Toegangseisen
De BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.
Beschrijving
In deze tijd van klimaatcrisis, stikstofcrisis en biodiversiteitscrisis wordt er veel gesproken over de manier waarop de mens omgaat met de natuur. Volgens sommigen moet die relatie fundamenteel veranderen om een leefbare toekomst veilig te stellen. Maar heeft eigenlijk onze omgang met de natuur zich historisch ontwikkeld? Geïnspireerd door de nieuwe perspectieven van de Environmental Humanities onderzoeken we in dit werkcollege de relatie tussen mens en natuur in Nederland van 1850 tot nu. Hoe vormde de strijd tegen het water het denken over natuur? Hoe reageerde men op natuurrampen? Hoe gingen mensen om met dieren, zowel boerderijdieren als huisdieren en wilde dieren? Wanneer ontstond de dierenbescherming en natuurbescherming? Hoe reageerden mensen op industriële vervuiling? Welke regels stelde de overheid eigenlijk voor het beschermen van de leefomgeving?
Vanaf de jaren 1960 ontwikkelde zich bij veel mensen meer fundamentele zorgen over de vervuiling van de leefomgeving en de effecten daarvan op de gezondheid van mens en natuur. Het concept ‘milieu’ deed zijn intrede. Binnen de Provobeweging en Kabouterbeweging werden nieuwe plannen ontwikkeld om het milieu te beschermen. Vooral als reactie op het Rapport van Rome (1972) ontstonden er veel nieuwe initiatieven om milieuvervuiling te stoppen. Zure regen, het gat in de ozonlaag, afvalscheiding en het idee ‘een beter milieu begint bij jezelf’ domineerden de milieubeweging in de tweede helft van de twintigste eeuw. In de eenentwintigste eeuw werd de opwarming van het klimaat een centraal thema. Maar de mens heeft niet alleen een problematische relatie met de natuur. We gaan ook onderzoeken hoe mensen in Nederland van de natuur genoten als wandelaars, kampeerders, naturisten die naakt wilden recreëren in de natuur, als jagers, vogelaars en volkstuinierders.
We reflecteren in dit vak op de manier waarop in de Nederlandse historiografie het thema mens en natuur wordt behandeld, proberen vast te stellen welke geschiedenis nog geschreven moet worden, en maken daar alvast een begin mee.
Leerdoelen
Algemene leerdoelen
De student kan:
1) een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
2) een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
c. een wetenschappelijk debat analyseren;
d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen
3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
4) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij;
a. een realistische planning hanteren;
b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
d. feedback geven en ontvangen;
e. aanwijzingen van de docent verwerken.
- 5) participeren in de discussies tijdens colleges.
Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting
6) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort;
bij de afstudeerrichting Nederlandse Geschiedenis: voor staatsvorming, identiteit, en politieke cultuur van Nederland en de Nederlandse overzeese gebieden vanaf de zestiende eeuw.
7) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht;
bij de afstudeerrichting Nederlandse Geschiedenis: voor primaire bronnen en diachrone nationale geschiedenis.
Leerdoelen, specifiek voor dit college
8) De student heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste debatten over de relatie tussen mens en natuur in Nederland van de negentiende tot de eenentwintigste eeuw.
9) De student kan deze debatten plaatsen in de bredere politieke en maatschappelijke ontwikkelingen van hun tijd en in die van deze tijd.
10) De student overziet het historiografische debat dat over dit thema gevoerd is en kan hieraan een bijdrage leveren.
Rooster
De roosters zijn beschikbaar via MyTimetable.
Onderwijsvorm
- Werkcollege met aanwezigheidsplicht
Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien je toch verhinderd bent dien je dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien je niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, word je uitgesloten van deelname.
Toetsing en weging
Toetsing
- Werkstuk (5.000-6.000 woorden gebaseerd op literatuur; exclusief voorblad, inhoudsopgave, bibliografie, voetnoten)
getoetste leerdoelen: 2-4, 6-10
- Mondelinge presentatie
getoetste leerdoelen: 3-4, 8-10
- Participatie
getoetste leerdoelen: 5
- Opdracht 1 Kort essay over secundaire literatuur
getoetste leerdoelen: 2-3, 8-9
- Opdracht 2 Gezamenlijke bibliografie
getoetste leerdoelen: 1, 8-10
- Opdracht 3 Opzet werkstuk
getoetste leerdoelen: 2
Weging
Werkstuk: 65%
Mondelinge presentatie: 10 %
Participatie: 10%
Opdrachten 15 %
Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.
Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de deadline zoals aangegeven in de corresponderende Brightspacecursus.
Inzage en nabespreking werkstuk
Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de inzage en nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.
Literatuurlijst
Wordt bij aanvang van het college bekendgemaakt.
Inschrijven
Inschrijven via MyStudyMap is verplicht.
Informatie over het inschrijven voor vakken en tentamens kun je hier vinden
Contact
Voor inhoudelijke vragen, neem contact op met de docent (rechts in informatiebalk).
Voor informatie over inschrijvingen, toelating, etc: Onderwijsadministratie Huizinga
Opmerkingen
Geen