem. In dit werkcollege zal worden onderzocht hoe de verschillende stadhouders hun functie binnen de politieke cultuur van de Republiek uitoefenden. Daarvoor zal onderzoek gedaan worden naar hoe zij omgingen met adel en regenten.

Dit werkcollege sluit thematisch aan bij het Kerncollege Grenzen van de Macht.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

De student kan:

  • 1) een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;

  • 2) een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen

  • 3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;

  • 4) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van Syllabus Themacolleges, en daarbij;
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.

  • 5) participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  • 6) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort;
    -bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis: voor staatsvorming, identiteit, en politieke cultuur van Nederland en de Nederlandse overzeese gebieden vanaf de zestiende eeuw.

  • 7) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis voor primaire bronnen en diachrone nationale geschiedenis.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  • 8) verwerft inzicht in de politieke en staatkundige geschiedenis van de Republiek in de zeventiende en achttiende eeuw.

  • 9) verwerft inzicht in netwerkanalyse.

  • 10) leert gezamenlijk en individueel historische problemen analyseren.

  • 11) leert mondeling en schriftelijk onderzoeksresultaten presenteren.

Rooster

Zie rooster BA Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Werkcollege met aanwezigheidsplicht
    Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien een student toch verhinderd is dient hij dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien de student niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, wordt deze uitgesloten van deelname.

Studielast

Totale studielast 10 EC x 28 uur = 280 uur.

  • Bijwonen college: 28 uur

  • Voorbereiden college: 28

  • Maken opdracht(en):20

  • Voorbereiding voor toetsing:34

  • Schrijven werkstuk (inclusief bestuderen literatuur): 166

  • Toetsing: 4

Toetsing

Toetsing

  • Werkstuk (6000 woorden, gebaseerd op literatuur, inclusief noten en bibliografie)
    Getoetste leerdoelen: 2-4

  • Mondelinge presentatie
    getoetste leerdoelen: 3-4

  • Participatie
    getoetste leerdoelen: 5

  • Opdracht 1 ( mondeling verslag van bestudeerde literatuur in de vorm van de verdediging van een stelling)
    getoetste leerdoelen: 2,5,6,7,8,10

  • Opdracht 2 (verslag literatuuronderzoek)
    getoetste leerdoelen: 1, 7

  • Opdracht 3 (formulering vraagstelling, rechtvaardiging en methode van onderzoek)
    getoetste leerdoelen: 2,6,7,8,10

  • Opdracht 4 (schrijven voorlopige inleiding)
    getoetste leerdoelen: 2,4,6,7,8,10

Weging

Werkstuk: 60%
Mondelinge presentatie: 10%
Participatie: 10%
Opdracht 1: 5%
Opdracht 2: 5%
Opdracht 3: 5%
Opdracht 4: 5%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn

Deadlines

Voor het inleveren van de werkstukken geldt de aangegeven deadline

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline

Nabespreking werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • het ter beschikking stellen van studiemateriaal,

  • inleveren van tussentijdse opdrachten,

  • het maken van tussentijdse toetsen.

Literatuur

  • J. Duindam, ‘Tussen tafellaken en servet. Het stadhouderlijk hof in dynastiek Europa’ Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124.4 (2009) 536-558.

  • S. Groenveld, Evidentie factiën in de Staet. Sociaal-politieke verhoudingen in de 17de eeuwse Republiek der Verenigde Nederlanden (Hilversum 1990).

  • J. Stern, Orangism in the Dutch Republic in word and image, 1650-1675 (Manchester 2010).

  • O. Mörke, ‘De hofcultuur van het huis Oranje-Nassau in de zeventiende eeuw’in: W. Frijhoff e.a. ed., Cultuur en maatschappij in Nederland 1500-1850 (Heerlen 1992) 39-77.

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing

Contact

Dr. M.A. Ebben

Opmerkingen

geen