Studiegids

nl en

Hart- en Vaatziekten

Vak
2017-2018

Toegangseisen

Je dient het medisch thema Patiënt en Apotheker doorlopen te hebben.

Beschrijving

Het thema Hart- en Vaatziekten (HVZ) is gericht op de farmaceutische zorgverlening aan mensen met cardiovasculaire aandoeningen en/of een verhoogd risico daarop. HVZ zijn in Nederland de belangrijkste oorzaak van sterfte bij vrouwen en de tweede oorzaak van sterfte bij mannen. Nederland telt ongeveer 1.000.000 HVZ patiënten en iedere dag zijn HVZ bij 1.000 personen de reden voor een ziekenhuisopname. Het is dus van belang dat je als apotheker deze aandoeningen optimaal kunt behandelen of het risico op HVZ zo ver mogelijk kunt verlagen met de beste farmacotherapie. De patiënten gebruiken deze geneesmiddelen vaak levenslang, en hebben een persoonlijke begeleiding nodig. In dit thema leer je hoe je een consult bij start van behandeling met een receptgeneesmiddel voert. Dit leer je zowel in de eerste twee weken voorafgaand aan het coschap, als tijdens de coschappen.

In het tweede coschap ben je al wat meer bekend in de openbare apotheek. Je hebt al verschillende geneesmiddelen voorbij zien komen, maar waar komen die eigenlijk vandaan en waar moet je rekening mee houden als je geneesmiddelen op voorraad hebt in de apotheek? Ook op dit gebied wordt je kennis uitgebreid en ga je op pad om de weg van een geneesmiddel te onderzoeken vanaf de groothandel tot aan de patiënt.

Tijdens de coschappen leer je over het begrip therapie(on)trouw in cursorisch onderwijs, vergelijk je dit met wat je tegenkomt op jouw coschapplek en ervaar je zelf hoe je met geneesmiddelengebruik omgaat in relatie tot therapietrouw. Daarnaast leer je over het belang van overleg over farmacotherapeutisch beleid met de huisarts, zoals bijvoorbeeld een farmacotherapeutisch overleg (FTO). Daarin koppelt de apotheker het voorschrijfgedrag van huisartsen terug en kunnen er afspraken worden gemaakt voor een optimaal voorschrijfbeleid.

Leerdoelen

In dit thema leert de student:

  • de pathofysiologie en behandeling uitleggen van hypertensie, anemie en cardiovasculaire aandoeningen, waaronder angina pectoris, chronisch hartfalen, perifeer vaatlijden en atriumfibrilleren;

  • de wijze waarop, het nut en belang uitleggen van primaire en secundaire profylaxe bij hart- en vaatziekten;

  • het werkingsmechanisme, de effectiviteit en bijwerkingen van de belangrijkste geneesmiddelen, waaronder bijvoorbeeld ACE-remmers, AT-II-antagonisten, calciumantagonisten, diuretica, cholesterolsyntheseremmers, trombocytenaggregatieremmers en anti-aritmica;

  • de nier- en leverfunctie uitleggen en hun rol bij kinetiek en metabolisme;

  • de stollingscascade uitleggen en de manier waarop geneesmiddelen dit proces op verschillende aangrijpingspunten kunnen beïnvloeden;

  • de technieken en vaardigheden van consultvoeren over de start van een behandeling met een receptgeneesmiddel;

  • de belangrijkste begrippen van en factoren die van invloed zijn op de therapie(on)trouw;

  • de wijze van opslag en distributie van geneesmiddelen in de groothandel en in de openbare apotheek te beschrijven.

Onderwijsvorm

Zie de website van onderwijsroostering.

Onderwijsvorm

Het thema bestaat uit acht weken. De eerste twee weken van het thema zijn VVV-weken wat staat voor: voorbereiden, verwerken en verdiepen. Deze twee weken bestaan uit fulltime cursorisch onderwijs, waarin de volgende onderwijsvormen worden gebruikt:

  • hoorcollege;

  • responsiecollege;

  • werkgroep;

  • werkcollege;

  • zelfstudie;

  • zelfstudieopdracht.

In week drie tot en met zeven loop je farmaceutische coschappen in de openbare apotheek en huisartspraktijk om je vervolgens in de achtste week te kunnen richten op de RTW (Reflectie- en Toetsweek).

In de farmaceutische coschappen zijn er wekelijks twee terugkomdagen die bestaan uit een praktijkreflectie en afwisseling in cursorisch onderwijs met bovengenoemde onderwijsvormen.

Toetsing

Het eindoordeel van het thema bestaat uit:

  • Schriftelijke tussentoets (multiple-choicevragen; kennis:inzicht:toepassing 30:15:5) (20%)

  • Eindbeoordeling farmaceutisch coschap (40%)

  • Schriftelijke eindtoets (open vragen) (40%)

De eindbeoordeling van de praktijk en de eindtoets moeten elk met minimaal een voldoende beoordeeld zijn om de studiepunten toegekend te krijgen. De tussentoets moet bij een onvoldoende verplicht binnen het thema opnieuw afgelegd worden. Een onvoldoende voor het hertentamen van de tussentoets telt mee in het gewogen gemiddelde voor het eindoordeel van het thema.

Verplichtingen:

Aanwezigheid bij alle practica en werkgroepen.

Nabespreking:

De nabespreking wordt in principe binnen vier studieweken na de eindtoets gehouden. Meer informatie over datum en tijdstip wordt voorafgaand aan de eindtoets via Blackboard gecommuniceerd.

Literatuur

In het tweede thema wordt intensief gebruik gemaakt van de volgende boeken:

  • Essential statistics for the Pharmaceutical Sciences. P. Rowe. 2014 (2e editie).

  • Handboek medische professionaliteit. D. van Tol e.a. 2014.

  • Inleiding Evidence Based Medicine. Offringa. 2013.

  • Rang & Dale’s Pharmacology. H.P. Rang e.a. 2016 (8e editie).

Abonnement op Commentaren Medicatiebewaking 2016/2017

Aanmelden

Informatie over aanmelden voor onderwijs is te vinden op het studentenportaal op de pagina’s van de Master Farmacie.

Contact

Via farmacie.MT2@lumc.nl