Ingangseisen
Deelname aan het Bachelorproject is slechts toegestaan wanneer de propedeuse is behaald en ten minste 40 EC van het tweede jaar zijn behaald met inbegrip van Academische Vaardigheden: Onderzoeksonderwerp (5 EC) en Methoden en Technieken van Politicologisch Onderzoek (10 EC).
NB: Vanf 2024-25 is deelname aan het Bachelorproject slechts toegestaan wanneer de propedeuse is behaald en ten minste 40 EC van het tweede jaar zijn behaald met inbegrip van Academische Vaardigheden: Onderzoeksontwerp (5 EC), Statistiek II (5 EC) en Kwalitatieve Onderzoeksmethoden (5 EC).
Bachelor Project Informatiebijeenkomsten Leiden
Semester II: De informatiebijeenkomst vindt online plaats in blok 2. Studenten worden per mail uitgenodigd voor de bijeenkomst.
Inschrijving Bachelor Project
Semester II: De wijze van inschrijving wordt bekend gemaakt in november 2023.
Neem contact op met het OSC via osc@leiden.edu indien je vragen hebt over de inschrijving.
Taal
De scriptie voor de afstudeerrichting Politicologie wordt in principe in het Nederlands geschreven, tenzij anders aangegeven.
Literatuur
Halperin, S. & Heath, O. (2017) 'Political research: Methods and practical skills' - Oxford University Press, wordt bekend verondersteld. De overige literatuur wordt vermeld op de Brightspace pagina van elk Bachelor Project.
Omschrijving
Doel 1: Het leren toepassen van concepten, theorieën en methoden in een onderzoek binnen een van te voren door de docenten geformuleerd kader;
Doel 2: Het uitvoeren van en rapporteren over een beperkt empirisch of literatuur onderzoek
Inhoud: Het bachelorproject is een cursus die inhoudelijke instructie biedt, gevolgd door een onderzoeksdeel waarbinnen studenten een individueel onderzoek uitvoeren. Verschillende projecten worden aangeboden, gestructureerd rond verschillende thema's. Studenten volgen eerst een aantal weken inhoudelijk onderwijs waarbij ze hun kennis over een bepaald onderwerp binnen een deelgebied van de politicologie verdiepen. Daarna leren studenten een onderzoeksvraag te formuleren, onderzoek te ontwerpen om die vraag te beantwoorden, eigen onderzoek uit te voeren en correct en duidelijk over dat onderzoek te rapporteren.
Het eindrapport - de bachelorscriptie - rondt de bachelor Politieke wetenschappen af. De scriptie is een individuele eindwerkstuk gebaseerd op althans deels eigen onderzoek.
Onderwijsvormen
Plenaire bijeenkomsten, (individuele) spreekuur- of inloopbijeenkomsten, bibliotheekinstructie, en (bovenal!) zelfstudie en zelfwerkzaamheid.
Bibliotheek instructie
Informatie over de digitale module Bibliotheekinstructie zal beschikbaar worden gesteld via Brightspace.
Toetsing
Studenten slagen of zakken voor het gehele Bachelorproject (16 weken).
De opdrachten die tijdens het eerste, inhoudelijke deel van het Bachelorproject worden gemaakt leveren gezamenlijk een eerste deelcijfer op. Dit deelcijfer telt voor 40% mee in de bepaling van het eindcijfer. Afronding vindt plaats op 1 decimaal. Het behalen van een voldoende voor dit deel van het bachelorproject is geen noodzakelijke voorwaarde om voor de cursus als geheel te slagen.
De volledige thesis die tijdens het tweede, onderzoeksdeel van het bachelorproject wordt geschreven levert een tweede deelcijfer op. Dit deelcijfer telt voor 60% mee in de bepaling van het eindcijfer. Afronding vindt plaats op halve punten en dit onderdeel is behaald vanaf een 5,5. Het behalen van een voldoende voor dit deel van het bachelorproject is wel een noodzakelijke voorwaarde om voor de cursus als geheel te slagen. Dit betekent dat een voor het eerste deel van het bachelorproject behaald onvoldoende deelcijfer gecompenseerd kan worden met het voor het tweede deel van het bachelorproject behaalde deelcijfer (mits dat hoog genoeg is).
Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van beide deelcijfers. Om te slagen voor het bachelorproject (20 ECTS) dient voor het eindcijfer en het scriptiecijfer een voldoende (d.w.z. minstens 5,5) behaald te worden.
Wat betreft herkansingen:
Aangezien het eerste, inhoudelijke deel van het bachelorproject voor minder dan 50% meeweegt in de bepaling van het eindcijfer, hebben studenten die een onvoldoende halen voor dat deel geen recht op een herkansing daarvan.
Aangezien de thesis, die in het tweede, onderzoeksdeel van het bachelorproject wordt geschreven, voor 50% of meer meeweegt in de bepaling van het eindcijfer, hebben studenten die een onvoldoende halen voor hun thesis recht op een herkansing daarvoor.
Studenten die een voldoende halen voor de thesis, die in het tweede, onderzoeksdeel van het bachelorproject wordt geschreven, hebben ook het recht op een herkansing daarvan, tenzij zij tijdens hun eerste poging voor het gehele bachelorproject zijn geslaagd (wat betekent dat zij voor het eindcijfer en het scriptiecijfer een voldoende hebben behaald).
Studenten die zijn gezakt voor het bachelorproject maar voor een van de tweede delen daarvan een voldoende hebben gehaald, mogen in het volgende academische jaar deelnemen aan hetzelfde bachelorproject – mits dat project nog steeds wordt aangeboden en geen fundamentele wijzigingen heeft ondergaan – en het reeds behaalde deel overslaan. Het deelcijfer voor het reeds met een voldoende afgesloten deel blijft staan.
Studenten die zijn gezakt voor het bachelorproject en voor beide delen een onvoldoende hebben behaald, dienen het volgende academische jaar helemaal opnieuw te beginnen aan een bachelorproject
Eindprodukt:
Een scriptie van 7.000-8.000 woorden. Dit is de daadwerkelijk vereiste lengte van de thesis. Dus niet 7.000-8.000 woorden plus/min 10%. Wat betreft het woordenaantal: Alles van de inleiding tot de conclusie telt (zoals geregistreerd door MS Word). De volgende elementen tellen niet mee: voorpagina, abstract, inhoudsopgave en referentielijst. Wat betreft de abstract en inhoudsopgave: deze zijn optioneel.
Deadlines:
BAP semester II: Vrijdag 24 mei 2024, 17:00 uur.
Studenten die een onvoldoende halen voor hun thesis – en dus het volledige bachelor project niet met goed gevolg afsluiten – hebben het recht om hun thesis te verbeteren en opnieuw in te dienen. Dit doen zij op basis van de feedback die zij van hun thesisbegeleider ontvangen tijdens een speciaal daarvoor geplande bijeenkomst. Studenten hebben geen recht op verdere begeleiding. De deadlines voor het herindienen van de thesis zijn:
BAP semester II: Vrijdag 5 juli, 2024, 17:00 uur.
Hier zijn twee belangrijke voorwaarden aan verbonden:
Studenten hebben niet het recht om een thesis voor de tweede maal in te dienen als hun eerste poging een voldoende heeft opgeleverd.
Studenten hebben niet het recht om een thesis voor de tweede maal in te dienen als zij geen volledige versie van hun thesis hebben ingediend tijdens hun eerste poging (Zie Regels en Richtlijnen Examencommissie, art. 4.8.2).
Leids scriptie-repositorium
Goedgekeurde scripties worden bewaard in het Leids bachelor-scriptierepositorium na de afronding van uw Bachelorproject. U dient daarvoor een verklaring te ondertekenen.
Bachelorproject thema’s:
Semester II
BAP 102 KOMT TE VERVALLEN
102: Democratietheorie - (H. Oversloot)
Wat wij democratie noemen is, volgens een klassiek-Griekse opvatting, op zijn best een gemengde staatsvorm met enige democratische elementen. De rechtsstaat: men kan eraan gehecht zijn, maar de rechtsstaat kan ook worden gezien als een beperking van de democratie. (De (opkomende) democratie is in de negentiende eeuw ook wel gezien als een bedreiging van de rechtsstaat. Zonder rechtsstatelijke beperking en machtenscheiding rest een illiberal democracy, de tirannie van of namens de meerderheid, zeggen sommigen thans.
Is het bereik van de wet door hogere principes beperkt, ook als de wet op de meest democratische wijze tot stand komt? Welke zijn die hogere principes dan? ‘Hoeveel’ democratie is nodig om van een ‘echte’ democratie te kunnen spreken? Hoe plooibaar is het begrip? Als men het houden van verkiezingen voor het vervullende van staatsambten niet als een oligarchisch element in de staatsorganisatie beschouwt, maar, in tegendeel, als de manier waarop democratie in ‘de moderne tijd’ gestalte wordt gegeven, welke staatsambten moeten dan verkiesbaar zijn om van een democratie te kunnen spreken? En als democratie samengaat met – en uitdrukking moet geven aan – de politieke gelijkheid van (volwassen) leden van de politieke gemeenschap, hoe ongelijk mag het ‘feitelijke gewicht’ van de individuele stemmen dan zijn? Hoe ongelijk mag de feitelijke politieke invloed van individuen zijn? Is democratie wel mogelijk in een staat met een zeer grote vermogens- en inkomensongelijkheid? Veronderstelt democratie een gedeelde cultuur? De moderne democratie heeft gestalte gekregen binnen statelijk verband. Is democratie ook voorstelbaar in een ‘bovenstatelijke’ orde als de EU? Zijn daarvoor institutionele en/of andere veranderingen nodig? Welke? Als de EU te groot en (nog) te politiek en cultureel divers is om een democratie te kunnen vormen: kan een politieke gemeenschap ook te klein zijn voor een democratische rechtsstaat? Waarom is in sommige landen de postcommunistische overgang naar een democratische rechtsstaat wel succesvol verlopen en in andere niet? Is die overgang naar een democratische rechtsstaat voor eeuwig, of is een ‘terugslag’ denkbaar?
Voor uw poging om een antwoord te geven op een van deze of ‘soortgelijke’ vragen, sommige van politiek-filosofische, andere van meer empirische aard, is ruimte in dit Bachelor-project.
In het Bachelor-programma is er slechts een beperkt aanbod van cursussen geweest op het terrein van de politieke filosofie/theorie. U dient in elk geval de tweedejaarscursus “Geschiedenis van de Politieke Filosofie” met succes te hebben afgerond.
103: Politieke Representatie en Parlementaire Politiek - van Vonno
De vertegenwoordigende democratie in de eenentwintigste eeuw staat onder druk. Waarnemers wijzen op een toenemende electorale volatiliteit, afname van politiek vertrouwen, en de erosie van politieke elite in het algemeen, en politieke partijen in het bijzonder. Bovendien leven we nu in een tijdperk waarin (extremistische) populistische partijen aanzienlijke invloed hebben verworven in alledaagse partijpolitiek, waarbij ze sommige landen beginnen ze 'de norm' te worden. Er wordt ook betoogd dat inter- en supranationale samenwerking de democratische keuze binnenlandse beperkt.
Met deze ontwikkeling komen veel vragen op over representatieve democratieën en de rol van politieke partijen daarin. Dit geldt niet alleen voor het nationale niveau, maar ook op subnationaal niveau. In hoeverre kunnen we steun vinden voor deze observaties: staat het representatieve systeem echt onder druk? Hoe is het veranderd en geëvolueerd? Wat zijn de mogelijke supplementen, of alternatieven, voor de vertegenwoordigende democratie via politieke partijen?
Binnen dit project is het mogelijk om onderzoek te doen naar de ontwikkeling van de representatieve politiek in Nederland (nationaal, maar ook provinciaal en gemeentelijk niveau), maar ook in andere landen. Mogelijke niveaus van analyse zijn individuele (kandidaat) vertegenwoordigers, politieke partijen, en een vertegenwoordigend orgaan als geheel. Daarnaast kunnen studenten ook onderzoek doen naar meer directe vormen van democratie (referendums, burgerfora) als supplement (of alternatieve) voor de representatieve democratie.
Methoden:
Voor dit project kunnen studenten kwantitatieve en kwalitatieve methode van empirische dataverzameling en -analyse gebruiken. Studenten kunnen gebruikmaken van bestaande databronnen, of een (beperkte) eigen dataverzameling verrichten. De onderliggende onderzoeksfilosofie dient positivistisch te zijn.
Studenten Politicologie kunnen ook inschrijven voor de Bachelorprojecten 102 en 103 van de BSc Internationale Politiek, op basis van beschikbaarheid.