Studiegids

nl en

Ouderen

Vak
2018-2019

Toegangseisen

Zie Ingangseisen thema’s masteropleiding Farmacie

Beschrijving

Het derde thema van de Master Farmacie, Ouderen, richt zich op deze grootste populatie binnen de openbare apotheek. In de VVV-weken gaat de student tijdens onderwijs zelf de fysiologische veranderingen van veroudering ervaren. Met deze ervaring in het achterhoofd leert de student tijdens dit thema over de kwetsbaarheid van ouderen met betrekking tot de farmacokinetiek en –dynamiek, de farmacotherapie, geneesmiddelreacties en de kwaliteit van leven.

De kennis uit de eerdere thema’s Patiënt en Apotheker en Hart- en Vaatziekten wordt toegepast op de oudere patiënt en er worden nieuwe aandoeningen geïntroduceerd waaronder diabetes mellitus type 2, dementie en osteoporose. De student leert de farmacotherapie te beoordelen van patiënten met multimorbiditeit en polyfarmacie. Deze zogenaamde farmacotherapeutische analyse is één van de stappen in een medicatiebeoordeling.

In dit thema wordt ook aandacht besteed aan vervolgconsulten met de patiënt, waaronder consulten bij de tweede uitgifte van een medicijn en lastige consulten met bijvoorbeeld een breedsprakige patiënt. Ook gaan we dieper in op de vaardigheden rondom samenwerken, zowel met collega’s als met andere zorgverleners. Daarnaast besteden we onder andere aandacht aan het kwaliteitsmanagement in de openbare apotheek en geïndividualiseerde distributievormen zoals de medicatie op rol.

Leerdoelen

Na het voldoende afsluiten van dit thema:

  • betrekt de student de gevolgen van het fysiologische en cognitieve proces van veroudering op het farmacotherapeutisch advies voor een oudere patiënt;

  • legt de student de pathofysiologie en behandeling uit van veelvoorkomende aandoeningen bij ouderen;

  • beoordeelt de student de farmacotherapie van een patiënt in een farmacotherapeutische analyse, herkent potentiële farmacotherapie gerelateerde problemen en doet daarbij passende interventievoorstellen;

  • omschrijft de student de basisprincipes van de medicatiebeoordeling;

  • voert de student vervolgconsulten en lastige consulten met patiënten uit en past daarbij passende communicatietechnieken toe;

  • beschrijft de student wat de toegevoegde waarde van geïndividualiseerde distributievormen is en benoemt kritieke stappen in de kwaliteitsmanagement in de openbare apotheek;

  • beschrijft de student wat de toegevoegde waarde is van biomarkers bij ouderdomsziekten en wat daarbij de rol van de apotheker kan zijn;

  • vertaalt de student wetenschappelijke informatie naar beleid voor een groep patiënten en behandeling van de individuele patiënt;

  • komt de student samen met anderen tot het te voeren medicatiebeleid voor een specifieke aandoening/ patiëntgroep.

Rooster

Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.

Onderwijsvorm

Het thema bestaat uit acht weken. De eerste twee weken van het thema zijn VVV-weken wat staat voor: voorbereiden, verwerken en verdiepen. Deze twee weken bestaan uit fulltime cursorisch onderwijs, waarin de volgende onderwijsvormen worden gebruikt:

  • hoorcollege;

  • responsiecollege;

  • werkgroep;

  • werkcollege;

  • zelfstudieopdracht.

In week drie tot en met zeven loopt de student coschappen in dezelfde openbare apotheek en bezoekt daarnaast andere zorgverleners. In de coschappen zijn er twee terugkomdagen die bestaan uit een wekelijkse praktijkreflectie en afwisseling in cursorisch onderwijs. In de achtste week kan de student zich richten op de RTW (Reflectie en Toetsweek).

Studielast

Het aantal studiepunten staat bovenaan in het grijze vak achter EC vermeld. 1 EC staat voor 28 uur.

Toetsing

Het eindoordeel van het thema bestaat uit:
1. 60% schriftelijke toetsing (maximaal 100 punten) bestaande uit:
a. deeltoets (gesloten vragen) . Hiermee worden maximaal 25 punten behaald
b. eindtoets (open vragen) Hiermee worden maximaal 75 punten behaald
Het hertentamen van de schriftelijke toetsing beslaat de studiestof van de deeltoets en de eindtoets tezamen, in een vergelijkbare verhouding
2. 35% eindbeoordeling farmaceutisch coschap
3. 0% of 5% aanwezigheid bij kleinschalig onderwijs

De totale schriftelijke toetsing, alsmede de eindbeoordeling van de praktijk, moeten beide met minimaal een voldoende (5,5 of hoger) beoordeeld zijn om de studiepunten toegekend te krijgen.

Aanwezigheid tijdens kleinschalig onderwijs (praktijkreflecties, werkgroepen, practica en mentoraat) is verplicht. Aanwezigheid bij minimaal 80% van het kleinschalig onderwijs leidt tot 0,5 punt voor het eindoordeel van het thema.

Bij te laat inleveren van opdrachten dient een extra opdracht te worden gemaakt. Eindoordelen van thema’s worden pas vrijgegeven nadat alle opdrachten zijn ingeleverd, met een voldoende beoordeeld en gevalideerd. Dit geldt ook voor de opdrachten uit de coschapapotheek.

Verplichtingen

Aanwezigheid bij werkgroepen, praktijkreflecties en het mentoraat.

Nabespreking

De nabespreking wordt in principe binnen vier studieweken na de eindtoets gehouden. Meer informatie over datum en tijdstip wordt voorafgaand aan de eindtoets via Blackboard gecommuniceerd.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

In het derde thema wordt intensief gebruik gemaakt van de volgende boeken en programma’s:

  • Essential statistics for the Pharmaceutical Sciences. P. Rowe. 2014 (2e editie).

  • Handboek medische professionaliteit. D. van Tol e.a. 2014.

  • Inleiding Evidence Based Medicine. Offringa. 2013.

  • Rang & Dale’s Pharmacology. H.P. Rang e.a. 2016 (8e editie).

  • Commentaren Medicatiebewaking (abonnement)

  • SPSS (abonnement)

Aanmelden

Zie studentenwebsite.

Contact

Via farmacie.OU@lumc.nl