In dit college dienen studenten aangeleerde analytische vaardigheden toe te passen op basis van materiaal verzameld in veldwerksessies onder begeleiding van een docent(e) met een spreker van een Afrikaanse taal. Het gaat er met name om nieuwe problemen te formuleren die uit deze analyse voortkomen en vragen voor te leggen aan de informant die hierover uitsluitsel kan geven. De koppeling tussen analyse en veldwerk is essentieel. Een tweede belangrijke vaardigheid die in dit werkcollege aangeleerd wordt is het beseffen wat er allemaal mis kan gaan door fouten in de interpretatie van beide kanten.
De keuze van de taal hangt veelal af van toevallig in Nederland aanwezige en beschikbare sprekers van een Afrikaanse taal. De voorkeur gaat daarbij uit naar veldwerk op een nog niet eerder beschreven of slechts gedeeltelijk bestudeerde taal. In ieder geval speelt de beschikbare literatuur geen rol binnen dit werkcollege. We proberen ook een taal te kiezen die fonetisch niet al te moeilijk is, zodat niet alleen fonologie maar ook morfologie en syntaxis aan bod komen. In deze lessituatie zullen daarom niet alle analyseproblemen die zich voordoen ook daadwerkelijk opgelost kunnen worden.
Door middel van wekelijkse bijeenkomsten worden via interviews met de in-formant gegevens verzameld over de taal. Deze moeten door de student thuis uitgewerkt en geanalyseerd worden. Tijdens de afzonderlijke wekelijkse bespreking van de verzamelde gegevens wordt aan een analyse gewerkt van structurele kenmerken van de betreffende taal. De eerste sessies worden door de docent geleid. Het is echter de bedoeling dat de studenten zelf veldwerksessies leiden onder toezicht van de docent(e), teneinde aangeleerde elicitatietechnieken zelf toe te passen.
De beoordeling vindt plaats door middel van tussentijdse rapportage door de studenten over hun veldwerk, alsmede door een eindverslag.
Bij het college gaan we er vanuit dat de deelnemers de vaardigheden in de elementaire taalkundige analyse onder de knie hebben en dus een basiskennis hebben op het terrein van articulatorische fonetiek, fonologie, morfologie, semantiek en syntaxis. Wat het werkcollege hieraan toevoegt, is het leren toepassen van deze vaardigheden op eigen verzameld materiaal en het leren ontlokken en interpreteren van taaluitingen die uitsluitsel geven voor analyses.
Timetable
1e semester dinsdag 15-17h en vrijdag 9-11h
Voor studenten taalwetenschap en voor keuzevakkers die slechts 5 ects veldwerk willen / kunnen volgen. Het college is hetzelfde als \“Werkgroep empirisch onderzoek, Taalkundig veldwerk\” (AFBWGTK), met dien verstande dat het slechts één semester wordt gevolgd.
Hoofdvakstudenten TCA en studenten die dit vak volgen in het kader van de minor-track Beschrijvende Taalkunde (TCA) worden geacht het college \“Werkgroep empirisch onderzoek, Taalkundig veldwerk\” (AFBWGTK) te volgen, d.w.z. hetzelfde college, maar dan gedurende twee semesters.
Voertaal: Nederlands, Engels of Frans, afhankelijk van de contacttaal van de informant.
Method of Instruction
werkcollege: informantenwerk plus voor- en nabesprekingen.
A la carte and contract teaching
Uitsluitend in combinatie met of na afsluiting van Articulatorische Fonetiek (AFBARTFO).
Belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), vinden hier meer informatie over kosten, inschrijving, voorwaarden etc.
Dit college is niet beschikbaar voor A la carte onderwijs.
Course objectives
Zelfstandig basaal taalkundig veldwerk kunnen verrichten op een onbekende taal.
Examination
Na het eerste semester vindt toetsing plaats door middel van een onderzoeksverslag (5 ects).