Studiegids

nl en

Multi-level Governance

Vak
2019-2020

Toegangseisen

Dit vak is toegankelijk voor alle studenten binnen de track ‘Beleid, Bestuur en Organisatie’ van de Bachelor Bestuurskunde.

Omschrijving

Wie het Nederlandse staatsbestel wil beschrijven, zal al gauw komen met de term ‘gedecentraliseerde eenheidsstaat’. Een term die nauw verweven is met het bekende ‘Huis van Thorbecke’. Maar hoewel de fundamenten van dit huis nog steeds stevig overeind staan, vindt ook een belangrijke verandering plaats. Zo kon Thorbecke nog niet voorzien dat naast de bestuurslagen van Rijksoverheid, provincies en gemeenten een extra bestuurslaag zou volgen in de vorm van de Europese Unie. Om de invloed van de EU op het nationale overheidsbestel en de wisselwerking tussen de nationale bestuurslagen en de EU beter te begrijpen, is begin jaren 80 het concept ‘multi-level governance’ ontwikkeld. Vandaag de dag wordt het idee van multi-level governance breder toegepast om allerlei bestuurlijke processen, taken en interacties te kunnen analyseren.

In dit vak volgen we die brede toepasbaarheid van het concept multi-level governance. We proberen te begrijpen wat het concept inhoudt en waarvoor het toegepast kan worden. Daarbij richten we ons op de verandering die overheden doormaken van ‘government naar governance’. Kortweg betekent dit dat overheden niet langer in relatieve afzondering en volgens een verticaal, hiërarchisch model werken, maar steeds vaker interacteren met allerlei andere actoren volgens een meer horizontaal model. Tijdens het vak staan de veranderingen in verticaal en horizontaal bestuur centraal, waarbij we onze blik richten op de interactie tussen het Europese, nationale en lokale niveau. En op de groeiende rol die private actoren krijgen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om burgers, belangengroepen en andere maatschappelijke actoren. Tot slot reflecteren we op de gevolgen van deze ontwikkeling, met name in termen van belangrijke waarden en processen als democratie, legitimiteit en verantwoording.

Leerdoelen

Na het volgen van dit vak zijn studenten in staat om:

  1. te beschrijven wat de concepten ‘multi-level governance’ en ‘voorwaardenscheppende staat’ inhouden op basis van de belangrijkste bestuurskundige theoretische inzichten;
  2. te begrijpen wat de belangrijkste uitdagingen zijn waarvoor overheden zich anno 21e eeuw gesteld zien en hoe dit samenhangt met de beweging van ‘government naar governance’;
  3. te analyseren hoe de beweging naar governance leidt tot een andere invulling van het openbaar bestuur (daarbij gaat het om de inrichting van het verticaal en horizontaal bestuur en de impact op de overheid als publieke organisatie);
  4. kritisch te reflecteren op de dilemma’s die dit met zich meebrengt; en
  5. het denkraam van multi-level governance toe te passen op een concrete publieke organisatie.

Rooster

Op de openingspagina van de opleiding vind je aan de rechterzijde van de E-gids doorlinkmogelijkheden naar de website en de roosters, uSis en Blackboard.

Onderwijsvorm

Dit vak maakt gebruik van een combinatie van interactieve hoorcolleges en zelfstudie. Van studenten wordt een zelfstandige studie van de stof en de basisbeginselen verwacht, waarover dan vragen gesteld kunnen worden aan de docent tijdens de colleges. De hoorcolleges hebben een interactieve (‘seminarachtige’) opzet, waarbij studenten bijvoorbeeld worden gestimuleerd om actief deel te nemen aan plenaire discussies.

Tijdens het vak werken studenten in groepjes zelfstandig aan een onderzoekspaper. Om studenten de mogelijkheid te geven om hierover specifieke vragen te stellen, wordt in week 5 voorzien in korte feedback sessies (10-15 minuten per groep opgesplitst in een drietal werkgroep bijeenkomsten). Het bijwonen van deze feedbacksessie is verplicht voor alle groepsleden. Op basis van de groepsindeling voor de opdracht worden studenten ingedeeld in een specifieke bijeenkomst. Dit gebeurt in de loop van het blok.

Studielast

Totale studielast is 140 uur. Daarvan is 14 uur bestemd voor het bijwonen van hoorcolleges en 1 uur voor het bijwonen van de feedbacksessie. De overige 125 uur is voor zelfstudie van de literatuur, het maken van de groepsopdracht, voorbereiding op het tentamen en de toetsing zelf.

Toetsing

Het eindcijfer van dit vak is gebaseerd op twee deeltoetsen:
1. het schrijven van een groepspaper (30% van het eindcijfer);
2. een schriftelijk tentamen (individueel) (70% van het eindcijfer).

Voor het succesvol kunnen afronden van het vak gelden de volgende regels:

  • het eindcijfer van het vak dient voldoende te zijn (cijfer >5,5);

  • tussen de twee deelcijfers is geen compensatie mogelijk. Dat betekent dat zowel het paper (groepsopdracht) als het individuele tentamen voldoende (cijfer >5,5) moeten zijn;

  • zowel de groepsopdracht als het tentamen kunnen herkanst worden. Voor deelname aan de herkansing gelden de richtlijnen zoals gespecificeerd in de OER.

Blackboard

Blackboard komt tussen half januari en eind januari beschikbaar. Blackboard is het communicatiekanaal tussen docent en studenten. Een gedetailleerde vakwijzer wordt op Blackboard geplaatst. Hierin staat meer informatie over de opdrachten, deadlines en literatuur.

Literatuur

De voorgeschreven literatuur bestaat uit een mix van wetenschappelijke artikelen en boekhoofdstukken en meer praktijkgerichte rapporten van adviesraden. Meer informatie volgt via Blackboard.

Contact

Dr. C.J.A. van Eijk c.j.a.van.eijk@fgga.leidenuniv.nl
Telefoon: 070-8009489