Studiegids

nl en

Lijn Beroepsvorming jaar 1

Vak
2019-2020

Beschrijving

De Lijn Beroepsvorming (LBV) is een longitudinale onderwijsvorm, waarin competentieontwikkeling in de rollen Medisch Expert, Communicator en Beroepsbeoefenaar centraal staat. De LBV loopt parallel met het blokonderwijs en is daar waar mogelijk inhoudelijk afgestemd op het parallel lopende blok. Voor een deel is het onderwijs van de LBV geïntegreerd met blokonderwijs of met ander lijnonderwijs.
In het eerste jaar bestaat de LBV uit Patiënt Demonstratie colleges, verschillende practica (Anatomie in Vivo, Basic Life Support en neurologisch onderzoek), een Docentcoach traject (8 groepsbijeenkomsten en 2 individuele gesprekken), 4 stage dagen (Verdiepingsdagen Ouderengeneeskunde), diverse observatieopdrachten, reflectieopdrachten en studieopdrachten.
Tijdens het Docentcoachtraject worden studenten begeleid door hun Docentcoach, met wie zij hun studievoortgang, motivatie en ontwikkeling in de verschillende competenties bespreken. De docentcoach ondersteunt en stimuleert de studenten – zowel individueel als in werkgroepverband – in hun ontwikkeling in de verschillende CanMed rollen.
Studenten houden een e-portfolio bij met als doel hun ontwikkeling in de verschillende rollen inzichtelijk en bespreekbaar te maken.

Leerdoelen

Medisch Expert
1. De student kan de medische vraagstukken die aan bod zijn gekomen tijdens de klinische colleges van de Lijn Beroepsvorming analyseren en maakt daarbij gebruik van kennis uit natuurwetenschappelijke basisvakken en mens en maatschappij wetenschappen, voor zover dat is behandeld tijdens de blokken van het eerste jaar.
2. De student kan de medische vraagstukken buikpijn, opgezette lymfeklieren, kortademigheid, pijn op de borst, hoofdpijn, duizeligheid, wegraking en rugpijn analyseren en maakt daarbij gebruik van kennis uit natuurwetenschappelijke basisvakken en mens en maatschappij wetenschappen, voor zover dat is behandeld tijdens de studieopdrachten, de Docentcoach-bijeenkomsten en de blokken van het eerste jaar.
3. De student kan differentiaal-diagnostische overwegingen geven van deze medische vraagstukken, door de vraagstukken te relateren aan orgaansystemen.
4. De student kan aangeven welke anamnese vragen relevant zijn bij deze medische vraagstukken en kan deze in een papieren casus zelfstandig formuleren.
5. De student is in staat het vraagstuk te analyseren in pathofysiologische termen.
6. De student kent voor de (differentiaal-) diagnoses die besproken zijn tijdens de klinisch colleges het beleid en weet de overwegingen van de behandelend arts te verwoorden.
7. De student kan de verschillende diagnostische strategieën benoemen en onderbouwen met voorbeelden.
8. De student kan de verschillende fasen in een medisch consult benoemen en aangeven welke onderwerpen per fase besproken worden.
9. De student kan de zeven dimensies van de hoofdklacht benoemen en deze in een oefensituatie exploreren.
10. De student kan de verschillende vragen die gesteld moeten worden bij een algemene anamnese formuleren en kan deze vragen relateren aan klachten en aandoeningen van de verschillende orgaansystemen.
11. De student verricht basaal neurologisch onderzoek: testen van hersenzenuwen, perifere reflexen, coördinatie, sensibileteit en kracht
12. De student kan basic life support toepassen en eerste hulp bij ongelukken bieden.

Communicator
1. De student kan onderstaande basisgespreksvaardigheden beschrijven en kan de onderstreepte basisgespreksvaardigheden toepassen in testsituaties en in een interview* met een patiënt, zijn familie of zijn verzorgende:
*a. Openen van een gesprek:
i. Noemen van naam en functie
ii. Informeren van gesprekspartner (patiënt, familie van de patiënt, verzorgende of mede student in rollenspel) over het doel en het verloop van het gesprek of in het kader van een nieuw consult informeren bij patiënt naar de reden van komst en informeren over het verloop van het gesprek.
b. Afsluiten van een gesprek
i. Samenvatten
ii. Evalueren en controleren
iii. Afronden/ vervolgafspraak.
c. Vraagtechniek: open vragen, gesloten vragen, concretiserende vragen, reflecterende vragen, copingsvragen en schaalvragen.
d. Exploreren van somatische, cognitieve, emotionele, gedragsmatige en sociale aspecten van een klacht.
e. Benoemen van de hulpvraag en de verwachting van de patiënt.
f. Actief luisteren: non verbaal en verbaal aanmoedigen, doorvragen, gevoelsreflectie, parafraseren, gebruik maken en hanteren van stilte, markeren en samenvatten.
g. Tonen van empathie voor gesprekspartner door non verbaal en/of verbaal te reageren op de ander op zo’n manier dat blijkt dat de student zich in de ander kan verplaatsen.
2. De student beschrijft de begrippen placebo- en nocebo en en geeft uitleg over de mogelijk verklarende mechanismen die mogelijk ten grondslag liggen aan deze effecten.
3. De student beschrijft het zes functiemodel van medische communicatie beschrijven (de Haes en Benzing)
4. De student is in staat zich te verplaatsen in de rol van een patiënt en geeft hiervan blijk in een rollenspel en tijdens het delen van ervaringen tijdens de Docentcoach-bijeenkomsten of – gesprekken.
5. De student is in staat in correct Nederlands schriftelijk verslag te doen van een gesprek of interview, waarbij hij de volgende structuur hanteert: inleiding, middeldeel, samenvatting en conclusie (getoetst door afdeling Communication in Science, als onderdeel van de Lijn Academische en Wetenschappelijke Vorming).
6. De student geeft een heldere en beknopte presentatie van zichzelf middels een mindmap.
7. De student geeft in samenwerking met twee medestudenten een overzichtelijke presentatie over een toegewezen onderwerp met behulp van PowerPoint of Prezi.

Beroepsbeoefenaar
1. De student kan de drie domeinen van professioneel gedrag beschrijven en kan de kern van medisch professioneel gedrag beschrijven zoals verwoord in de artseneed en in de regels van het beroepsgeheim.
2. De student is in staat mondeling en schriftelijk te reflecteren op eigen gevoelens, gedrag, gedachten en normen en waarden in relatie tot opgedane ervaringen.
3. De student kan bij casuistiek aangeven hoe etniciteit en cultuur van invloed kunnen zijn op communicatie en handelen.
4. De student kan constructief feedback geven en ontvangen volgens de in het lijnboek aangereikte feedback regels.
5. De student kan gestelde doelen evalueren en bevindingen rapporteren in een verslag
6. De student kan lacunes in eigen kennis en competenties aangeven.
7. De student toont respectvol gedrag in relatie tot de patiënt, zijn medestudent, docent, begeleider, waaruit blijkt dat hij kan omgaan met verschillen tussen mensen.
8. De student toont professioneel gedrag in het omgaan met zijn taken:
a. Bereidt stagedagen en werkgroepen voor.
b. Toont actieve deelname tijdens onderwijs activiteiten.
c. Komt op tijd.
d. Rondt taken af.
e. Benoemt eventuele frictie tussen studie-activiteiten en privé-activiteiten en zoekt naar oplossingen.
f. Toont actieve deelname tijdens onderwijs activiteiten.
9. De student kan de belangrijkste bepalingen die in de WGBO zijn opgenomen en die in dit lijnboek genoemd worden, opnoemen.
10. De student kan de betekenis beschrijven van de volgende termen die gehanteerd worden om aan te geven dat er een voor de patiënt ongunstig resultaat is, als gevolg van medische handelen of juist het nalaten hiervan: fout, bijna-fout, adverse event, complicatie, bijwerking van een behandeling, achteraf verkeerde beslissing.

Samenwerker en organisator
1. De student kan de spelers in het veld van de zorg benoemen en heeft inzicht in de samenwerkingsverbanden.
2. De student kan een gezondheidsprobleem of een vraagstuk dat betrekking heeft op de gezondheidszorg vanuit het perspectief van de patiënt, de arts, de instelling en vanuit maatschappelijk perspectief belichten.
3. De student beschrijft het begrip zorgplan volgens SAMPC model
4. De student beschrijft de begrippen missie, visie, kernwaarden en strategisch beleidsplan

Rooster

Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.

Onderwijsvorm

Patiënt Demonstratie Colleges, Docentcoach-traject (werkgroepen en individuele gesprekken), studie-, observatie, interview- en reflectieopdrachten, opinie vorming, presentatie/ voordracht, rollenspellen, anatomie in vivo, verrichten van neurologisch onderzoek.

Studielast

Het aantal studiepunten staat bovenaan in het grijze vak achter EC vermeld. 1 EC staat voor 28 uur.

De hierboven gepubliceerde contacturen betreffen het werkgroep-onderwijs van het docentcoach traject, de werkgroepen Klinisch Redeneren en Consultvoeren en de Patiënt Demonstratie Colleges.

Toetsing

De competenties en leerdoelen behorend bij de LBV worden getoetst met portfolio-opdrachten, een schriftelijke deel- en eindtoets, observatie door de docentcoach tijdens werkgroepen en m.b.v. een filmopname van een rollenspel consultvoering

Voor nabespreking en inzage; zie Blackboard.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

  • Lijnboek Lijn Beroepsvorming jaar 1 met bijbehorende verwijzingen naar het blokboek van Start tot Arts, studieopdrachten en literatuur verwijzingen.

  • Zorgstage handleiding

  • Verslagen Patiënt Demonstratie Colleges en bijbehorende PowerPoint presentaties, literatuur/ website verwijzingen.

  • Grundmeijer, HGLM, Reenders, K, Ruten, GEHM. Het geneeskundig proces. 5e herzien druk, 2014, Maarsen. Hoofdstuk 1,2, 3, 4, 5, 6, 11, 12.

  • Lloyd, M, Bor, R.Communication Skills for Medicine. Third edition, 2009. Hoofdstuk 1,2,3 en 7

  • De Jongh, TOH, de Vries, H, Grundmeijer, HGLM. Diagnostiek van alledaagse klachten. Hoofdstuk acute en chronische buikpijn, opgezette lymfeklier, pijn op de borst, kortademigheid, hoofdpijn, duizeligheid, wegraking en lage rugpijn.

  • Van der Meer, JWM, van der Meer, J. Anamnese en lichamelijk onderzoek. 7e druk 2014, Reed Business, Amsterdam. Hoofdstuk 1 t/m 6,hoofdstuk 8, hoofdstuk 14, hoofdstuk 16 relevante paragraven.

  • Ayers, S, De Visser, R. Psychology for medicine. 2011. H 1, 4, 6, 10 en H 18

  • Suurmand, J, Seeleman, C, Stronks, K, Essink-Bot, ML. Arts van de wereld, 2e druk. H0, 1 en 5.

Aanmelden

Eerstejaarsstudenten worden automatisch ingedeeld voor een werkgroep. Voor ouderejaars studenten verloopt de aanmelding voor een werkgroep via het inleveren van jouw studieplan. Zie de Blackboard module ‘Onderwijszaken GNK’ voor meer informatie. De aanmelding voor deeltoetsen, tentamens en hertentamens verloopt via uSis.

Contact

LBV-jr1@lumc.nl