Voertaal in dit vak is Nederlands
Toegangseisen
Om deel te kunnen nemen aan het vak Klinische Vaardigheden, moeten studenten hebben deelgenomen aan het vak Diagnostiek en Behandeling: Theorie in Praktijk inclusief de seminarwerkgroepen.
Klinische Vaardigheden is verplicht voor studenten van de Masterspecialisatie Leerproblemen en Orthopedagogiek.
Klinische Vaardigheden is (net als een klinische praktijkstage) een vereiste om in aanmerking te komen voor de NVO-registratie Basis-Orthopedagoog.
Voor studenten van de Masterspecialisatie Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het Onderwijs (KLGO) is Klinische Vaardigheden optioneel bovenop hun verplichte programma. Studenten van de masterspecialisatie KLGO die tijdens de klinische praktijkstage in aanmerking willen/kunnen komen voor de NVO-registratie Basisaantekening diagnostiek, zijn verplicht om Klinische Vaardigheden te volgen.
Vakbeschrijving
Studenten in de Masterspecialisaties Orthopedagogiek en Leerproblemen (en KLGO) worden tijdens dit vak dusdanig toegerust in handelend opzicht, dat zij aan het eind van hun studie voldoende (wetenschappelijke) bagage hebben om de diagnostische cyclus en indicatiestelling adequaat onder supervisie te kunnen uitvoeren.
Studenten lopen door middel van real life casuïstiek het wetenschappelijke en cyclische karakter langs van het diagnostiekproces en indicatiestelling. Zij hebben, na afloop van het vak, inzicht in het (handelingsgericht) diagnostisch proces, van intake tot indicatiestelling. Reeds eerder opgedane kennis over diagnostiek en indicatiestelling worden in dit vak geïntegreerd en in de praktijk toegepast binnen een casusverslag.
Leerdoelen
- De student formuleert het beloop van het diagnostisch proces schriftelijk in wetenschappelijke bewoording.
- De student past theoretische mechanismen toe die onderliggend zijn aan psychopathologie.
- De student hanteert (zelf afnemen van testmateriaal uitgezonderd), afhankelijk van de casus, verschillende diagnostische instrumenten, (zoals intelligentieonderzoek, neuropsychologisch testmateriaal, sociaal emotionele vragenlijsten, projectief materiaal, klinische interviews, observaties) en evalueert het gebruik hiervan kritisch.
- De student past de diagnostische cyclus toe op real life casuïstiek en evalueert volgens het hypothesetoetsend model (zoals voorgeschreven door de NVO).
- De student reflecteert kritisch op het eigen diagnostisch handelen en stelt leerdoelen op voor het verdere werkveld.
- De student formuleert een overstijgend integratief beeld.
- De student formuleert een advies rondom indicatiestelling en onderbouwt dit met recente literatuur.
- De student formuleert SMART opgestelde behandeldoelen die logisch volgen op het integratieve beeld.
Brightspace
Tijdens deze cursus wordt gebruik gemaakt van Brightspace.
Rooster
De informatie rondom de inschrijving voor dit vak wordt in september bekend gemaakt.
Onderwijsvormen
Het vak begint met een plenair hoorcollege aan het begin van het studiejaar. Het vak bestaat uit 10 werkgroepbijeenkomsten van 3, 4 of 5 uur, afhankelijk van het onderdeel van de werkgroep.
Binnen de werkgroep wordt het grootste gedeelte van het eindverslag stap voor stap geschreven. Na iedere bijeenkomst volgt een huiswerkopdracht waarin studenten (deels in groepen, deels individueel) onderdelen van het verslag inleveren en elkaar van peerfeedback voorzien. Er is eenmalig tussentijdse feedback vanuit de docent.
Alle bijeenkomsten zijn verplicht. Er zullen verschillende werkgroepen door het collegejaar heen gegeven worden.
Literatuur
Afhankelijk van de casus. Kennis van de literatuur van het Mastervak Diagnostiek en behandeling: Theorie in Praktijk is verplicht.
De literatuur van de Bachelorvakken Modellen en strategieën voor orthopedagogisch handelen, Testen van functioneren en ontwikkeling, Observeren van gedrag en interactie, Begeleiding en samenwerking in de orthopedagogiek, Gesprekstechnieken 1 en Gesprekstechnieken 2 wordt als bekend verondersteld.
Aanvullende literatuur wordt later op Brightspace bekend gemaakt.
Toetsing
Beoordelingscriteria en werkwijze worden in het draaiboek, de syllabus NVO-casuïstiek en via je docent/Brightspace bekend gemaakt. Richtlijnen over de opdracht(en), ook over eventueel gebruik van AI, zijn te vinden op Brightspace.
De eindbeoordeling (voldoende/onvoldoende) voor het vak wordt gegeven voor het casusverslag dat je inlevert, waarin alle stappen van het diagnostisch proces aan de orde komen. Je krijgt schriftelijk feedback op de uitwerking van het verslag. Er is één mogelijkheid tot herkansing.