Beschrijving
Het laatste blok in het bachelorprogramma behandelt vraagstukken uit de klinische praktijk, uitgaande van de huisartsenpraktijk, waarbij de kennis uit eerdere blokken geïntegreerd wordt. De casuïstiek wordt discipline-overstijgend geëxploreerd.
Aan de hand van themapatiënten wordt het klinisch denken in de praktijk verder verdiept, waarbij ruim aandacht is voor de rol die aanvullende diagnostiek (laboratorium en beeldvormend) kan bieden. Hiermee wordt getracht een goede aansluiting met de coschappen te maken.
Verder worden verschillende klinische presentaties van een klacht (bijvoorbeeld buikpijn) bekeken. Er wordt aandacht besteed aan patroonherkenning, en de student wordt gevraagd te reflecteren op wat hem stuurt bij zijn keuzes.
Leerdoelen
Triage: de student kan bij presentatie van een klacht beoordelen hoe urgent deze klacht is en binnen welke termijn de betreffende patiënt eventueel gezien moet worden.
Initiële DD: de student kan naar aanleiding van een klinische presentatie een DD opstellen van de meest waarschijnlijke diagnosen, gebaseerd op de specifieke klachtpresentatie, geslacht, leeftijd, etniciteit, eventueel bekende voorgeschiedenis en de epidemiologie.
Speciële anamnese: de student is in staat op basis van zijn initiële DD en klachtpresentatie gerichte anamnesevragen te formuleren die onderscheidend zijn t.a.v. de verschillende waarschijnlijkheidsdiagnosen in een specifieke DD
Gericht lichamelijk onderzoek (LO): de student weet welke onderdelen van LO geïndiceerd en onderscheidend zijn bij de verschillende waarschijnlijkheidsdiagnosen in een DD, en hoe de bevindingen daarvan geïnterpreteerd moeten worden.
Gericht aanvullend onderzoek: de student kent de indicaties voor het aanvragen van aanvullend onderzoek (zowel laboratorium als beeldvormend) voor het stellen van een diagnose en is in staat bevindingen daarvan te interpreteren.
Kennis over en toepassing van richtlijnen: de student kent de voor het blok relevante richtlijnen (o.a. NHG-standaarden en LESA) en is in staat deze aanwijzingen te interpreteren en toe te passen in een specifieke casus.
Gebruik maken van context: De student is in staat contextuele informatie als zodanig te herkennen en deze toe te passen in een specifieke casus.
Competenties: aangezien dit blok focust op werken in de praktijk zullen alle CanMed competenties geïntegreerd aan bod komen, inclusief AWV. Studenten horen deze te beheersen op eindniveau bachelor.
Rooster
Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.
Onderwijsvorm
E-learning
Patiënt demonstraties
Responsiecolleges
Werkgroepen
Hoorcolleges
Practicum Laboratoriumdiagnostiek
Opdracht AWV
Studielast
Het aantal studiepunten staat bovenaan in het grijze vak achter EC vermeld. 1 EC staat voor 28 uur.
Toetsing
De tentamendata zijn beschikbaar op de roosterwebsite.
Voor nabespreking en inzagemoment; zie Blackboard.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Diagnostiek van alledaags klachten, TOH de Jongh, 3e editie
Communication skills for medicine, M. Lloyd, 3e editie
Een arts van de wereld, J Suurmond, 2e editie
NHG-standaarden uit E-ZSO’s
Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraken (LESA)
Aanmelden
De aanmelding voor een werkgroep verloopt via het inleveren van jouw studieplan. Zie de Blackboard module ‘Onderwijszaken GNK’ voor meer informatie. De aanmelding voor deeltoetsen, tentamens en hertentamens verloopt via uSis.
Contact
G3VP@lumc.nl
Opmerkingen
Verplichting
Bijwonen van de werkgroepen en het practicum Laboratoriumdiagnostiek is verplicht. Indien de student niet actief participeert dan wel niet aanwezig is bij de werkgroepen en/of het practicum laboratoriumdiagnostiek dient een vervangende opdracht te worden uitgevoerd. De vervangende opdracht bij het niet volgen van een werkgroep vereist meer tijd dan het volgen van de werkgroep zelf. De vervangende opdracht van practicum laboratoriumdiagnostiek vereist aanwezigheid op meerdere dagdelen op locatie Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (KCL) in het LUMC. Indien het practicum niet wordt uitgevoerd of de vervangende opdracht met een onvoldoende wordt afgesloten is het niet mogelijk tentamen te doen voor het blok ‘Vraagstukken in de praktijk’.
Vaccinatie en labjas
Elke student dient te zijn gevaccineerd tegen Hepatitis B, omdat er wordt gewerkt met humaan bloed.
Het aantrekken van een labjas –indien mogelijk met lange mouwen en zo dit niet mogelijk is zijn korte mouwen ook toegestaan- tijdens het practicum laboratoriumdiagnostiek is verplicht.
Recidive
Indien een student het blok ‘Vraagstukken in de Praktijk’ een tweede keer dient te doorlopen, is het Practicum Laboratoriumdiagnostiek wederom verplicht. Bij de indeling zal dan, voor zover mogelijk, rekening worden gehouden met het aanbieden van de andere thema’s.