Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie OER).
Beschrijving
Het vak Pensioenrecht en sociale zekerheidsrecht behandelt de voor de arbeidsrechtelijke praktijk meest relevante delen van het sociale zekerheidsrecht en het pensioenrecht. In de sociale zekerheid gaat het vooral om de inkomensbescherming van zieke werknemers, re-integratieverplichtingen en de werknemersverzekeringen tegen werkloosheid (WW) en langdurige arbeidsongeschiktheid (WIA). In het onderdeel pensioenrecht staan centraal: pensioen als arbeidsvoorwaarde, de grote wetswijziging die (op het moment van opstellen van deze vakbeschrijving) bij de Eerste kamer in behandeling is en de contractuele eigenaardigheden van (uitvoering en wijziging van) die arbeidsvoorwaarde.
De volgende onderwerpen komen onder meer aan bod:
Sociale zekerheid
ontwikkeling en toekomst van sociale zekerheid en de politiek-economische dimensie daarvan;
werknemersbegrip, werknemersverzekeringen en vaststelling verzekerdenbegrip door de wetgever
loondoorbetaling bij ziekte
re-integratieverplichtingen bij ziekte
langdurige arbeidsongeschiktheid (WIA)
Werkloosheid (WW)
Verplichtingen bij werkloosheid
Pensioen
Ouderdomspensioen ingevolge de sociale zekerheid (AOW)
het arbeidsvoorwaardelijke pensioenbegrip, pensioenregelingen
daarin schuilende financiële risico's
(eenzijdige) wijziging van pensioenafspraken
Verplichtstelling van deelneming in een pensioenfonds
De stelselwijziging (Wet Toekomst Pensioenen).
Leerdoelen
Doel van het vak:
Dit vak verschaft studenten overzicht over het recht met betrekking tot de werknemersverzekeringen, ziekte en re-integratie en pensioen als arbeidsvoorwaarde en volksverzekering. Ze kunnen problemen op dit gebied zowel theoretisch als praktisch benaderen en zelfstandig casus/vragen op het vakgebied behandelen, kritisch beoordelen en tegenstrijdigheden daarin benoemen.
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende vaardigheden verworven:
de verschillen tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen te onderscheiden en beide soorten regelingen toe te passen op een complexe casus;
de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke regels over inkomensbeschermende regelingen te onderscheiden en op een casus toe te passen en de overgangen van privaatrecht naar publiekrecht te herkennen en de consequenties daarvan voor de casus te beschrijven;
begrip hebben van basisaspecten van het Nederlandse systeem van pensioenvoorziening, en de relatie tot het arbeidsovereenkomstenrecht;
de doelgroep van de regelingen determineren en te bepalen welke aanspraken iemand op grond van de regeling kan maken;
het geleerde bij het vak Arbeidsovereenkomstenrecht te relateren aan vragen/problemen die in sociaal verzekeringsrechtelijke en pensioenrechtelijke context voorkomen en de verschillen tussen de rechtsgebieden toe te passen in complexe casuïstiek;
analyses van aangeboden casuïstiek schriftelijk te presenteren; en
aangeleverde informatie kritisch te beoordelen en tegenstrijdigheden te benoemen en toe te passen op complexe casuïstiek.
Rooster
Zie MyTimetable.
Onderwijsvorm
Videocolleges
enkele korte filmpjes betreffende onderwerpen die in hoorcollege of werkgroep niet of beperkt aan de orde zullen komen
Vereiste actie studenten: bezien filmpje(s) opgegeven per werkgroep of hoorcollege
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 7
Namen docenten: prof. mr. B. Barentsen en mr. A.G. van Marwijk Kooy
Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen voorgeschreven stof
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 5
Namen docenten: prof. mr. B. Barentsen en mr. A.G. van Marwijk Kooy
Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen voorgeschreven stof, schriftelijk voorbereiden casus (indien van toepassing en op Brightspace geplaatst).
Toetsing en weging
Toetsvorm(en)
Schriftelijke opdracht: essay over sociale zekerheidsrechtelijk / pensioenrechtelijk thema (25% van het eindcijfer)
Schriftelijk tentamen met open vragen (75% van het eindcijfer)
Het eindcijfer bestaat uit de gewogen score op de schriftelijke opdracht en het schriftelijke tentamen. Het vak is behaald als het eindcijfer voldoende is. Bij een onvoldoende eindcijfer herkanst de student zowel het tentamen als de schriftelijke opdracht. De herkansing bepaalt dus voor 100% het eindcijfer. Indien het vak na afloop van het collegejaar niet met een voldoende is afgerond, verliezen resultaten voor de deeltoetsvormen (schriftelijke opdracht en schriftelijk tentamen) hun geldigheid en dient het vak in een nieuw studiejaar opnieuw te worden gevolgd.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, de readers en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep, videocolleges en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen op het reguliere herkansingsmoment. Om een voldoende te kunnen herkansen, dienen studenten eerst om toestemming te vragen bij het OIC. Kijk voor meer informatie op de studentensite onder ‘Inschrijven voor vakken en tentamens’ > ‘Toestemming voldoende herkansen’.
Literatuurlijst
Verplicht studiemateriaal
S. Klosse & G.J. Vonk, Hoofdzaken socialezekerheidsrecht, Den Haag: Bju (laatste druk)
G.J.J. Heerma van Voss, Wetgeving sociaal recht, Den Haag: Bju (laatste druk)
B. Barentsen & M.Y.H.G. Erkens, Arresten arbeidsrecht, Den Haag: Bju (laatste druk)
Een aan te schaffen reader pensioenrecht.
Inschrijven
Inschrijving voor het onderwijs en het tentamen verloopt in principe via MyStudymap. Heb je geen toegang tot MyStudymap (gaststudent) of ben je propedeusestudent, kijk dan hier onder het tabblad Rechtsgeleerdheid voor meer uitleg over de inschrijfprocedure in jouw situatie.
Contact
Vakcoördinator: A.G. van Marwijk Kooy
Instituut/afdeling
Instituut: Publiekrecht
Afdeling: Sociaal recht
Kamernummer secretariaat: KOG, B1.11
Telefoon secretariaat: 071 527 7713/7723
E-mail: sociaalrecht@law.leidenuniv.nl