Studiegids

nl en

Openbaar Bestuur en Bestuurswetenschap (minor OBBM)

Vak
2018-2019

Toegangseisen

Dit vak is bedoeld voor minor studenten: Bestuurskunde: Openbaar bestuur, beleid en management en keuzevak studenten.

Beschrijving

De bestuurskunde is de wetenschap van het openbaar bestuur. In het vak Openbaar Bestuur en Bestuurswetenschappen maken de studenten kennis met de wereld van het openbaar bestuur en de bestuurskunde als wetenschap.

De bestuurskunde houdt zich bezig met het openbaar bestuur, maar het is niet eens zo gemakkelijk te omschrijven wat we onder het ‘openbaar bestuur’ verstaan. We zullen dan ook ingaan op de vraag: Hoe ziet het openbaar bestuur er eigenlijk uit? Welke organisaties maken allemaal deel uit van het openbaar bestuur en wat zijn de relaties tussen die organisaties?

We zullen dan ook ingaan op de vraag: Hoe ziet het openbaar bestuur er eigenlijk uit? Welke organisaties maken allemaal deel uit van het openbaar bestuur en wat zijn de relaties tussen die organisaties? Daarbij besteden we ook aandacht aan de steeds grotere invloed van de Europese Unie. Dit betekent tevens dat er aandacht wordt geschonken aan multi-level governance. Dit houdt in dat gekeken wordt naar de verschillende lagen in het openbaar bestuur die samenwerken, elkaar aanvullen en/of controleren. Er wordt uitgebreid ingegaan op allerlei ontwikkelingen in het Nederlandse openbaar bestuur, zoals schaalvergroting, privatisering, verzelfstandiging, internationalisering en decentralisatie. Tevens komt de vraag naar specifieke kenmerken van het Nederlandse openbaar bestuur aan de orde. Is het Nederlandse openbaar bestuur uniek of heeft het veel gemeen met bestuursstelsels in andere Europese landen?
Daarnaast zullen we ingaan op de belangrijkste bestuurskundige vraagstukken, begrippen en inzichten.

Het openbaar bestuur probeert beleid te ontwikkelen en toe te passen om allerlei maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Denk daarbij maar aan veiligheidsbeleid, vluchtelingenbeleid en milieubeleid. Hoe komt dat beleid tot stand en is het beleid ook effectief? Dat beleid wordt gevormd en uitgevoerd door allerlei organisaties, zoals ministeries, zelfstandige bestuursorganen, de politie en lagere overheden. Hoe functioneren die organisaties eigenlijk en zijn ze wel goed afgestemd op de eisen die de omgeving stelt? Kenmerkend voor publieke organisaties is dat ze te maken hebben met het ‘primaat van de politiek’. Politici maken de keuzes, ambtenaren voeren ze uit. Maar hoe ziet de praktijk eruit? Er zijn immers veel meer ambtenaren dan politici en bovendien zijn die ambtenaren meestal veel deskundiger op hun terrein dan politici. Belangrijk daarbij is de vraag naar de reikwijdte van de taak van de overheid. Moet de overheid “alles regelen” of kan van de burger verwacht worden dat hij/zij ook zelf zaken regelt. Hierbij komt de voorwaardenscheppende staat aan de orde. In hoeverre regelt de overheid zaken of maakt ze zaken mogelijk.

Daarnaast zullen we ingaan op de belangrijkste bestuurskundige vraagstukken, begrippen en inzichten. Hierbij besteden we ook aandacht aan normatieve vraagstukken.

Leerdoelen

Aan het einde van de cursus heeft de student diepgaand inzicht in:

  • hoe het openbaar bestuur in Nederland en Europa eruit ziet en zich ontwikkelt;

  • de belangrijkste bestuurskundige begrippen, inzichten en theorieën;

  • normatieve vraagstukken van het openbaar bestuur en de bestuurskunde.

Daarnaast heeft de student de volgende vaardigheden op basisniveau ontwikkeld:

  • in staat zijn vraagstukken van het openbaar bestuur te analyseren met behulp van de in de cursus besproken bestuurskundige concepten en theorieën en daarover te rapporteren in een paper die aan de academische vereisten voor een bachelorpaper voldoet;

Rooster

Op de openingspagina Bestuurskunde vind je aan de rechterzijde van de E-gids doorlinkmogelijkheden naar de website en de roosters, uSis and Blackboard. Rooster

Onderwijsvorm

Dit vak bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges.
In de colleges worden de hoofdlijnen van de stof besproken, in de werkgroepen bediscussiëren de studenten de literatuur. Daarnaast dienen de studenten in werkgroepverband een onderzoek uit te voeren.

Studielast

Totale studielast is 140 uur, waarvan:

  • 57 contacturen: 28 uur hoorcollege, 14 uur practica,10 uur veldwerk, 5 uur toetsing (incl. inzage);

  • 83 uren zelfstudie

Toetsing

De toetsing bestaat uit een schriftelijk tentamen met open vragen en een werkgroepcijfer. Het eindcijfer wordt voor 75% bepaald door het tentamen en voor 25% door het werkgroepcijfer. Het werkgroepcijfer wordt voor de helft bepaald door het cijfer voor het collectieve onderzoeksverslag en voor de andere helft door het cijfer voor het individuele observatie- en reflectieverslag.

Beide deelcijfers, het tentamencijfer en het werkgroepcijfer, dienen voldoende te zijn (5.50 of hoger).
Informatie over tentamens vind je op de website.
De inlevertermijn van verslagen is terug te vinden op Blackboard.
Links naar onder andere de website, uSis en Blackboard vind je terug op de openingspagina van Bestuurskunde in de E-gids.

Herkansing
Studenten die gebruik willen maken van een herkansing, dienen zich hiervoor in te schrijven via uSis.
Let erop dat je bij de inschrijving het activiteitennummer gebruikt, te vinden op het tentamenrooster.

Studenten mogen alleen aan een herkansing deelnemen als zij aan de eerste tentamengelegenheid hebben deelgenomen én een cijfer hebben dat niet lager is dan een 3 óf als je al toestemming van de examencommissie hebt.
Indien een tentamen is behaald (5,5 of hoger) vervalt het recht op herkansing.
No show studenten verspillen hun herkansing

Blackboard

Ja, vanaf de start van de cursus.
Schrijf je in voor elk vak in Blackboard. In Blackboard zet de docent informatie over het vak.

Literatuur

  • Breeman, G.E., W.J. van Noort en M.R. Rutgers (red.) (2016), De bestuurlijke kaart van Nederland: Het openbaar bestuur en zijn omgeving in nationaal en internationaal perspectief, Bussum: Coutinho, Zesde druk (Ook in E-boek verkrijgbaar).

  • Bovens, M.A.P., P. ’t Hart en M.J.W. van Twist (2017), Openbaar bestuur, beleid, organisatie en politiek, Alphen aan den Rijn.

  • Vleuten van der, A., (red.) (2017). De bestuurlijke kaart van de Europese Unie. Instellingen, besluitvorming en beleid. Bussum, Uitgeverij Coutinho, 4e herziene druk (Ook in E-boek verkrijgbaar).

  • Additionele literatuur (zie Blackboard).

Voor de hierboven genoemde boeken geldt dat voorgaande drukken niet bruikbaar zijn.

  • Enkele artikelen over Europa.

De collegestof behoort ook tot de tentamenstof voor zover vastgelegd in sheets, handouts en andere informatiedragers.

Aanmelden

Voor aanmelding minoren zie hoofdpagina tab 'Belangrijke informatie'
Aanmelding voor cursussen en werkgroepen, idem.
Voor minorstudenten worden specifieke werkgroepen georganiseerd.

Contact

Prof. Dr. F.M. van der Meer f.m.van.der.meer@fgga.leidenuniv.nl
Drs. C. Nagtegaal MSc c.nagtegaal@fgga.leidenuniv.nl

Opmerkingen

Dit vak maakt onderdeel uit van het bestaande Bsc programma. Voor Minor studenten is het vak niveau 200 in plaats van 100. Het verschil bestaat in toegevoegde literatuur van hoger niveau.