Studiegids

nl en

Vijftien eeuwen Nederlands, Taalwetenschap II

Vak
2019-2020

Toegangseisen

Geen.

Beschrijving

In dit college bestuderen studenten hoe het Nederlands zich in de afgelopen vijftienhonderd jaar ontwikkeld heeft. Er zijn grote verschillen tussen de grammatica van het Middelnederlands, het zeventiende-eeuws en het moderne Nederlands. Dat komt niet alleen door taalkundige, maar ook door politieke en literaire factoren. Aan de hand van tekstfragmenten uit de afgelopen eeuwen vanaf het Middelnederlands tot nu bestuderen de studenten de belangrijkste veranderingen van het Nederlands. Ook de positie van de Nederlandse taal in de maatschappij komt aan de orde; zo wordt er veel aandacht besteed aan de vorming van de standaardtaal, de status van dialecten en streektalen en het Nederlands in de eenentwintigste eeuw.

Leerdoelen

Doel van het college is het verwerven van kennis van de interne geschiedenis van het Nederlands (de ontwikkelingen in de taal zelf), in samenhang met de externe geschiedenis van het Nederlands (de ontwikkeling van de taal in de maatschappelijke context). Bij de interne geschiedenis hoort de kennismaking met primaire teksten uit de opeenvolgende taalfasen en de specifieke kenmerken daarvan. De externe geschiedenis wordt gezien in de context van de geschiedenis van Nederland in het algemeen; zij betreft bijvoorbeeld het streven naar een eenheidstaal door de nieuwe republiek in de 16de en 17de eeuw. Daarnaast maken studenten kennis met het begrippenapparaat van de historische taalkunde, enkele digitale bronnen en hulpmiddelen en leren ze welke plaats het Nederlands inneemt in de Indo-Europese taalfamilie.

Rooster

Raadpleeg het rooster van Nederlandkunde/Dutch Studies

Onderwijsvorm

Werkcollege met wekelijkse huiswerkopdrachten

Studielast

De totale studielast is 140 uur

  • colleges: 26 uur

  • wekelijkse opdrachten inclusief voorbereiding: 48 uur

  • verdiepingsopdrachten: 30 uur

  • voorbereiding op het tentamen: 34 uur

  • tentamen: 2 uur

Toetsing

Toetsing

Studenten maken iedere week opdrachten via Blackboard. Daarnaast moeten er gedurende het semester drie verdiepingsopdrachten worden gemaakt. Het college wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen met open vragen.

Weging

Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, waarbij de wekelijkse opdrachten voor 10% meetellen, de verdiepingsopdrachten voor 20% en het afsluitende tentamen voor 70%.

Herkansing

De opdrachten kunnen niet apart herkanst worden. De herkansing, die in de maand januari plaatsvindt, bestaat uit één toets over alle stof.

Inzage en nabespreking

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • wekelijkse opdrachten

  • berichtgeving over de cursus

Literatuur

  • Guy Janssens en Ann Marynissen, Het Nederlands vroeger en nu. Leuven/Voorburg: Acco, 2008 (derde, herziene uitgave)

  • Aanvullende literatuur wordt via Blackboard beschikbaar gesteld.

Aanmelden

IInschrijven via uSis is verplicht.

Algemene informatie over uSis vind je op de website

Bij problemen met de inschrijving in usis neem contact op met het secretariaat

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), oa. over kosten, inschrijving en voorwaarden.

Contact

Voor inhoudelijke vragen kunnen studenten contact opnemen met de docent mw. T.A. Simons
Algemene vragen kunnen beantwoord worden door de studiecoördinator, mw. I. Zagar
Voor administratieve vragen, bijv. bij problemen over de inschrijven in uSis, kunnen studenten zich wenden tot Onderwijsadministratie Van Eyckhof.

Opmerkingen

Doelgroep: studenten met gevorderde kennis van het Nederlands en belangstelling voor het oudere Nederlands.