Studiegids

nl en

ILS – Rechtshandhaving in domeinoverstijgend perspectief

Vak
2017-2018

Toegangseisen

Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie OER).

Beschrijving

In dit vak wordt het thema rechtshandhaving vanuit verschillende perspectieven belicht. Startpunt vormen de ontwikkelingen van de laatste decennia binnen de punitieve handhaving in zowel het bestuursrecht als het strafrecht. Een belangrijk punt van aandacht hierbij is de mate van rechtsbescherming binnen het punitieve bestuursrecht (met name bij de bestuurlijke boete) vergeleken met die binnen het strafrecht (met name de (bestuurlijke) strafbeschikking). Centraal punt van discussie hierbij is de vraag of – en zo ja, in hoeverre – het gerechtvaardigd is dat er verschil in rechtsbescherming bestaat tussen punitieve handhaving via het strafrecht dan wel het bestuursrecht. Op dit snijvlak doen zich verschillende vragen voor met betrekking tot de mate van rechtsbescherming, zoals de eisen aan bewijsgaring, de wijze van toetsing door de rechter, sfeerovergang, sfeercumulatie en de wijze van omgang met onrechtmatig verkregen bewijs. Duidelijk zal worden dat het antwoord op deze en dergelijke vragen in belangrijke mate wordt beïnvloed door Europeesrechtelijke normen (EVRM en EU-grondrechtenhandvest). In algemenere zin komt ook aan de orde het brede palet aan handhavingsmogelijkheden binnen het bestuursrecht en het strafrecht, zowel sancties gericht op herstel als op leedtoevoeging. Hierbij zal op onderdelen ook aandacht worden besteed aan de wijze waarop het civiele recht bijdraagt aan de handhaving van (publiekrechtelijke) normen, bijvoorbeeld het beschermen van kinderen tegen kindermishandeling en de aanpak van overlast door jongeren in het publieke domein. Met name hier komt ook de jeugdrechtelijke dimensie van de thematiek van rechtshandhaving naar voren, omdat het fenomeen van interactie tussen rechtsdomeinen zich juist binnen het jeugdrecht sterk laat gevoelen.

Tijdens de hoorcollegereeks zal worden ingegaan op de interactie tussen de verschillende betrokken rechtsdomeinen – bestuursrecht, strafrecht, jeugdrecht, civiel recht en Europees recht – en de vraagstukken die daaruit voortvloeien. De eerste drie colleges zullen met name algemeen van aard zijn, de laatste twee colleges zullen gewijd zijn aan meer specifieke maatschappelijke vraagstukken waar de interactie tussen rechtsdomeinen zich sterk laat gevoelen.

In een academische omgeving gaan onderzoek en onderwijs samen. In het vak wordt daarom tevens aandacht besteed aan de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden op masterniveau. De werkcolleges staan in dienst van het schrijven van een wetenschappelijk betoog over een specifiek deelthema dat is gelegen op het snijvlak van het bestuurs-, straf- en jeugdrecht, zoals de aanpak van overlastgevende jongeren, voetbalgeweld of kindermishandeling (de precieze deelthema's kunnen per collegejaar verschillen). De werkcolleges bestaan uit een introductiebijeenkomst en twee feedbackcolleges, waarmee de deelnemers aan het vak worden begeleid in het opstellen van een goed afgebakende onderzoeksvraag en het opzetten van een uitvoerbaar onderzoeksplan.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Het vak ILS – Rechtshandhaving in domeinoverstijgend perspectief beoogt studenten gevoelig te maken voor het gegeven dat maatschappelijke vraagstukken vaak via verschillende rechtsgebieden worden geadresseerd, die elk hun eigen grondslagen, kenmerken en instrumenten hebben. Voorts beoogt het vak duidelijk te maken dat deze (verschillende) grondslagen, kenmerken en instrumenten evenzovele argumenten kunnen vormen voor de keuze van een of meer bepaalde handhavingsdomeinen bij het adresseren van concrete maatschappelijke vraagstukken. Ook beoogt het vak duidelijk te maken dat de cumulatie van rechtsdomeinen die het gevolg kan zijn van de inzet van meerdere rechtsdomeinen op een en hetzelfde maatschappelijke vraagstuk, belangrijke gevolgen kan hebben voor de individuele (rechts)positie van de burger, waarbij normen voortvloeiend uit Europees recht een belangrijke waarborgfunctie vervullen. Met deze doelstellingen bouwt het vak voort op de deeldisciplines van het recht uit de bacheloropleiding.
Daarnaast beoogt het vak studenten vertrouwd te maken met het verrichten van wetenschappelijk juridisch onderzoek. Studenten verkrijgen de vaardigheid een goed afgebakende onderzoeksvraag op te stellen en een uitvoerbaar onderzoeksplan op te zetten. In het vervolg van de masteropleiding wordt op deze vaardigheden voortgebouwd.

Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:

  • De student kan de belangrijkste kenmerken en instrumenten van de verschillende nationale handhavingsdomeinen onderscheiden, en de dynamiek en interactie tussen deze handhavingsdomeinen illustreren.

  • De student is in staat aan de hand van de daarvoor ontwikkelde criteria en de belangrijkste kenmerken en instrumenten van de verschillende handhavingsdomeinen te adviseren met betrekking tot de vraag welk(e) rechtsdomein(en) het meest passend is/zijn voor de handhaving van een bepaalde norm.

  • De student kan de begrippen sfeerovergang en sfeercumulatie, en de implicaties daarvan voor de rechtspositie van de individuele burger, uitleggen mede in het licht van Europeesrechtelijke normen.

  • De student kan een goed afgebakende onderzoeksvraag opstellen en een onderzoeksplan opzetten om deze vraag te beantwoorden.

  • De student is in staat op basis van de voorgeschreven studiestof – aangevuld met de bevindingen uit eigen onderzoek – een wetenschappelijk betoog te schrijven waarin u beargumenteerd antwoord geeft op een concreet handhavingsvraagstuk.

  • De student kan zelfstandig reflecteren op zijn/haar leerproces door feedback van docenten op opdrachten.

Rooster

Zie de opleidingspagina op de website.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: Prof. mr. drs. M.R. Bruning, prof. mr. J.H. Crijns, mr. dr. M.L. van Emmerik en prof. mr. E.M. Mijnarends

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de per onderwijsweek voorgeschreven studiestof

Werkcolleges

  • Aantal à 2 uur: 3

  • Namen docenten: Mr. B.W.A. Jue-Volker, mr. drs. Y.N. van den Brink e.a.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: aanleveren van een opzet voor het paper

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Praktische oefening: het maken van de tussentijdse opdrachten en het volgen van het daaraan verbonden feedbacktraject is verplicht voor deelname aan de schriftelijke opdracht.

  • Schriftelijke opdracht: 50% van het eindcijfer

  • Schriftelijk tentamen: 50% van het eindcijfer

Het eindcijfer bestaat uit de gemiddelde score op de schriftelijke opdracht en het schriftelijke tentamen. Het vak is behaald als het eindcijfer voldoende is. Het vak kan worden herkanst als het eindcijfer onvoldoende is. De herkansing bepaalt voor 100% het eindcijfer. Indien het vak na afloop van het collegejaar niet met een voldoende is afgerond, verliezen resultaten voor de deeltoetsvormen (schriftelijke opdracht en/of schriftelijk tentamen) hun geldigheid en dient het vak in een nieuw studiejaar opnieuw te worden gevolgd.

Inleverprocedures
Via de Blackboard-omgeving van het vak wordt informatie gegeven over de geldende inleverprocedures.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

Literatuur:

  • De voorgeschreven studiestof wordt door middel van een literatuur- en jurisprudentielijst bekend gemaakt via Blackboard. Studenten worden geacht de voorgeschreven stof zelf via de bibliotheek te verzamelen. Mede daarom wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk gebruik te maken van digitaal beschikbare bronnen.

Reader:

  • N.v.t.

Aanbevolen studiemateriaal

  • Ook de aanbevolen literatuur wordt via Blackboard bekend gemaakt.

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis

Contact

  • Vakcoördinator: Mr. B.W.A. Jue-Volker

  • Werkadres: KOG, Steenschuur 25, kamer C1.08

  • Bereikbaarheid: nader bekend te maken via Blackboard

  • Telefoon: 071 - 527 7528

  • E-mail: b.w.a.jue@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Strafrecht en Criminologie

  • Afdeling: Straf- en strafprocesrecht

  • Kamernummer secretariaat: C1.01

  • Openingstijden: tijdens kantooruren (m.u.v. woensdag)

  • Telefoon secretariaat: 071 - 527 7518

  • E-mail: w.bonis@law.leidenuniv.nl

Opmerkingen

Dit vak is primair bedoeld voor studenten die de master Jeugdrecht of een van de masterafstudeerrichtingen Staats- en bestuursrecht en Straf- en strafprocesrecht volgen.