Prospectus

nl en

Van mens tot cel

Course
2022-2023

Toegangseisen

Toegang tot de bachelor Geneeskunde.

Beschrijving

Voor een arts is kennis van de bouw van het menselijk lichaam essentieel. Ziekten beïnvloeden veelal de bouw van het lichaam en omgekeerd kunnen veranderingen in de bouw leiden tot ziekten. In dit blok maakt u kennis met de algemene lichaamsbouw en bestudeert u de anatomie op verschillende niveaus. We beginnen met de algemene kenmerken van de organen en orgaanstelsels (systematische anatomie) en zullen gedurende het blok steeds inzoomen op de weefsels en de cellen waaruit deze organen zijn opgebouwd. Centraal staat de relatie tussen normale en afwijkende bouw en de betekenis hiervan voor het (dis)functioneren van organen en orgaansystemen. Het blok start met een inleidend thema waarbij, naast aandacht voor de medisch anatomische vaktaal en medisch beeldvormende technieken, enkele algemene bouwprincipes van het menselijk lichaam worden behandeld en hoe dit driedimensionale bouwplan vanuit de embryonale ontwikkeling valt te verklaren. In klinisch geïntegreerde thema’s komen achtereenvolgens de bouw en functie van de huid en het bewegingsstelsel aan bod. Daarna zal worden ingegaan op de ligging en de plaatselijke samenhang (topografische/regionale anatomie) van structuren in borst, buik en bekken, en het hoofd-halsgebied. In klinische illustraties/patiëntdemonstraties, kleinschalig werkgroep-onderwijs, practica en COO kunt u al uw opgedane kennis klinisch toepassen.

Leerdoelen

  1. De student relateert de functie van organen aan de bouw van het menselijk lichaam en gebruikt anatomische indelingen van het menselijk lichaam bij het beschrijven van klinische symptomen.
  2. De student verklaart de bouw en functie van een aantal weefsels en organen vanuit de embryonale ontwikkelingsprocessen en relateert een beperkt aantal ziektebeelden aan de onderliggende abnormale embryonale ontwikkeling en kritische periode voor prenataal verworven aandoeningen. De student laat aan de hand van enkele voorbeelden zien hoe een gezonde embryonale ontwikkeling kan worden bevorderd; zowel op individueel niveau als op populatieniveau.
  3. De student herkent alle organen en orgaansystemen; m.b.v. de medisch anatomische vaktaal benoemen, aanwijzen in de thorax, het abdomen, het bekken en het hoofd-halsgebied en begrenzen in anatomische preparaten, anatomische afbeeldingen, radiologische weergaven (röntgenfoto, CT, MRI en echobeelden van de eerste ontwikkelingsstadia) in het transversale, sagittale en frontale (coronale) vlak en in vivo, en aangeven in welke richting anatomische doorsneden zijn gemaakt.
  4. De student weet hoe de ligging van de interne organen projecteert op de lichaamswand en geeft bij een beperkt aantal symptomen aan welke (groep) organen mogelijk betrokken (is) zijn bij het ontstaan van deze symptomen.
  5. De student kent de functies van (bedekkend- en klier-) epitheel, steunweefsel (bindweefsel, bot en kraakbeen), spierweefsel en zenuwweefsel, en verklaart deze (leidt … af) vanuit de bouw.
  6. De student verklaart het (dis)functioneren van cellen en weefsels m.b.v. kennis over celdifferentiatie en vernieuwing van weefsels.
  7. De student herkent normale cellen, weefsels en organen om op grond van morfologische (weefsel) verandering bij ziekten de functionele verstoring te duiden en leidt de consequenties van de verstoringen voor het functioneren van een aantal organen af.
  8. De student kent de fysische basisprincipes van medisch beeldvormende technieken, kan in radiologische afbeeldingen bepaalde organen en structuren in de romp en in het hoofd-halsgebied benoemen, alsmede grove afwijkingen in deze organen herkennen.
  9. De student maakt bij een eenvoudig beschreven patiëntprobleem een keuze voor een afbeeldingtechniek en heeft kennis van de biologische effecten op (de ontwikkeling van) organen en weefsels van deze technieken.
  10. De student plaatst de ontwikkeling op medisch beeldvormend gebied in een anatomisch historische context en beredeneert de consequenties hiervan voor de hedendaagse medische praktijk. (LIJN AWV JAAR 1)
  11. De student leidt m.b.v. een aantal epidemiologische begrippen als specificiteit, sensitiviteit, post-test likelihood zin en onzin af van een aantal beeldvormende screeningstechnieken. (LIJN AWV JAAR 1)
  12. De student legt bouw, functie en de consequenties van disfunctie van relevante orgaansystemen, organen en weefsel- en/of celtypen uit.
  13. De student beschrijft observaties in een verslag. (LIJN AWV JAAR 1)
  14. De student organiseert het werk en stelt prioriteiten; komt op tijd en goed voorbereid op de onderwijsbijeenkomsten en participeert in de discussies.
  15. De student gaat te allen tijde met respect om met zijn (levende en overleden) medemens.

Rooster

Het rooster kunt u vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.

Onderwijsvorm

Hoor- en responsiecolleges, werkcolleges, werkgroepen en practica, computerondersteund onderwijs (COO) en studieopdrachten.

Toetsing en weging

Toetsing (summatief)

  • Tussentoets (deeltoets 1) met 16 gesloten (meerkeuze) vragen* over de eerste 3 thema’s: nadruk op anatomische/embryologische en histologische kennis o.a. aan de hand van afbeeldingen.

  • Eindtoets (deeltoets 2) met 64 gesloten (meerkeuze) vragen* over alle thema’s: zowel kennis als inzicht en toepassen o.a. aan de hand van afbeeldingen.

De tussentoets en eindtoets worden beschouwd als één toets van 80 vragen (max. 80 punten) die in delen wordt afgenomen.
Blokcijfer: tussentoets (max. 16 punten) + eindtoets (max. 64 punten).
Hertentamen: toets met 80 gesloten (meerkeuze) vragen (max. 80 punten) over dezelfde onderwerpen als tussentoets en eindtoets.

  • Bij gebruik van alternatieve vraagtypen (extended matching, korte antwoorden, enz.) zal dit tijdens onderwijs worden aangegeven.

Toetsing (formatief)

  • E-learning: gesloten vragen.

  • Werkgroepparticipatie: organisatie (op tijd komen + op tijd e-learning lessen) en beroepsvorming (participeren in discussies).

  • Practicumverslag: moet voldoende zijn.

  • Bezoek Rijksmuseum Boerhaave. (LIJN AWV JAAR 1)

  • Opiniestuk (in e-portfolio) over Anatomie in vivo/ Lichamelijk onderzoek. (LIJN BEROEPSVORMING JAAR 1)

Geen cijfer: inspanningsverplichting.

Voor nabespreking en inzage: zie Brightspace.

Literatuurlijst

  • Dalley, Agur: Moore’s Clinically Oriented Anatomy, 9th ed, 2023. Uitgever: Wolters Kluwer. ISBN 9781975154127

  • Moore, Persaud, Torchia: The Developing Human. Clinically Oriented Embryology, 11th ed, 2020. Uitgever: Elsevier. ISBN 9780323611541

  • Pawlina: Histology. A Text and Atlas, 8th ed, 2020. Uitgever: Wolters Kluwer. ISBN 9781975115364

Inschrijven

Inschrijving vindt plaats via MyStudyMap. Voor dit vak gelden de standaard inschrijftermijnen die genoemd worden in het Protocol Inschrijven voor onderwijs en tentamens van de Universiteit Leiden. Voor meer informatie, zie de studentenwebsite.

Let op: als eerstejaarsstudent word jij ingeschreven voor de werkgroepen door de Studentenadministratie. Voor de (deel)tentamens moeten eerstejaars zich echter wel zelf inschrijven. Ouderejaars studenten moeten zich wel voor werkgroepen inschrijven via MyStudyMap.

Contact

Dr. R.G.E. Notenboom
Afdeling Anatomie & Embryologie
Sectie Klinische Anatomie
LUMC
Kamer: T-01-034 (Ozk)
Tel: 071 526 9352

Opmerkingen

Geen.