Toegangseisen
Dit college is bestemd voor studenten Griekse en Latijnse taal en cultuur jaar 3.De deelnemers moeten over een propedeusebul GLTC beschikken. Studenten GLTC kunnen dit vak volgen als een werkcollege antieke wijsbegeerte (optie A) of een werkcollege Grieks (optie B). In het laatste geval dient men een Grieks pensum te lezen (zie hieronder ‘Toetsing en weging’).
Studenten Filosofie (BA3) die over een propedeusebul Filosofie beschikken zijn ook welkom. Voor hen geldt als aanvullende eis dat ze aantoonbaar over voldoende kennis van het Grieks beschikken (bijvoorbeeld een voldoende eindexamen VWO Grieks of het vak ‘Grieks voor Iedereen’).
Beschrijving
Plato’s mythen behoren tot de best bekende passages uit zijn omvangrijke oeuvre. Vaak zijn deze mythen een eigen tweede leven gaan leiden, los van hun oorspronkelijke context. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de mythe van de grot uit de Staat, maar ook aan het verhaal van het mythische rijk Atlantis, dat stamt uit de Platoonse dialogen Timaeus en Critias. Moderne verhandelingen over de impact van het internet op onze cultuur beginnen steevast met Plato’s mythe over de uitvinding van het schrift en de gevolgen daarvan uit de Phaedrus, terwijl moderne psychologen hun onderzoek over rationele en niet-rationele beslissingen graag mogen illustreren met een verwijzing naar een ander mythe uit de Phaedrus die de ziel voorstelt als een rationele wagenmenner die twee niet-rationele paarden moet aansturen. Plato’s mythen, kortom, prikkelen de verbeelding en zijn “good to think with”. Aan de andere kant is er al sinds de oudheid veel kritiek op Plato’s gebruik van mythen. Wat moet een filosofie, die per definitie de waarhied zoekt, met fictie?
In dit college zullen wij ingaan op de vraag wat een mythe volgens Plato is, wat volgens hem de waarde van de mythe is voor de filosoof, wat de rol van verschillende mythes is binnen hun oorspronkelijke Platoonse context en hoe ze door latere auteurs hergebruikt zijn.
Aanleiding voor dit college is het project van de docenten om een selectie van Platoonse dialogen naar het Nederlands te vertalen en van een inleiding te voorzien. Studenten krijgen de beschikking over dit work in progress en worden uitgenodigd hier feedback op te geven. Op deze manier worden zij direct bij het onderzoek van de docenten betrokken.
Leerdoelen
Kennis en inzicht
De student verdiept zijn/haar kennis van en inzicht in de filosofie van Plato, mede door eigen onderzoek.
De student verwerft kennis van /inzicht in de manieren waarop Plato van mythes gebruik maakt als filosofisch instrument.
De student verwerft kennis van en inzicht in de receptie van (de mythen van) Plato.
Vaardigheden
Schriftelijke presentatievaardigheden:
Het opzetten van een heldere handout/Powerpoint ter ondersteuning van een referaat.
Het uitwerking van referaat tot een paper van max. 4.000 woorden.
Mondelinge presentatievaardigheden:
Het zelfstandig verzorgen van een uitgebreider referaat met gebruik van relevante handout en Powerpoint.
Het geven en ontvangen van (constructieve) kritiek op het referaat van een medestudent; het deelnemen aan een discussie.
OnderzoeksvaardighedenHet formuleren en uitwerken van een onderzoeksvraag met betrekking tot Plato’s filosofie
Het verder ontwikkelen van heuristische vaardigheden (analyse van de Platoonse tekst; het duiden van de mythe binnen de context van de filosofische dialoog).
Het verzamelen en kritisch evalueren van secundaire literatuur.
Zie voor een overzicht van de algemene academische vaardigheden die studenten bij dit vak leren het leerlijnenoverzicht in de syllabus Academische vaardigheden GLTC.
Rooster
Kijk op MyTimetable.
Onderwijsvorm
- Werkcollege
Toetsing en weging
Toetsing
Optie A (Antieke Wijsbegeerte)
Referaat (30%)
Paper (70%)
Optie B (Grieks)
Referaat (25%)
Paper (25%)
Pensum tentamen (50%)
Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat de presentatie voldoende moet zijn.
Weging
De student is geslaagd indien zowel het referaat als het gewogen gemiddelde van alle onderdelen voldoende zijn en indien aan de aanwezigheids- en participatieplicht is voldaan.
Herkansing
Indien het gewogen gemiddelde onvoldoende is, bepaalt de docent welk onderdeel / onderdelen dient / dienen te worden herkanst.
Herkansing referaat: een onvoldoende referaat dient altijd herkanst te worden op een moment dat gekozen wordt in overleg met de docent.
Herkansing paper: in overleg met de docent.
Herkansing pensum tentamen: in overleg met de docent
Inzage en nabespreking
Bespreking van het referaat: aansluitend op het referaat.
Bespreking paper en tentamen: schriftelijk en/of op afspraak.
Literatuurlijst
Syllabus met primaire teksten
Syllabus Academische vaardigheden (Brightspace)
Inschrijven
Inschrijven via uSis is verplicht.
Algemene informatie over uSis vind je op de website.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing.
Contact
Opmerkingen
Niet van toepassing.