Studiegids

nl en

Social Engineering en de rol van de bevolking (1830-1970)

Vak
2019-2020

Toegangseisen

De propedeuse Geschiedenis is voltooid en beide BA2 Werkcolleges zijn met een voldoende afgerond, waarvan één in dezelfde richting als het BA3 Seminar. Met de keuze voor het BA3 Seminar leg je de afstudeerrichting definitief vast.

Beschrijving

Het doel van deze cursus is om beter inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het idee van de maakbare samenleving in de periode 1830 tot ca 1970. Vanuit een transnationaal perspectief onderzoeken de studenten de impact van grensoverschrijdende bewegingen op een lokale casus.

Het concept van de maakbare samenleving is afkomstig uit de filosofie van F. Tonnies en is vaak gerepresenteerd als een ‘top-down’ proces, geregiseerd door de overheid. Deze cursus vertrekt echter vanuit een ander perspectief en onderzoekt de rol van de bevolking in de ontwikkeling van social engineering tussen 1830 en 1970. De focus ligt vooral op het concept van piecemeal social engineering (Popper, 1957), de betrokkenheid van de verschillende klassen en de impact op de samenleving. Specifieke aandacht zal worden besteed aan de rol van de bevolking in de mechanismen van social engineering en haar rol in de insluiting, uitsluiting en marginalisatie van bepaalde groepen zoals homoseksuelen, prostituées en immigranten.

De cursus begint met een introductie op de theorie van K. Popper. Deze stelt dat de enige vorm van social engineering die redelijkerwijs verantwoord zou kunnen worden, een vorm is die uitgaat van kleinschaligheid, stapsgewijze ontwikkeling en voortdurende aangepassing door ervaring’, dit in tegenstelling tot de meer utopische wijze van social engineering, die uiteindelijk enkel leidt tot lijden (Popper, 1957). Daarna volgt een uitleg over de ‘middelen’ die nodig waren om een maakbare samenleving te bereiken – in andere woorden, het toenemend aantal statistische methoden dat gedurende de 19de eeuw werd ontwikkeld om beter grip te krijgen op de samenleving.

Vervolgens worden de studenten aangemoedigd om na te denken over de vraag wat de karakteristieken van social engineering waren en hoe deze in praktijk functioneerden. Zij worden daarbij aangemoedigd om top-down en bottom-up perspectieven te combineren en zodoende aan te tonen hoe lagere klassen, parallel aan of onafhankelijk van de overheid, hun eigen organisaties en bewegingen oprichten om een maakbare samenleving te creëren. Deze onderzoeksmethode past in de traditie van de sociale geschiedenis: kwantitatieve en kwalitatieve analyses worden in het werkstuk bijeengebracht. De focus van het archiefonderzoek zal vooral op Nederland liggen maar onderzoek naar andere landen wordt aangemoedigd.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

  • 1) een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    b. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.

  • 2) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij:
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.

  • 3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd.

  • 4) bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek.

  • 5) bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren.

  • 6) participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  • 7) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Seminar behoort, meer specifiek: bij de afstudeerrichting Sociale Geschiedenis: voor de verklaring van verschillen tussen groepen vanuit een vergelijkend (lokaal, regionaal of internationaal; klasse, gender, etniciteit en religie) en de rol van individuen, groepen, bedrijven en (internationale) organisaties (inclusief kerken) in processen van insluiting en uitsluiting vanaf ca. 1500 tot nu.

  • 8) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht bij de afstudeerrichting Sociale Geschiedenis voor de toepassing van sociaal-wetenschappelijke concepten en het verwerven van inzicht in de interactie in sociale processen op basis van onderzoek in kwalitatieve als kwantitatieve primaire bronnen.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student kan:

  • 9) verschillende sociale controlemechanismen die ontwikkeld werden in de vroegmoderne rijken uitleggen.

  • 10) een positie innemen in de wetenschappelijk debatten over manumissie in de regering van diversiteit

  • 11) een onderzoek opzetten in het nationale, locale en vereinigings archief van de 19e-eeuw en 20ste eeuw.

Rooster

Zie Rooster BA Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Werkcollege met aanwezigheidsplicht

Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien een student toch verhinderd is dient hij dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien de student niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, wordt deze uitgesloten van deelname.

Studielast

Totale studielast 10 EC x 28 uur = 280 uur.

  • Bijwonen colleges: 12 weken; 2 uur: 24 uur

  • Leesstof colleges en inlezen werkstuk: 100 uur

  • Archiefonderzoek, analyse en schrijven werkstuk: 126 uur

  • Toetsing voorbereiding: 30 uur

Toetsing

Toetsing

  • Werkstuk (7.000 woorden exclusief voorblad, inhoudsopgave, bibliografie en voetnoten; probleemgestuurd werkstuk op basis van primair bronnenonderzoek)
    getoetste leerdoelen: 1-5, 9-11

  • Mondelinge presentatie
    getoetste leerdoelen: 3-5, 9-10

  • Participatie
    getoetste leerdoelen: 6, 10

  • Opdracht Onderzoeksopzet
    getoetste leerdoelen: 1, 7, 8, 11

Weging

  • Werkstuk: 60 %

  • Referaat: 15 %

  • Participatie: 10 %

  • Opdracht 1: 15 %

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.

Deadlines

Voor het inleveren van opdrachten en werkstukken gelden de deadlines zoals aangegeven in het desbetreffende collegeschema op Blackboard.

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de deadline zoasls aangegeven het desbetreffende collegeschema op Blackboard.

Inzage en nabespreking werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de inzage en nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • collegeschema

  • deadlines opdrachten en werkstuk

  • inleveren van opdrachten en werkstuk.

Literatuur

  • Tijdens het college wordt literatuur bestudeerd die via links op Blackboard komt te staan

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Algemene informatie over uSis vind je op de website.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing

Contact

Dr Marion Pluskota

Opmerkingen

N.v.t.