Studiegids

nl en

Privatissimum en practicum: Bestuursrecht in de Europese rechtsorde

Vak
2017-2018

Toegangseisen

Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie OER).

Beschrijving

Het Europese recht (EVRM en EU-recht) heeft grote invloed op het nationaal bestuursrecht. Deze invloed doet zich niet alleen gevoelen in het algemeen deel van het bestuursrecht, maar geldt ook voor de bijzondere delen, zoals het milieurecht (stopgezette bouwprojecten wegens Europese normen voor fijn stof), het mededingingsrecht (het optreden van de NMa tegen bouwbedrijven i.v.m. verboden prijsafspraken), het financieel bestuursrecht (Nederlandse subsidies moeten van de Europese Commissie worden teruggevorderd omdat zij verboden staatssteun opleveren) en het vreemdelingenrecht (het Hof van Justitie heeft bepaald dat de Nederlandse autoriteiten bij de beoordeling van een verzoek om erkenning als vluchteling niet mogen verwachten dat de asielzoeker in zijn land van herkomst zijn homoseksualiteit geheim houdt om vervolging te vermijden). Waar u straks ook als bestuursrechtjurist gaat werken: grondige kennis van de doorwerking van EU-recht in het nationale bestuursrecht is onmisbaar.

De eerste zes weken van dit vak staan in het teken van de doorwerking van het EU-recht in het Nederlandse bestuursrecht. Tijdens deze weken maakt u kennis met verschillende algemene leerstukken die de doorwerking van het EU-recht beheersen. Het eerste college geeft een algemene introductie tot het vak en bespreekt of en in hoeverre een ontwikkeling gaande is naar een ‘bestuursrechtelijk ius commune’. In de tweede week verdiept u zich in de inkadering van het bestuurs(proces)recht door het EU-recht. Aan de orde komen de institutionele en procedurele autonomie, de beginselen van gelijkwaardigheid, doeltreffendheid en effectieve rechtsbescherming. In week drie maakt u nader kennis met de algemene Unierechtelijke beginselen die de doorwerking beheersen, zoals het beginsel van voorrang, loyale samenwerking, conforme interpretatie en rechtstreekse werking. In week vier, vijf en zes wordt ingegaan op de invloed van het Unierecht op een aantal deelterreinen van het nationale bestuursrecht, namelijk het terrein van handhaving, rechtsbeginselen en rechtsbescherming.

In de volgende twee weken van het vak staat de doorwerking van het EVRM in het nationale bestuursrecht centraal. Ook de relatie met de grondrechtenbescherming in de EU (Handvest EU) komt daarbij aan bod.
In week 9 wordt de Europeanisering van het bestuursrecht geïllustreerd aan de hand van een bespreking van de invloed van het Unierecht en het EVRM op het terrein van het vreemdelingenrecht. Tot slot wordt een blik geworpen over de grens: in week 10 zal worden ingegaan op de Europeanisering van het bestuursrecht in verschillende EU lidstaten en van het Italiaanse bestuursrecht in het bijzonder.

Naast de wekelijkse hoorcolleges leveren de studenten drie schriftelijke opdrachten in waarin zij reflecteren op de voorgeschreven literatuur en jurisprudentie. De schriftelijke opdrachten bestaan uit het schrijven van een beschouwing (opdracht 1), het eenmaal verdedigen van een stelling (opdracht 2) en het uitwerken van een casus (opdracht 3). De schriftelijke opdrachten gaan steeds over het onderwerp dat is besproken tijdens het hoorcollege in de week voorafgaand aan het inleveren van de opdracht. De opdrachten zullen worden besproken gedurende de werkcolleges die eveneens drie keer gedurende het blok zullen worden gehouden. Deze opdrachten tellen ieder voor 10% van uw eindcijfer.

Naast het inleveren van de schriftelijke opdrachten dient u eveneens éénmaal een vlog te maken en éénmaal een vlog van uw medestudenten te becommentariëren (een ‘peer-review’). De presentatie van de vlogs en de peer-reviews zullen plaatsvinden in het derde uur van ieder hoorcollege. Deelname aan dit laatste gedeelte van het hoorcollege is facultatief voor de studenten die in de betreffende week géén vlog moeten inleveren of een vlog moeten peer-reviewen. Deelname aan dit laatste gedeelte van het college is wél verplicht wanneer u een vlog inlevert of optreedt als peer-reviewer. Beide onderdelen afzonderlijk (de vlog en de peer review van de vlog) tellen voor 10% mee voor uw eindcijfer.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Dit vak is zowel theoretisch-verdiepend als praktisch van aard. In de eerste plaats beoogt het vak u grondig kennis te laten nemen van het Europese recht en (vooral) de wijze van doorwerking in het nationale bestuursrecht en de consequenties daarvan. Daarnaast is veel plaats ingeruimd voor het bediscussiëren van uitspraken, waarbij begrip en kennis van de Europese invloeden centraal staan. Daardoor, maar vooral ook door het Europese perspectief van waaruit het nationale bestuursrecht wordt benaderd, vormt het vak een belangrijke verdieping van de bestuursrechtelijke kennis die in de Bachelorfase is opgedaan en bereidt het u voor op de praktijk van het moderne bestuursrecht, mede via training van analytische en schriftelijke vaardigheden.

Na afronding van het vak hebben studenten de volgende vaardigheden verworven:

  • U heeft grondige juridische kennis over het Europese (bestuurs)recht en de invloed daarvan op het Nederlandse bestuursrecht.

  • U bent in staat ten aanzien van een Europeesrechtelijk onderwerp dat van invloed is op het Nederlandse bestuursrecht een standpunt in te nemen en dat uit te leggen en te verdedigen.

  • Uw onderzoeksvaardigheden zijn verbeterd door middel van de zelfstandige voorbereiding van casus en andere opdrachten. Daarvoor is literatuur- en jurisprudentieonderzoek en analyse van de gevonden resultaten nodig.

  • Uw schriftelijke vaardigheden zijn verbeterd door het maken van tussentijdse opdrachten in de vorm van een casus, een stelling en een betoog en het maken van een eindopdracht.

  • Uw mondeling vaardigheden zijn verbeterd door het maken van een ‘vlog’ en door het presenteren van feedback op een ‘vlog’ van uw medestudent (peer review).

  • U bent in staat om zelfstandig ten aanzien van uitspraken waarin juridische vragen aan de orde zijn die zien op de Europese beïnvloeding van het bestuursrecht een standpunt in te nemen.

Rooster

Beschikbaar via de website.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 10

  • Namen docenten: prof. mr. dr. W. den Ouden, prof. mr. dr. J.E. van den Brink, mr. dr. M.L. van Emmerik, dr. M.A.K. Klaassen LLM, mr. J.C.A. van Dam MA.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: zie Blackboard, rubriek Rooster

Werkgroepen/lezingen/casuscolleges

  • Aantal à 1 uur: 3

  • Namen docenten: mr. dr. M.L. van Emmerik, mr. J.C.A. van Dam MA, mr. E.M.M.A. Driessen, mr. A.H.A. Mohammad.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: zie Blackboard

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Praktische oefening 1: het, samen met een medestudent, opnemen van een ‘vlog’ waarin een analyse wordt gegeven van een vooraf bepaalde rechterlijke uitspraak.

  • Praktische oefening 2: het, samen met een medestudent, beoordelen van een ‘vlog’ van medestudenten en daarover mondeling verslag uitbrengen in de werkgroepbijeenkomst.

  • Deeltoetsen: het maken van drie tussentijdse schrijfopdrachten (het oplossen van een casus, het verdedigen van een stelling en het uitwerken van een betoog) over de studiestof van de voorafgaande onderwijsweken.

  • Eindtoets: het maken van een schriftelijke eindopdracht.

Alle onderdelen (incl. praktische oefeningen) worden beoordeeld met een cijfer. Het eindcijfer is als volgt opgebouwd:

  • Eindopdracht (50%)

  • Drie tussentijdse schrijfopdrachten van ieder 10% (samen 30%)

  • Twee praktische oefeningen (vlog en peer-review) van elk 10% (samen 20%).

Deelname aan de schriftelijke eindopdracht is alleen mogelijk, wanneer de student alle deelopdrachten (casus, stelling en betoog) heeft ingeleverd en aan de praktische oefening en (vlog en presentatie peer-review) met goed gevolg heeft deelgenomen.

Let op: Herkansing van de eindopdracht, de deelopdrachten en de praktische oefening is niet mogelijk.

Inleverprocedures
Via Blackboard.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, zoals nader aangegeven op Blackboard, en hetgeen behandeld is tijdens de colleges en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

  • T. Barkhuysen en M. van Emmerik, Europese grondrechten en het Nederlandse bestuursrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2017;

  • S. Prechal en R.J.G.M. Widdershoven, Inleiding tot het Europees bestuursrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2017.

  • Nog nader op Blackboard aan te geven literatuur en jurisprudentie;

Werkboek:

  • Geen (werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard)

Reader:

  • Geen.

Aanbevolen studiemateriaal

  • Geen.

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis.

Contact

  • Vakcoördinator: mr. J.C.A. van Dam MA

  • Werkadres: KOG, Steenschuur 25, 2311 ES Leiden, kamer B1.20

  • Bereikbaarheid: via secretariaat

  • Telefoon: 071 527 7760

  • E-mail: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Publiekrecht

  • Afdeling: Staats- en bestuursrecht

  • Kamernummer secretariaat: B1.21

  • Openingstijden: 9.00 – 16.00 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 527 7760

  • E-mail: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl

Opmerkingen

Geen.