Toegangseisen
Zie Ingangseisen thema's Masteropleiding Farmacie
Beschrijving
Met het thema Acute en Intensieve Zorg start je aan het tweede jaar van de master Farmacie. Je leert hier onder andere een bijdrage te leveren aan de farmacotherapie van patiënten in het ziekenhuis die acute of intensieve zorg behoeven. Dit zijn bijvoorbeeld patiënten die behandeld worden op de spoedeisende hulp, opgenomen zijn voor een operatie of op de intensive care (IC) verblijven.
In de eerste week herhaal je de kennis over de aandoeningen uit de voorafgaande thema’s en pas je deze toe op acute situaties, zoals de farmacotherapie bij de behandeling van een myocard infarct of longembolie. Je bestudeert de advisering over de behandeling van intoxicaties, de gevolgen van acute aandoeningen waaronder shock en sepsis en de wijze van zorgverlening op de IC. Deze aandoeningen hebben ook invloed op de farmacokinetiek van geneesmiddelen, waarover je in het cursorisch onderwijs meer leert. Ook de werking van dialyse-technieken komen aan de orde, evenals de consequenties daarvan voor de farmacokinetiek van geneesmiddelen.
De aandoeningen in dit thema kunnen levensbedreigend zijn en de advisering rondom medicatie kan onder tijdsdruk gegeven moeten worden. In een werkcollege krijg je aanwijzingen hoe je hier het beste om kunt gaan en is er aandacht voor de advisering rondom intoxicaties onder tijdsdruk. Dit wordt vervolgens geoefend tijdens de acute dag, waarbij je in de vorm van een groepsopdracht telefonisch diverse casussen krijgt voorgelegd door diverse zorgverleners.
Voor de apotheker als geneesmiddelexpert is het belangrijk ziekenhuisopnames die veroorzaakt zijn door geneesmiddelen te herkennen. Na de theorie hierover zal je dit tijdens de co-schappen gaan oefenen op de afdeling Spoedeisende Hulp. Maar ook voor patiënten die gepland worden opgenomen voor een chirurgische ingreep heeft de ziekenhuisapotheek een belangrijke rol in de medicatieverificatie.
Voor de start van de farmaceutische coschappen herhaal je de productkennis uit de thema’s Gezin en Geneesmiddel en Infectieziekten en Immunologie. Deze kennis vul je aan met de productkennis en bereiding van complexe steriele bereidingen. Vanaf de derde week ga je de opgedane kennis toepassen in de ziekenhuisapotheek en op verschillende afdelingen in het ziekenhuis. Je maakt kennis met de dagelijkse werkzaamheden van de ziekenhuisapotheker middels praktijkopdrachten.
Leerdoelen
Na afloop van dit thema:
Stel je een advies op voor de farmacotherapeutische (symptomatische) behandeling en waar mogelijk antidota van intoxicaties;
Leg je de pathofysiologie en medicamenteuze behandeling uit van acute aandoeningen, waaronder sepsis, shock, acuut coronair syndroom, CVA, TIA en longembolie;
Beoordeel je de medicatie van een patiënt met complexe zorg op de IC of voorafgaand aan een operatie;
Bereid je een steriele injectie, analyseer je deze en stel je een advies op voor het vrijgeven van het product met behulp van een bereidingsprotocol en analysevoorschrift;
Rooster
Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.
Onderwijsvorm
Het thema bestaat uit negen weken. De eerste twee weken van het thema zijn VVV-weken wat staat voor: voorbereiden, verwerken en verdiepen. Deze twee weken bestaan uit fulltime cursorisch onderwijs, waarin de volgende onderwijsvormen worden gebruikt:
hoorcollege;
responsiecollege;
werkgroep;
werkcollege;
zelfstudie;
zelfstudieopdracht.
In week drie tot en met acht loop je farmaceutische coschappen in de ziekenhuisapotheek e/of poliklinische apotheek en op afdelingen in het ziekenhuis om je vervolgens in de negende en laatste week te kunnen richten op de RTW (Reflectie- en Toetsweek).
In de farmaceutische coschappen zijn er wekelijks twee terugkomdagen die bestaan uit een praktijkreflectie en afwisseling in cursorisch onderwijs met bovengenoemde onderwijsvormen.
Toetsing
Het eindoordeel van het thema bestaat uit:
1. 60% schriftelijke toetsing (maximaal 100 punten) bestaande uit:
a. deeltoets (gesloten vragen) . Hiermee worden maximaal 25 punten behaald
b. eindtoets (open vragen) Hiermee worden maximaal 75 punten behaald
Het hertentamen van de schriftelijke toetsing beslaat de studiestof van de deeltoets en de eindtoets tezamen, in een vergelijkbare verhouding
35% eindbeoordeling farmaceutisch coschap
Aanwezigheid tijdens kleinschalig onderwijs (praktijkreflecties, werkgroepen, practica en mentoraat) is verplicht. Aanwezigheid bij minimaal 80% van het kleinschalig onderwijs leidt tot 0,5 punt voor het eindoordeel van het thema.
Bij te laat inleveren van opdrachten dient een extra opdracht te worden gemaakt.
De totale schriftelijke toetsing, alsmede de eindbeoordeling van de praktijk, moeten beide met minimaal een voldoende (5,5 of hoger) beoordeeld zijn.
Nabespreking
De nabespreking wordt in principe binnen vier studieweken na de eindtoets gehouden. Meer informatie over datum en tijdstip wordt voorafgaand aan de eindtoets via Blackboard gecommuniceerd.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Voor de volledige literatuurlijst, zie de Literatuurlijst Master Farmacie.
Aanmelden
Zie studentenwebsite.