Architectuurgeschiedenis:
Tijdens de colleges maken de studenten kennis met de belangrijkste methodes van architectuurhistorisch onderzoek. Ze leren om te gaan met visueel bronnenmateriaal (de gebouwen zelf en/of de resten daarvan, tekeningen en/of foto’s), tekstueel materiaal (traktaten, beschrijvingen, contracten), en een aantal gangbare methoden toe te passen, zoals de stilistische en functionele analyse of de iconografie.
Trends in het onderzoek van kunstnijverheid:
Aan de hand van concreet onderzoek zullen zowel verschillende onderzoeksgebieden en perioden (bijv. interieur, meubels, aardewerk, Oost-West invloed, diverse vormen van industri? producten) als verschillende methodieken en invalshoeken (bijv. stijlkritisch, monografisch, museaal gericht, restauratiegebonden, sociaal-historisch onderzoek) en bronnenmateriaal (bijv. boedelinventarissen, beeldmateriaal zoals fotografie) aan de orde worden gesteld.
Rooster
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Leerdoelen
In de beide voorafgaande studiejaren heeft de student een brede inhoudelijke vakkennis opgebouwd. Tijdens deze reeks colleges ontwikkelt de student zich verder tot een zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker, die kritische vragen kan stellen, zelfstandig een onderzoek op kan zetten en de resultaten hiervan helder en beargumenteerd uiteen kan zetten en verdedigen. De student verwerft inzicht in methoden en theorieën die belangrijk zijn voor de materiële cultuur.
Literatuur
Architectuurgeschiedenis:
De literatuur wordt op het eerste college bekend gemaakt.
Kunstnijverheid:
John A. Walker, Design History and the History of Design, Londen 1989, pp. 1-198.
C.W. Fock, ‘_Kunstnijverheid’, Visuele Kunsten dl. I, Theoretische Kunstgeschiedenis_, Heerlen (Open Universiteit) 1989, pp. 39-63.
R. Ramakers, ‘Kunstnijverheid, industriële vormgeving en kunstgeschiedenis’, in: ‘That Special , vo_Touch’_r, vormgeving en massaprodukt, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 39 (1988), pp. 202-233.
T.M. Eliëns, Kunstnijverheid of industriële vormgeving. Dat is de kwestie, Zwolle 1997 (Rede uitgesproken ter aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar in de Geschiedenis van de Industriële Vormgeving in relatie tot de Kunstnijverheid, Rijksuniversiteit Leiden), pp. 1-47 (telt voor 20 pagina’s).
Toetsing
Take-home tentamen
Informatie
Drs. M.A. de Ruiter m.a.de.ruiter@hum.leidenuniv.nl
Dr. H.M.H. v.d. Schoor h.m.h.van.de.schoor@hum.leidenuniv.nl
Overzicht
Op het eerste college worden het rooster en de instructie voor het Take-Home tentamen uitgedeeld.
Voor Architectuur en Kunstnijverheid worden afzonderlijke Take-Home tentamens gemaakt.
Voltijd: derde studiejaar, eerste semester
Deeltijd: vierde studiejaar, eerste semester