Periode
Maandag 1 april t/m vrijdag 26 april 2019.
Beschrijving
Nadat in vorige blokken aandacht is besteed aan de bouwstenen van cellen en weefsels, hun metabole routes en de metabole homeostase, zal in dit blok ingegaan worden op de wijze waarop cellen in contact staan met hun omgeving en hoe dit contact kan leiden tot specifieke reacties.
De eigenschappen van cellen hangen sterk af van de omgeving waarin zij zich bevinden. Hierbij heeft de directe omgeving van de cel een belangrijke invloed, maar is ook beïnvloeding over grotere afstanden mogelijk. Bij dit laatste spelen hormonen afkomstig van de endocriene organen een belangrijke rol. In dit blok komt de communicatie van de cel met de omgeving aan de orde, alsmede de hierdoor veroorzaakte cellulaire reactie. De nadruk zal liggen op de moleculaire mechanismen die ten grondslag liggen aan de cellulaire communicatie. De rode draad door het blok is het thema “regulatie van de calciumhomeostase”. Centraal hierin staat de werking van het bijschildklierhormoon PTH (parathormoon). Dit hormoon heeft een sleutelrol in de regulatie van calciumconcentraties in het bloed en doet dit door, onder andere, de activiteit van botcellen te reguleren. Om de bijdrage van botweefsel aan de calciumhomeostase ten volle te begrijpen wordt de vorming van bot en kraakbeen tijdens de ontwikkeling en de botombouw bij volwassenen grondig bestudeerd.
Doel
De student:
De student kan bot en kraakbeen en de mogelijk aanwezige bloedvaten histologisch herkennen en kan beredeneren hoe bot- en kraakbeencellen door proliferatie en differentiatie uit stamcellen ontstaan;
De student beschrijft hoe een hormoon de calciumhomeostase reguleert en verklaart hoe de botombouw daarin een belangrijke rol speelt;
De student beredeneert hoe afwijkingen in het bot gerelateerd kunnen zijn aan abnormale calciumniveaus in het bloed;
De student toont inzicht in de diverse vormen van interactie tussen cellen onderling en tussen cellen en de extracellulaire matrix;
De student beschrijven hoe cellen met elkaar communiceren en op welke wijze intra- en extracellulaire signaalmoleculen hierbij een rol spelen;
De student toont inzicht in de bindingseigenschappen van liganden voor receptoren en die bindingeigenschappen ook mathematisch kunnen benaderen;
De student kan de resultaten van een proef in een daarvoor geschikte figuur weergeven (SPSS) en kan deze resultaten, en resultaten van vergelijkbaar onderzoek, interpreteren;
De student beschrijft hoe de verschillende endocriene organen hormonen maken en hoe de hormonen via de bloedvaten hun target organen bereiken;
Onderwijsvorm
Hoorcolleges, een responsie college, microscopiepractica, laboratoriumpractica, werkcolleges, een casusbespreking en werkgroepen.
Toetsing
Formatieve toetsing door middel van een proeftoets, een COO les bot en kraakbeen, een artikel bespreking, het oplossen van een casus en een verslag over de histologie van groeiend bot. Summatieve toetsing vindt plaats middels een ‘open boek’ tentamen. Bij het maken van het tentamen is het gebruik van alle kernboeken toegestaan. Het tentamen bestaat uit open vragen. Daarnaast schrijft de student met een klein groepje andere studenten een verslag over een laboratorium practicum. Dit verslag wordt in het Engels geschreven. Voor het behalen van dit blok is een voldoende voor dit verslag een voorwaarde.
Tentamendata
De tentamendata zijn beschikbaar op de roosterwebsite.
Literatuur
B. Alberts et al. Molecular Biology of the Cell.
W. Pawlina. Histology: a Text and Atlas.
W. Boron &; E. Boulpaep, Medical Physiology.
H.P. Rang et al. Pharmacology.