Inleiding in de beschrijvende taalwetenschap met bijzondere aandacht voor Austronesische talen. In de keuze van begrippen en illustraties wordt zoveel mogelijk aangesloten bij onderwerpen in het Leerboek Indonesisch en het leerboek Javaans uit het eerste jaar en het college Inleiding Austronesische taalkunde van het tweede jaar.
Rooster
zie website opleiding
Onderwijsvorm
Werkcollege
Leerdoelen
*Kennis vergaren van de basisbegrippen uit de beschrijvende taalwetenschap. Daarbij ligt het accent op begrippen die centraal staan in de beschrijving van Austronesische talen, met name het Indonesisch/Maleis en het Javaans; *het kunnen gebruiken van Indonesische en Javaanse handboeken; *het analyseren van Indonesische en Javaanse teksten; *het verrichten van zelfstandig onderzoek in een Austronesische taal.
Literatuur
René Appel e.a. 2002, Taal en Taalwetenschap. Oxford, Blackwell Publishers.
Toetsing
Schriftelijk tentamen.
Informatie
e-mail docent: d.van.minde@hum.leidenuniv.nl
Overzicht
*Inleiding. Wat is algemene taalwetenschap; van taal naar taalwetenschap; typen taalwetenschap. Literatuur: H1+2; *Spraakklanken 1: Fonetiek. Het International Phonetic Alphabet (IPA); oefening van transcriptie in het IPA. Literatuur: H 14. Opdracht: fonetische transcriptie van Nederlandse, Engelse, Javaanse, Indonesische woorden; *Spraakklanken 2: Fonologie. Foon versus foneem; lettergrepen, klemtoon, intonatie. Literatuur: H 15+16. Opdracht: klemtoon, schwa vs. /e/ in het Indonesisch; *Woord: vorm en betekenis. Woordenschat, woordsoorten; lexicale en grammaticale woorden; het lexicon; het ‘mentale lexicon’; woordenboek. Literatuur: H11. Opdracht: woordklassen in het Indonesisch en Javaans; *Morfologie 1: woordvorming in het lexicon. Morfologische geleedheid; morfeem; derivatie; woordvorming in het Indonesisch: affigering, reduplicatie, compositum-vorming. Literatuur: H12. Opdracht: affixen in het Indonesisch en Javaans; *Morfologie 2: woordvorming in de zin. Flexie versus derivatie. Literatuur: H 12. Opdracht: flexie en derivatie in het Nederlands, Indonesisch en Javaans; *Zin en zinsbetekenis. De begrippen frase, zinsdeel (constituent), (deel)zin (clause); woordsoorten; modificatie en complementatie. Inhoudswoorden en functiewoorden. Literatuur: H6. Opdracht: de analyse van Indonesische en Javaanse zinnen; *Enkelvoudige zinnen. Agens/Patiëns-gerichte zinnen in het Indonesisch. Lezen: H7. Opdracht: reflexieve constructies en valentie. Zoeken van voorbeelden in het Indonesisch en het Javaans; *Complexe zinnen. Hoofd- en bijzinnen. Coördinatie versus inbedding van zinnen. Illustratie: betrekkelijke bijzinnen in het Indonesisch. Literatuur: H8. Opdracht: de analyse van complexe zinnen in het Indonesisch en Javaans; *Woordvolgorde. Op zinsniveau, op constituentniveau. Literatuur: H9. Opdracht Woordvolgorde; *Zinsbetekenis. Nominale constituenten: referentie, deixis, anafora. Illustraties in het Nederlands, Indonesisch, Javaans. Literatuur H10. Opdracht: proeftentamen; *Taal en taalgemeenschap. Verschillen en overeenkomsten tussen talen. Genetische verwantschap. Taalverandering. Tweetaligheid. Het ontstaan van nieuwe talen Literatuur: H17 + 20. Bespreking proeftentamen.
A la carte- en contractonderwijs
Belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), vinden hier meer informatie over kosten, inschrijving, voorwaarden etc.
Dit college is niet beschikbaar voor A la carte onderwijs.