Studiegids

nl en

Oriëntatievak grondslagen van het recht

Vak
2019-2020

Let op: vanaf collegejaar 2019/2020 staat de digitale leeromgeving voor dit vak in Brightspace. Voor informatie over aanmelden, klik hier.

Toegangseisen

Dit vak is verplicht voor studenten Rechtsgeleerdheid met de afstudeerrichting Rechtsgeleerdheid, voor studenten Fiscaal Recht en voor studenten Notarieel Recht

Dit vak is geen keuzevak. Bijvakstudenten of gaststudenten mogen hier niet aan deelnemen.

Beschrijving

Het vak Grondslagen van het Recht bestaat uit twee componenten: een theoretisch deel en een schrijfvaardigheidsdeel. In het theoretische deel staat de behandeling van algemene theorieën over de grondslagen van het recht centraal. De algemene vraag is dan: wat is recht? In dat kader komen de grondslagen van de moderne staat en de contractsfilosofen aan de orde, omdat in de loop van de moderne tijd de staat de belangrijkste wetgevende instantie is geworden. De moderne staat laat zich kenmerken als een democratische rechtsstaat en dus moeten de beginselen van de rule of law en van de democratie aan de orde komen. In dat kader wordt ook aandacht besteed aan het concept ‘weerbare democratie’, ofwel aan de vraag hoe een democratische rechtsstaat om dient te gaan met zijn vijanden. Daarnaast worden de meer specifieke beginselen die de grondslag vormen van verschillende rechtsgebieden behandeld. Voorbeelden van dergelijke belangrijke beginselen zijn het beginsel van de scheiding van kerk en staat, het legaliteitsbeginsel, menselijke waardigheid en redelijkheid en billijkheid. Tot slot wordt aandacht besteed aan de kwestie van de universaliteit van mensenrechten aan de hand van de discussie over het cultuurrelativisme. Hierbij wordt telkens onderzocht wat het belang is van deze beginselen en noties voor de praktijk van het recht. Het theoretische deel dat betrekking heeft op de grondslagen van het recht wordt afgesloten met een mc-tentamen.

In het schrijfvaardigheidsdeel staat het oefenen van schriftelijke vaardigheden centraal. Een goed jurist dient immers te beschikken over een uitstekende schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Het vak bouwt daarmee deels voort op het vak Inleiding Recht. Maar waar bij dit laatstgenoemde vak het lezen van wetsartikelen, het analyseren van jurisprudentie en het presenteren van de resultaten volgens een vaststaand model van casusoplossing centraal staat, ligt het accent bij schrijfvaardigheid niet op de oplossing van een juridische casuspositie, maar op het schrijven van een overzichtelijk en logisch opgebouwd betoog, voorzien van een duidelijke structuur, een goede argumentatie en geschreven in een heldere taal. Het trainen van een dergelijke vaardigheid vraagt om andere accenten en eisen dan de oefening van juridische casusoplossing. In termen van het LeidsPlan ligt het accent op de punten 3 (heldere structuur), 4 (goede argumentatie) en 5 (zorgvuldige bronverwijzing). De studenten wordt geleerd een stuk te schrijven met een heldere structuur dat een inleiding, middendeel en een conclusie bevat. Waarbij die inleiding een duidelijke probleemstelling dient te bevatten, het middendeel voorzien is van een deugdelijke argumentatie en de conclusie een antwoord geeft op de probleemstelling. Het uitgangspunt is hierbij dat de beheersing van een dergelijke taal- en schrijfvaardigheid verkregen kan worden door veelvuldige oefening, waarbij telkens achteraf door het geven van feedback wordt getoetst in hoeverre is voldaan aan de tevoren opgestelde eisen. Daarnaast wordt studenten een correct gebruik van bronnen geleerd, evenals het opstellen van een literatuur- en jurisprudentielijst conform de systematiek van de Leidraad voor Juridische Auteurs. De theoretische achtergrond van de schriftelijke vaardigheden en het oefenen hiervan geschiedt in de werkgroepen. De studenten dienen driemaal een geschreven stuk in te leveren over een tevoren bepaald onderwerp waarvan de theoretische achtergrond en problematiek nader uiteen zijn gezet op het hoorcollege en de werkgroepen. Hierin dienen zij op gestructureerde wijze een correcte argumentatie op te stellen in heldere, goed geformuleerde zinnen.

Leerlijn

Dit vak maakt binnen de opleiding Rechtsgeleerdheid deel uit van de leerlijn Juridische kernvaardigheden. Kijk voor meer informatie op de website Leiden Law Skills.

Leerdoelen

Doel van het vak

Doel van het vak is inzicht bieden in de grondslagen van het recht en u te leren hoe u deze kennis kunt toepassen in een kritisch essay over een juridisch onderwerp. Naast kennis van en inzicht in de grondslagen van het recht, staat het ontwikkelen van (juridische) schrijfvaardigheden centraal.

Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:

  • U herkent de belangrijkste (contracts-) theorieën over de grondslagen van het recht en kunt uitleggen waarin ze onderling verschillen;

  • U kunt de fundamentele uitgangspunten van de democratische rechtsstaat herkennen, toelichten, weergeven, verdedigen en kritisch evalueren;

  • U kunt de argumenten pro en contra de universaliteit van waarden en beginselen benoemen, toelichten, interpreteren, vergelijken en beoordelen.

Leerdoelen volgens de leerlijn juridische vaardigheden:

  • U kunt op hoofdlijnen rechtsregels uit wet, verdragen en jurisprudentie plaatsen in het grotere systeem van het recht.

  • U kunt een eenvoudige onderzoeksvraag opstellen voor een overzichtelijke juridische kwestie op basis van door de docent geselecteerde en toegelichte teksten.

  • U kunt een doorzichtige, navolgbare en juridisch correcte argumentatie opstellen voor de beantwoording van een eenvoudige onderzoeksvraag over een juridische kwestie.

  • U kunt voor de beantwoording van uw eenvoudige rechtsvraag/onderzoeksvraag relevante van niet-relevante argumenten onderscheiden.

  • U kunt zich een onderbouwd eigen oordeel vormen over een overzichtelijke juridische kwestie of eenvoudige onderzoeksvraag.

  • U kunt een helder gestructureerd juridisch betoog met inleiding - middendeel en conclusie schrijven over een overzichtelijke juridische kwestie ;

  • U kunt een tekst schrijven in begrijpelijke volzinnen zonder taal- of spelfouten;

  • U kunt op de juiste wijze citeren uit relevante bronnen;

  • U kunt een literatuur- en jurisprudentielijst maken.

Rooster

Zie de opleidingspagina van de website.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 6

  • Namen docenten: prof.dr. Paul Cliteur en prof.dr. Afshin Ellian

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de voor de betreffende week voorgeschreven stof.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 7

  • Namen docenten: mr.dr. Gelijn Molier, mr.dr. Arie-Jan Kwak , mr. dr. Rijpkema, mr. Klos, mr. Dijkstra, mr. Blommestijn, mr. Stam e.a.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: opdrachten en vragen maken ter voorbereiding van de werkgroep, alsmede het maken van drie schrijfopdrachten.

Toetsing

  • Deeltoets/Eindtoets (m.c. tentamen): 2 uur

  • Deeltoets (drie schrijfopdrachten tijdens de cursus)

  • Nabespreking: 2 uur

Toetsing

Toetsvorm(en)

Drie schrijfopdrachten en een schriftelijk tentamen bestaande uit 30 meerkeuzevragen. Bij de berekening van het cijfer telt het schriftelijk tentamen mee voor 50% en de schrijfopdrachten eveneens voor 50%.

Let op: Het schriftelijk tentamen kan worden herkanst, mits u hiervoor ten minste het cijfer 4 heeft behaald. Wanneer u een onvoldoende heeft behaald voor uw schrijfopdrachten of deze niet heeft ingeleverd, krijgt u de mogelijkheid om uw schrijfopdrachten te herkansen door middel van een herkansingsopdracht, dan wel door een vervangende schrijfopdracht te maken. Het is dus niet vereist dat u minimaal een 4 moeten hebben gehaald. Voor zowel het schriftelijk tentamen als de schrijfopdrachten moet een voldoende worden behaald. Compensatie tussen het cijfer voor het schriftelijk tentamen en het cijfer voor de schrijfopdrachten is niet mogelijk. Wel blijven deelcijfers een jaar geldig. Wanneer u derhalve een voldoende heeft voor het schriftelijk tentamen, maar niet voor de schrijfopdracht(en), dan kunt u het schriftelijk tentamen 'meenemen' naar het volgende collegejaar en vice versa.

Examenstof

Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur (zie hieronder) en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en de werkgroepen voor zover dat niet onder de hieronder voorgeschreven verplichte literatuur zou vallen.

Brightspace

Bij dit vak wordt gebruikgemaakt van Brightspace. Voor informatie over aanmelden, klik hier.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

Literatuur:

  • P. Cliteur & A. Ellian, A New Introduction to Jurisprudence, Routledge: London and New York 2019;

  • A.Ellian, G. Molier & B. Rijpkema (red.), De Strijd om de Democratie. Essays over Democratische Zelfverdediging, Boom: Amsterdam 2018.

De overige literatuur voor zowel de hoorcolleges als de werkgroepen staat op Brightspace.

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis. Voltijd eerstejaars studenten die zijn ingedeeld in een tutorgroep door het Onderwijs Informatie Centrum (OIC), worden door het OIC aangemeld.

Contact

  • Vakcoördinator: mr. dr. A.J. Kwak

  • Werkadres: KOG, Steenschuur 25, 2311 ES Leiden, kamer A3.29

  • Telefoon: 071 - 527 89 50

  • E-mail: a.j.kwak@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Metajuridica

  • Afdeling: Encyclopedie van de rechtswetenschap

  • Kamernummer secretariaat: KOG, kamer A3.19

  • Openingstijden: maandag tot en met donderdag van 09.00 - 16.30 uur en vrijdag van 09.00 - 13.00 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 - 527 75 48

  • E-mail: encyclopedie@law.leidenuniv.nl