Beschrijving
Aan het eind van het derde jaar dient elke BFW-student een onderzoeksopdracht van 10 weken uit te voeren. De bachelor onderzoeksopdracht (BOO) maakt onderdeel uit van het wetenschappelijk onderzoek van de divisie en bestaat uit verschillende fasen, te weten 1) literatuuronderzoek, 2) het formuleren van onderzoeksvragen, 3) het opstellen van een onderzoeksplan, incl. bespreking met begeleider en collega-onderzoekers, 4) het uitvoeren van het onderzoeksplan en 5) schriftelijke en mondelinge rapportage van de uitgevoerde onderzoeksopdracht.
De BOO kent twee gelijkwaardige varianten, waarvoor de student zijn/haar voorkeur kan uitspreken. De eerste variant betreft het uitvoeren een projectonderzoek, waarvan na afloop een onderzoeksverslag geschreven dient te worden. De tweede variant betreft het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Alle eindproducten dienen volledig afgerond te zijn binnen de voor de BOO geroosterde tijd.
De BOO wordt in principe uitgevoerd binnen een van de onderzoeksdivisies van het LACDR: Systems Biomedicine and Pharmacology, BioTherapeutics of Drug Discovery & Safety. Indien er begeleiding beschikbaar is, mag de onderzoeksopdracht ook uitgevoerd worden binnen het Centre for Human Drug Research (CHDR) en/of het Leiden Institute of Chemistry (LIC). Studenten die hier een specifieke voorkeur voor hebben dienen dit goed te onderbouwen in hun motivatiebrief, zodat hier rekening mee gehouden kan worden in de matchingsprocedure (voor meer informatie, zie ‘Aanmelding’). Tevens zullen er een beperkt aantal plaatsen beschikbaar gesteld worden binnen de ziekenhuisapotheek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Deze zijn echter alleen beschikbaar voor studenten die de afstudeerrichting BFW en Farmacie doen. Tot slot kunnen, na goedkeuring door de examencommissie, onderzoeksopdrachten met een bio-farmaceutisch karakter ook uitgevoerd worden binnen externe onderzoeksgroepen waaraan hoogleraren van het LACDR verbonden zijn.
Leerdoelen
Tijdens de BOO ga je onder begeleiding zelfstandig wetenschappelijk onderzoek doen; je gaat meedraaien in het projectonderzoek van je begeleider óf je gaat je eigen onderzoek bedenken en hier een uitgebreid onderzoeksvoorstel over schrijven. Bij beide varianten komen onderstaande leerdoelen aan bod, de mate waarin er aan deze leerdoelen aandacht wordt besteed kunnen per variant verschillen:
zelfstandig zoeken naar en kritisch lezen van wetenschappelijke artikelen;
zelfstandig de empirische cyclus toepassen (formuleren onderzoeksvraag, deelvragen en hypothesen; vormgeven onderzoeksontwerp; koppelen hypothese, methode en te verwachten resultaten);
schrijven van een wetenschappelijk verslag (onderzoeksartikel of onderzoeksvoorstel);
mondeling wetenschappelijke informatie presenteren en vragen hierover beantwoorden in de vorm van een pitch en/of powerpoint presentatie, waarbij effectief gebruik gemaakt wordt van verbale en non-verbale communicatiemiddelen;
geven, ontvangen en verwerken van feedback op geschreven stukken, mondelinge presentaties en op het functioneren als junior-onderzoeker binnen/buiten een onderzoeksteam;
communiceren en samenwerken met medewetenschappers;
binnen een onderzoeksproject het eigen werk faseren, plannen en monitoren, en de hieruit resulterende producten op tijd opleveren;- het verwerven en toepassen van (nieuwe) praktische onderzoeksvaardigheden;
analyseren en interpreteren van wetenschappelijke bevindingen;
reflecteren op eigen (academische) competentieontwikkeling, studieloopbaan en carrièreplanning.
Doelgroep
BFW3
Ingangseisen
Aan de bachelor onderzoeksopdracht is per academisch jaar 2018-2019 de volgende ingangseis verbonden:
- Aan de bachelor onderzoeksopdracht kan pas worden deelgenomen nadat alle onderwijseenheden uit de propedeuse Bio-Farmaceutische Wetenschappen met een positief resultaat zijn behaald of het propedeusediploma is verkregen.
In het kader van studieplanning is het belangrijk om te weten dat aan de bachelor onderzoeksopdracht per academisch jaar 2019-2020 de volgende ingangseisen verbonden zijn:
- Aan de bachelor onderzoeksopdracht kan pas worden deelgenomen nadat alle onderwijseenheden uit de propedeuse Bio-Farmaceutische Wetenschappen met een positief resultaat zijn behaald of het propedeusediploma is verkregen.
- Voor de bachelor onderzoeksopdracht geldt voorts als ingangseis dat alle onderwijseenheden van het tweede studiejaar welke een praktische oefening omvatten met goed gevolg afgerond dienen te zijn. Indien slechts één van de betreffende vakken nog niet met goed gevolg is afgerond, is het toegestaan om, afhankelijk van de voorkennis, binnen een beperkter aanbod aan de bachelor onderzoeksopdracht deel te nemen.
De BOO dient in een aaneengesloten periode te worden gevolgd. Het is dus niet mogelijk om tijdens de BOO andere vakken te volgen. Indien je nog vakken hebt openstaan, overleg dan eerst met de studieadviseur over je studieplanning voordat je je aanmeldt.
Aanmelding
Alle studenten dienen een matchingsprocedure te doorlopen alvorens zij kunnen deelnemen aan de BOO. Hiervoor dient de student een keuzenboom te doorlopen om zijn/haar voorkeuren m.b.t. wetenschappelijk onderzoek aan te geven. Deze voorkeuren dienen vervolgens onderbouwd te worden in een motivatiebrief. Studenten die deze procedure niet volledig en op tijd doorlopen hebben, hebben geen garantie om hun BOO in het lopende collegejaar te kunnen afronden. Elk jaar is een maximum aantal projectonderzoeken beschikbaar binnen de LACDR onderzoeksdivisies. De toekenning van een projectonderzoek gebeurt op basis van de motivatiebrief. Meer informatie m.b.t. de matchingsprocedure, inclusief de bijbehorende deadlines, wordt gecommuniceerd via de Blackboard-module van de BOO.
Rooster
In principe starten alle onderzoeksopdrachten volgens het algemene rooster. Wie dan niet in de gelegenheid is om de BOO te starten, start op een ander moment, e.e.a. in overleg met de begeleider(s); om extra studievertraging te voorkomen wordt dit sterk afgeraden.
Onderwijsvorm
Korte onderzoeksopdracht, incl. mondelinge en schriftelijke rapportage hiervan.
Toetsing
Uitvoering van de onderzoeksopdracht (met in begrip van literatuuronderzoek, het opstellen van een onderzoeksplan, de praktische uitvoering en het functioneren in de onderzoeksgroep), schriftelijke wetenschappelijke verslaglegging en mondelinge wetenschappelijke presentatie.
De studiebelasting van alle onderdelen van de onderzoeksopdracht is in totaal 16 EC. Dit is als volgt verdeeld: a) aan de uitvoering van de onderzoeksopdracht wordt een studiebelasting van 12 EC toegekend, b) aan het bijbehorende verslag (afstudeerverslag) wordt een studiebelasting van 3 EC toegekend, en c) aan de mondelinge presentatie wordt een studiebelasting van 1 EC toegekend. Deze onderdelen worden apart beoordeeld. Alle onderdelen van de BOO betreffen praktische oefeningen, waarvoor derhalve ten minste het cijfer 6,0 dient te worden behaald.
Er dient een tussentijdse evaluatie tijdens de BOO plaats te vinden. Indien de student tijdens deze evaluatie op onderdelen met een onvoldoende wordt beoordeeld, wordt een plan van aanpak opgesteld met afspraken hoe de desbetreffende onderdelen op voldoende niveau getild kunnen worden. Indien de beoordeling van één of meer van de onderdelen van de BOO alsnog onvoldoende is, dient dit onderdeel/deze onderdelen herkanst te worden. In het geval van een onvoldoende eindbeoordeling van de algehele onderzoeksopdracht of van het onderdeel ‘uitvoering van de onderzoeksopdracht’, zal de bachelor onderzoeksopdracht (inclusief schriftelijke wetenschappelijke verslaglegging en de mondelinge wetenschappelijke eindpresentatie) volledig dienen te worden over gedaan onder begeleiding van een andere dagelijks begeleider en een andere eerste beoordelaar.
Met betrekking tot de schriftelijke wetenschappelijke verslaglegging geldt het volgende:
Het schriftelijke verslag omvat een beschrijving van de BOO van de student, incl. een Engelstalige samenvatting, achtergrondinformatie, de toegepaste . voorgestelde onderzoeksstrategie, de verkregen (pilot) resultaten en reflectie van het eigen (voorgestelde) onderzoek t.o.v. wetenschappelijke literatuur. Het verslag dient volledig geschreven te zijn binnen de voor de BOO geroosterde tijd; in de regel start de student ongeveer drie weken voor het einde van de BOO met het schrijven van het verslag. Dit verslag dient in correct Nederlands of in correct Engels geschreven te worden en heeft in de regel een omvang van ongeveer 10-15 bladzijden (A4-formaat). Indien de begeleider niet-Nederlandstalig is, dient het verslag in het Engels geschreven te worden. Meer informatie over verslaglegging is te vinden op de Blackboard module van de BOO.
Het verslag wordt beoordeeld op wetenschappelijke inhoud en correct, wetenschappelijk taalgebruik.
Indien het schriftelijke verslag een keuzecomponent met afwijkende studiebelasting betreft, worden de voorwaarden waaraan het verslag moet voldoen naar rato aangepast.
De definitieve versie van het verslag, tezamen met het door 1e en 2e beoordelaar ondertekende beoordelingsformulier, moeten binnen twaalf weken na aanvang van de onderzoeksopdracht bij de studieadviseurs zijn ingeleverd.
Met betrekking tot de mondelinge wetenschappelijke presentatie geldt het volgende:
De presentatie wordt gehouden in het Nederlands of het Engels. Indien de begeleider niet-Nederlandstalig is, dient de presentatie in het Engels gegeven te worden.
De presentatie omvat het door de student zelf verrichte onderzoek tijdens de onderzoekopdracht, de hierbij toegepaste / voorgestelde onderzoeksstrategie, de verkregen (pilot) resultaten en reflectie van het eigen (voorgestelde) onderzoek t.o.v. wetenschappelijke literatuur.
De presentatie wordt gehouden voor collega-studenten en stafleden van het LACDR, in de regel van de divisie onder welke verantwoordelijkheid het onderzoek is verricht.
De presentatie wordt beoordeeld op wetenschappelijke inhoud en didactiek van de presentatie.
Opmerkingen
Duurt de onderzoeksopdracht langer dan 10 weken, dan worden er geen extra studiepunten toegekend.