Periode
Maandag 11 november t/m vrijdag 15 november 2019.
Beschrijving
Bij practica en gedurende de stages kan worden gewerkt met radioactieve labeling van bijvoorbeeld DNA. Over de effecten van blootstelling aan ioniserende straling bestaan nogal wat misverstanden. Om zelf met radioactieve stoffen te kunnen werken bij biomedisch onderzoek is het belangrijk goed geïnformeerd te zijn over de potentiële risico’s. Dit geldt overigens niet alleen voor het zelf werken met radionucliden, maar ook voor de medische toepassingen, zoals nucleair-geneeskundige diagnostiek.
Doel
De student:
Kent de fysische basisgrippen van ioniserende straling om daarmee eenvoudige stralingsfysische berekeningen uit te voeren. (KI-1, KI-2)
Noemt enkele biologische effecten en risico’s van straling, Beschrijft risicofactoren en dosislimieten. (KI-1, KI-2, KI-3)
Berekent dosis voor uitwendige bestraling en inwendige besmetting (KI-3)
Selecteert de meest geschikte detector of juiste detectiemethode voor een gegeven type straling en toepassingsgebied. (KI-2)
Toetst in hoeverre in de eigen werksituatie wordt voldaan aan de door de wet- en regelgeving gestelde bepalingen (TKI-4)
Past de uitgangspunten voor stralingsbescherming van werkers en derden toe op de eigen werksituatie (TKI-4, OV-2, OV-3, CM-1, CM-3, LV-5)
Combineert/integreert kennis van andere blokken (genetica, oncologie) in de radiobiologie/stralingsbescherming (LV-5)
Onderwijsvorm
Hoorcollege, werkgroepen met zelfstudieopdrachten, practicum, zelfstudie, inloopvragenuur.
Toetsing
Door middel van practicum (aanwezigheidsplicht en voldoende verslag) en schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open vragen met berekeningen, beide tentamenonderdelen wegen even zwaar).
Tentamendata
De tentamendata zijn beschikbaar op de roosterwebsite.
Literatuur
Praktische Stralingshygiëne. J. van den Eijnde en L. Roobol. Heron Reeks, Syntax media - Utrecht. Achtste, geheel gewijzigde druk, 2017. ISBN 978 94 91764 29 5
Opmerkingen
Geen.