Toegangseisen
Beschrijving
De heelkunde behelst een grote diversiteit aan medische problematiek. Vanuit de heelkunde zijn in het verleden zelfstandige specialismen , zoals orthopedie, urologie, plastische chirurgie en thoraxchirurgie tot ontwikkeling gekomen. Binnen de Heelkunde zijn er verschillende aandachtsgebieden. Deze aandachtsgebieden kunnen berusten op de aard van de afwijkingen die behandeld worden, zoals bijvoorbeeld traumachirurgie, oncologische chirurgie, endocriene chirurgie, transplantatiechirurgie, vaatchirurgie, en gastro-intestinale chirurgie. Soms berust de verdeling op een lichaamsregio zoals bij hoofd/hals chirurgie of abdominale chirurgie, soms op de leeftijd van de patiënt, zoals bij kinderchirurgie, soms op een chirurgische techniek: (laparo)scopische chirurgie. Naast deze heelkunde specialismen, zijn de vakken intensive care geneeskunde, spoedeisende hulp en anesthesie nauw verbonden met de professie van de chirurg. “Heelkunde” en “operatieve vaardigheden” zijn sterk met elkaar verbonden. Het werkterrein van de chirurg richt zich vooral op de indicatiestelling voor operatieve ingrepen en het afwegen van verschillende opties voor behandeling hierbij vindt een afweging plaats mbt individuele risicofactoren, wensen van de patiënt en technische, anatomische en fysiologische factoren om tot een goed onderbouwd behandelplan voor de patiënt te komen.
Geneeskunde is een multidisciplinair vak. Samenwerken is een belangrijke competentie voor elke dokter. Dit betekent dat ook het snijdend coschap nauw samenwerkt met andere specialismen. Daarbij staan met name het specialisme Intensive Care en Anesthesie op de voorgrond. Dit is dan ook de reden dat een stage op een van deze afdelingen tot de mogelijkheden behoort binnen het snijdend coschap.
Leerdoelen
De VVV periode heeft de volgende leerdoelen; de coassistent:
1. heeft kennis betreffende de vraagstukken uit het raamplan geneeskunde, zoals die zijn toegewezen aan het snijdend coschap.
2. past kennis toe betreffende de vraagstukken uit het raamplan geneeskunde, die zijn toegewezen aan het snijdend coschap.
3. Beheerst vaardigheden uit het raamplan geneeskunde, zoals die zijn toegewezen aan het snijdend coschap.
4. heeft inzicht in geneeskundige processen en procedures in de ketenzorg.
5. Toont een adequate professionele leerinstelling. De coassistent laat zien dat hij met zichzelf, zijn taken en anderen (collega-studenten en begeleiders) professioneel om kan gaan.
6. reflecteert op het eigen functioneren, benoemt kwaliteiten en beperkingen en stelt op basis hiervan persoonlijke leerdoelen op
De klinische periode heeft de leerdoelen van de VVV periode inclusief de volgende leerdoelen; de coassistent:
7. interpreteert de verwijzing, controleert en interpreteert resultaten van aanvullend onderzoek.
8. voert op professionele wijze een chirurgisch anamnese gesprek.
9. voert op professionele wijze het lichamelijk onderzoek uit en kan dit interpreteren.
10. weet welk aanvullend onderzoek (extra) aangevraagd moet worden en kan dit interpreteren.
11. stelt een therapeutisch beleidsplan op.
12. communiceert op professionele wijze met collega-artsen, coassistenten, verpleging.
13. assisteert op de operatiekamer en bewaakt daarbij de steriele werkomgeving.
14. laat zien dat hij met andere zorgverleners in teamverband kan werken.
Rooster
Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.
Onderwijsvorm
Het coschap snijdend is verdeeld in een voorbereidingsfase (VVV weken) en een klinische fase. De voorbereidingsfase is bedoeld om de kennis die is opgedaan tijdens de bachelor te herhalen en eventueel nieuwe kennis op te doen. Tevens worden vaardigheden aangeleerd die direct in het coschap snijdend gebruikt kunnen worden. Kennis en vaardigheden worden getoetst voordat de student toegang krijgt tot de klinische fase.
In de klinische fase wordt de kennis en vaardigheden uit de VVV periode in de praktijk aangewend op de stageplek waar de student geplaatst wordt. Dit kan in overdrachten, poliklinieken, visites en operatiekamers plaats vinden.
Toetsing en weging
De VVV periode en de klinische periode worden apart getoetst. De VVV periode wordt afgesloten met een vaardigheidstoets. De klinische periode wordt afgesloten met een combinatie van de prestaties in de kliniek, kennistoets en een GAP toets.
- Gepersonaliseerde Adaptieve Programmatische toets (GAP-toets) - summatief
Een van de doelstellingen van het coschap snijdend is het kennisniveau van studenten op een adequaat peil te brengen. Naast een uitgebreid voorbereidend twee weeks programma in de VVV-periode in de vorm van responsiecolleges, werkgroepen, hoorcolleges en e-learning wordt er ook van de studenten verwacht dat zij zelfstandig de relevante kennis op doen uit de leerboeken, in het bijzonder het leerboek chirurgie van Gooszen, 2e druk.
De GAP toets wordt ingezet om:
Het kennisniveau te beoordelen en daarbij eventuele lacunes op te sporen.
De student te voorzien van gerichte feedback op basis van de lacunes in de gedetecteerde kennis
leeropdrachten aan de hand van de gegeven antwoorden.
Het coschap snijdend wordt onderverdeeld in acht onderwerpen. Deze onderwerpen zijn afgestemd op de mogelijke stages/onderdelen die coassistenten kunnen verwachten tijdens de klinische periode in het coschap snijdend. Omdat in de periode van twaalf weken niet alle mogelijke stages kunnen worden aangeboden, is het juist de bedoeling dat studenten alle onderwerpen op niveau behalen om toch kennis van alle deelgebieden van de heelkunde te verkrijgen.
- Eindtoets (aan het einde van de klinische periode – laatste week) - summatief
Eindbeoordeling
Nadat het coschap is afgerond en het portfolio is ingeleverd wordt het coschap beoordeeld. Het niveau van de beoordeling heeft 5 mogelijkheden: O, V, RV, G of U. De keuze voor één van deze beoordelingen volgt uit de tussenbeoordelingen en de uitslag op de eindtoets.
Zowel de GAP toets als de eindtoets moeten worden gehaald. Indien dit niet het geval is wordt de eindbeoordeling één niveau (per toets) naar beneden bijgesteld.
Literatuurlijst
Zie Brightspace.
Inschrijven
Er vindt één keer per jaar een indelingsronde plaats voor de coschappen die starten in het volgende collegejaar. Deze indeling vindt plaats in de periode januari-maart. Voor meer informatie, zie Brightspace en de studentenwebsite.
Contact
Coördinator: P.M.Bloemendaal (P.M.Bloemendaal@lumc.nl)
Coördinator: K.A.Bartlema (K.A.Bartlema@lumc.nl)
Onderwijs assistente: M.L.Groot-Warmerdam