Studiegids

nl en

Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen

Vak
2017-2018

Toegangseisen

Bachelor notarieel recht

Beschrijving

Kennis van het bestuursrecht is voor een masterstudent notarieel recht onontbeerlijk. Tijdens uw bacheloropleiding heeft u zich verdiept in het algemeen bestuursrecht. Het onderhavige vak bouwt hierop voort, maar stelt daarbij het bijzondere bestuursrecht centraal. Veel bijzondere publiekrechtelijke instrumenten zijn rechtstreeks relevant in de notariële praktijk. Dat geldt met name voor het omgevingsrecht. Dat is het recht dat betrekking heeft op de fysieke leefomgeving: de bodem, het water, de lucht, de flora en fauna en de gebouwde constructies. Het omgevingsrecht reguleert een veelheid aan activiteiten in de Nederlandse samenleving. Kan een vuilstortplaats geschikt worden gemaakt als recreatiepark? In hoeverre is woningbouw langs de randen van Schiphol mogelijk? En hoe haalbaar is het om honderden windmolens te plaatsen op Urk op nog geen 800 meter afstand van woningen? Bij de behandeling van het omgevingsrecht zullen wij ons concentreren op het recht van de ruimtelijke ordening, het bouwrecht en (overige) regelgeving betreffende grondzaken, zoals de Wet voorkeursrecht gemeenten, de Onteigeningswet, de Belemmeringenwet privaatrecht en de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Deze wetten en de daarin opgenomen instrumenten komen in dit vak uitgebreid aan de orde. Het vak heeft raakvlakken met het vak Onroerendgoedrecht. Waar mogelijk en relevant, zal dan ook een verband worden gelegd met hetgeen in dat vak is behandeld, al is de invalshoek in dat geval uiteraard een andere.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Het vak Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen wil u wegwijs maken in de delen van het bijzondere bestuursrecht die voor u als masterstudent notarieel recht met name van belang zijn. Voorts Het wil u in staat stellen om de relevante wettelijke regelingen en jurisprudentie te vinden en toe te passen, zodat u aan de praktijk ontleende casus kunt oplossen.

Leerdoelen

  • U kunt bepalen welk grondgebruik er onder welke voorwaarden is toegestaan ingevolge een bestemmingsplan als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening

  • U kunt de overige tijdens het onderwijs aan de orde gestelde bestuursrechtelijke wetgeving betreffende grondzaken, zoals de Wet voorkeursrecht gemeenten en de Onteigeningswet, toepassen op aan de praktijk ontleende casus.

  • U kunt een beargumenteerd standpunt innemen aangaande vragen die de onderscheiden wettelijke regelingen doen rijzen, hetzij op zichzelf beschouwd, hetzij in onderling verband bezien.

  • U kunt uw antwoorden en standpunten goed gestructureerd en in goed Nederlands schriftelijk verwoorden.

Rooster

Beschikbaar via de website.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: Mr.dr. J. Robbe

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de opgegeven literatuur en jurisprudentie

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: Mr.dr. J. Robbe

  • Vereiste voorbereiding door studenten: grondige bestudering van de opgegeven literatuur en jurisprudentie. Tevens moet u de weekopdrachten schriftelijk hebben voorbereid.

Tijdens de cursus moet u ook een schrijfopdracht maken, samen met een van uw medestudenten.. Deze opdracht wordt beoordeeld met een cijfer en telt voor 30% mee bij de bepaling van het eindcijfer. De opdracht moet worden ingeleverd via Turnitin. Via Turnitin vindt in de eerste plaats een plagiaatcontrole plaats. Tevens krijgt u via Turnitin individuele feedback op uw werk.

Andere onderwijsvorm(en)
Geen.

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Schrijfopdracht (30%)

  • Tentamen (70%)

Het tentamen bestaat uit een aantal casusvragen.
Het cijfer voor de schrijfopdracht en het cijfer voor het tentamen vormen tezamen het eindcijfer, waarbij – zoals aangegeven – het cijfer voor schrijfopdracht voor 30% meetelt en het cijfer voor het tentamen voor 70%. De schriftelijke opdracht geldt als een praktische oefening in de zin van de Onderwijs- en examenregeling voor uw masteropleiding. Dit betekent dat het voltooien van de opdracht een vereiste is voor deelname aan het tentamen. De schriftelijke opdracht kan niet worden herkanst.
De herkansing zal in beginsel eveneens een schriftelijk tentamen zijn, bestaande uit casusvragen. In geval van een gering aantal ‘herkansers’ kan het hertentamen mondeling worden afgenomen.

Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER) voor zover dit vak onderdeel uitmaakt van het verplicht curriculum van de opleiding (d.w.z. geen vrije keuzevak). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen. Raadpleeg hiervoor het OIC.

Inleverprocedures
Nadere informatie wordt verstrekt via Blackboard.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en jurisprudentie en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en de werkgroepen.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

  • Reader met (aanvullende) wetgeving

  • Reader met jurisprudentie

  • Reader(s) met literatuur

Aanbevolen studiemateriaal

  • Wordt bekendgemaakt via Blackboard

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis. Voltijd eerstejaars studenten, die gestart zijn vanaf september 2010, worden aangemeld door het Onderwijs Informatie Centrum (OIC).

Contact

  • Vakcoördinator: Mr.dr. J. (Jan) Robbe

  • Werkadres: Steenschuur 25, kamer B4.28

  • Bereikbaarheid: zowel telefonisch als per e-mail bereikbaar

  • Telefoon: 071-527 6291

  • E-mail: j.robbe@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Publiekrecht

  • Afdeling: Staats- en Bestuursrecht

  • Kamernummer secretariaat: B1.21

  • Openingstijden: 9.00 – 16.45 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 – 527 7760

  • E-mail: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl