Beschrijving
Zoals je in je bacheloropleiding hebt kunnen ervaren, biedt taalbeheersing een veelheid aan perspectieven op communicatie. Deze leeslijst geeft een verdieping van een aantal belangrijke deelgebieden van de taalbeheersing, die in de bachelor aan bod zijn geweest: pragmatiek, stilistiek, retorica, argumentatie en persuasieonderzoek. De lijst bevat zowel boeken als artikelen. Veelal zijn de boeken wat algemener van aard en wordt in de artikelen op een specifiek onderwerp ingezoomd.
Bij het bestuderen van de lijst zijn de volgende zaken van belang. In het algemeen geldt: het gaat om de hoofdlijn. Wanneer er wordt gerapporteerd over onderzoek betekent dat: Welke onderzoeksvraag wordt door de onderzoeker(s) beantwoord? Hoe luidt het antwoord en welke motivering wordt daarvoor gegeven? Stel je bij het lezen kritisch op. Ben je overtuigd door het onderzoek? Is de motivering consistent? Ziet de onderzoeker iets over het hoofd?
Onderwijsvorm
Geen college; zelfstandige literatuurstudie. Zie voor instructies de blackboardsite ‘Taalbeheersing literatuurtentamen BA NL.
A la carte- en Contractonderwijs
Niet beschikbaar voor A la carte- of Contractonderwijs.
Toegangseisen
-
Leerdoelen
Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van een aantal belangrijke deelgebieden van de taalbeheersing.
Zelfstandig wetenschappelijke artikelen kunnen bestuderen en daarover vragen kunnen beantwoorden.
Extra achtergrondkennis opdoen voor het schrijven van het BA-werkstuk.
Studielast
5
Literatuur
Pragmatiek [163] – Leech, G.L. (1983). Principles of pragmatics. London/New York: Longman. Hieruit: hfst. 1-6 (pp. 1-151). [151]
-Jansen, H. (2007). ‘Zwijgen als conversationele implicatuur. Over het nut van een Griceaans perspectief op wetsinterpretatie’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 29, nr. 2, pp. 171-183. [12]
Stilistiek [136] – P. Verdonk (2006). ‘Style’. In: Kenneth Brown (ed.). Encyclopedia of language and linguistics. 2nd ed. Oxford: Elsevier. Vol. 12, pp. 196-210. [15]
P.J. Schellens (2006). `Bij vlagen loepzuiver. Over argumentatie en stijl in betogende teksten. [Z.p.: z.u.] Oratie Nijmegen. [30]
H. Hoeken (2005). ‘Overtuigende taal’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 27, nr. 2, pp. 139-150. [12]
H. Pander Maat (2004). ‘Wervend taalgebruik in persberichten: werkt het? Hoe journalisten omgaan met persberichten in de luchtvaartsector’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 26, nr. 3, pp. 209-225. [16]
J. Kamalski, L. Lentz & T. Sanders (2004). ‘Coherentiemarkering in informerende en persuasieve teksten. Een empirisch onderzoek naar cognitieve en affectieve effecten’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 26, nr. 2, pp. 87-104. [27]
A. Braet (2007). ‘Aristoteles over de welsprekendheid van Balkenende en Bush (en hun tekstschrijvers). Een vergelijking van de retoriek van Nederlandse en Amerikaanse regeringsverklaringen’. In: De anatomie van overtuigingskracht. Verzamelde lessen over klassieke en moderne toespraken ( en enkele andere wervende genres). Leiden: SNL. SNL-reeks 16, pp. 151-186. [36]
Argumentatie & Retorica [336] – F.H. van Eemeren, R. Grootendorst & F. Snoeck Henkemans (1997). Handboek argumentatietheorie. Historische achtergronden en hedendaagse ontwikkelingen. Groningen: Nijhoff. Hieruit: H 1 + 3-6 (p. 1-31; 59-238). [208]
Eemeren, F.H. van, P. Houtlosser & F. Snoeck Henkemans (2005). Argumentatieve indicatoren in het Nederlands. Een pragma-dialectische studie. Amsterdam: Rozenberg. Hieruit: H6 (pp. 171-240). [69]
Quintilianus (2002). De opleiding tot de redenaar. Vertaald en ingeleid door P. Gerbrandy. Groningen: Historische Uitgeverij. Hieruit: IV (p. 189-231) en VI 1+2 (p. 298-315). [59]
Tekstontwerp en persuasieonderzoek [122] – B. Andeweg & J. de Jong (2003). ‘Hoe begint de minister? Een retorisch exordiummodel toegepast op departementale toespraakinleidingen’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 25, nr. 1, pp. 34-56. [23]
B. Andeweg & J. de Jong (2004). ‘Effecten van inleidingstechnieken’. In: De eerste minuten, attentum, benevolum en docilem parare in de inleiding van toespraken. Den Haag: Sdu, pp. 365-390. Diss. Nijmegen. [25]
M. de Jong & P.J. Schellens (2000). ‘Formatieve evaluatie’. In: P.J. Schellens, R. Klaas-sen & S. de Vries (red.). Communicatiekundig ontwerpen. Methoden, perspectieven, toepassingen. Assen: Van Gorcum, pp. 100-118. [18]
J. Renkema (1996). ‘Over smaak valt goed te twisten. Een evaluatiemodel voor tekstkwaliteit’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 18, nr. 4, pp. 314-338. [25]
S. Elling & L. Lentz (2003). ‘De voorspellende kracht van het CCC-model’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, 25, nr. 3, pp. 221-235. [15]
H. Hoeken (2001). ‘Logos, ethos en pathos in sociaal-wetenschappelijk onderzoek’. In: Lampas. Tijdschrift voor Nederlandse classici, 34, nr.4/5, pp. 424-439. [16]
Toetsing
Mondeling tentamen.
Rooster
Het accenttentamen kan worden afgelegd in de reguliere tentamenperiodes, dus voor het eerste semester in januari en voor het tweede semester vanaf eind mei tot eind juni. Wie in het eerste semester het mondelinge accenttentamen wil afleggen, maakt zelf een afspraak met mw. dr. H. Jansen. Je dient je daarvoor tijdig op te geven.
Wil je het tentamen in januari afleggen dan is de deadline voor aanmelding 15 december.
Wie in het tweede semester het mondelinge accenttentamen wil afleggen, maakt zelf een afspraak met de desbetreffende docent. Je dient je daarvoor tijdig op te geven uiterlijk vóór 15 mei.
Informatie
Aanmelden
Blackboard
Zie voor instructies de blackboardsite ‘Taalbeheersing literatuurtentamen BA NL.