Een eeuw geleden rapporteerde Karl Pearson ? van de eerste meta-analyses waarbij hij studie-uitkomsten van verschillende medische studies combineerde. De benadering van meta-analyse is in de afgelopen decennia zeer populair geworden in de zogenaamde ‘evidence-based’ medische wetenschappen. Het was echter de onderwijskundige Gene Glass die de term ‘meta-analyse’ ongeveer 25 jaar geleden in de pedagogische – en gedragswetenschappen heeft ge?roduceerd. Meta-analyse kun je omschrijven als de empirische analyse van studies. Het gaat bij meta-analyse om een kwantitatieve analyse en de synthese van een set van empirische studies die min of meer aan elkaar gerelateerd zijn. De empirische studies hebben idealiter betrekking op een nauw afgebakend onderzoeksterrein. Net zoals een narratief literatuuroverzicht de bestaande literatuur probeert samen te vatten met het oog op een specifieke hypothese of theorie, zo beoogt ook meta-analyse hypothesen te toetsen teneinde de grote lijnen en de witte vlekken in een onderzoeksveld te kunnen aanwijzen. Een belangrijk verschil met het ‘traditionele’, beschrijvende literatuuroverzicht, is gelegen in het feit dat meta-analyse gebruik maakt van rigoureus repliceerbare procedures. Hoewel er verschillende benaderingen voor meta-analyse zijn, hebben alle benadering gemeen dat ze een specifieke set van statistische methoden gebruiken, vergelijkbaar met de statistische methodologie die in het primaire onderzoek gebruikt wordt. In primair onderzoek worden data verzameld en geanalyseerd op het niveau van individuele proefpersonen, ofwel klassen of groepen van personen. In meta-analyse worden data verzameld en geanalyseerd op het niveau van de studie-uitkomst. De individuele studies zijn als het ware de eenheid van analyse. Studie-uitkomsten zijn doorgaans gebaseerd op verschillende proefpersonen, en kunnen daarom beschouwd worden als schattingen die vari?n naar de mate van nauwkeurigheid, zoals tot uitdrukking komt in het betrouwbaarheidsinterval rond de schatting van de uitkomst. In deze cursus wordt speciale aandacht besteed aan het gebruik van de beide modellen die voor dit probleem ontwikkeld zijn in meta-analyse: het zogenaamde ‘fixed-effects’ model en het ‘random-effects ’model.
Doel van deze cursus is studenten te introduceren in de methoden en technieken van meta-analyse, met een tweeledige bedoeling. Enerzijds kunnen we met behulp van meta-analyse ‘evidence-based’ hypothesen opstellen die in primaire studies opnieuw empirisch onderzocht kunnen worden, anderzijds kunnen op basis van meta-analyse evidence-based richtlijnen voor de praktijk opgesteld worden. In deze cursus zal elke student een eigen meta-analyse uitvoeren op een specifiek onderzoeksdomein binnen de pedagogiek of ontwikkelingspsychologie.
Co-ordinator
Prof. dr. M.H. van IJzendoorn
Course objectives
Een eeuw geleden rapporteerde Karl Pearson één van de eerste meta-analyses waarbij hij studie-uitkomsten van verschillende medische studies combineerde. De benadering van meta-analyse is in de afgelopen decennia zeer populair geworden in de zogenaamde ‘evidence-based’ medische wetenschappen. Het was echter de onderwijskundige Gene Glass die de term ‘meta-analyse’ ongeveer 25 jaar geleden in de pedagogische – en gedragswetenschappen heeft geïntroduceerd. Meta-analyse kun je omschrijven als de empirische analyse van studies. Het gaat bij meta-analyse om een kwantitatieve analyse en de synthese van een set van empirische studies die min of meer aan elkaar gerelateerd zijn. De empirische studies hebben idealiter betrekking op een nauw afgebakend onderzoeksterrein. Net zoals een narratief literatuuroverzicht de bestaande literatuur probeert samen te vatten met het oog op een specifieke hypothese of theorie, zo beoogt ook meta-analyse hypothesen te toetsen teneinde de grote lijnen en de witte vlekken in een onderzoeksveld te kunnen aanwijzen. Een belangrijk verschil met het ‘traditionele’, beschrijvende literatuuroverzicht, is gelegen in het feit dat meta-analyse gebruik maakt van rigoureus repliceerbare procedures. Hoewel er verschillende benaderingen voor meta-analyse zijn, hebben alle benadering gemeen dat ze een specifieke set van statistische methoden gebruiken, vergelijkbaar met de statistische methodologie die in het primaire onderzoek gebruikt wordt. In primair onderzoek worden data verzameld en geanalyseerd op het niveau van individuele proefpersonen, ofwel klassen of groepen van personen. In meta-analyse worden data verzameld en geanalyseerd op het niveau van de studie-uitkomst. De individuele studies zijn als het ware de eenheid van analyse. Studie-uitkomsten zijn doorgaans gebaseerd op verschillende proefpersonen, en kunnen daarom beschouwd worden als schattingen die variëren naar de mate van nauwkeurigheid, zoals tot uitdrukking komt in het betrouwbaarheidsinterval rond de schatting van de uitkomst. In deze cursus wordt speciale aandacht besteed aan het gebruik van de beide modellen die voor dit probleem ontwikkeld zijn in meta-analyse: het zogenaamde ‘fixed-effects’ model en het ‘random-effects ’model.
Doel van deze cursus is studenten te introduceren in de methoden en technieken van meta-analyse, met een tweeledige bedoeling. Enerzijds kunnen we met behulp van meta-analyse ‘evidence-based’ hypothesen opstellen die in primaire studies opnieuw empirisch onderzocht kunnen worden, anderzijds kunnen op basis van meta-analyse evidence-based richtlijnen voor de praktijk opgesteld worden. In deze cursus zal elke student een eigen meta-analyse uitvoeren op een specifiek onderzoeksdomein binnen de pedagogiek of ontwikkelingspsychologie.
Methods of instruction
Hoor- en werkcolleges en practicum in werkgroepen met verplichte aanwezigheid. Er wordt gediscussieerd over de literatuur, een programma voor meta-analyse wordt geïntroduceerd en met behulp van dit programma wordt de eigen meta-analyse uitgevoerd.
Study material
*Hunt, M. (1997). How science takes stock. The story of meta-analysis. New York: Russell Sage Foundation. *Lipsey, M.W., & Wilson, D.B. (2001). Practical meta-analysis. Newbury Park, CA: Sage. *Chalmers, I. & Altman, D.G. (1995). Systematic reviews. London: BMJ. *Cooper, H. & Hedges, L.V. (1994). The handbook of research synthesis. New York: Russell Sage (selected chapters). *Borenstein, M. & Rothstein, H. (1999). Comprehensive meta-analysis. A computer program for research synthesis. Englewood, NJ: Biostat. *Artikelen die via Blackboard worden verspreid.
Examination
Een paper waarin de eigen meta-analyse met betrekking tot een specifiek onderzoeksterrein wordt beschreven. Tussentijds worden de resultaten van de meta-analyse gepresenteerd.
Timetable
Inschrijving voor vakken en tentamens
Inschrijving via U-twist voor ALLE vakken en tentamens is verplicht. Inschrijven voor een vak kan tot uiterlijk twee weken voor aanvang van het eerste college. Inschrijven voor het tentamen kan tot uiterlijk één week voor het tentamen. Zonder inschrijving kan men niet deelnemen aan het onderwijs of het tentamen.
_Avondonderwijs
_In 2006-2007 wordt er voor het laatst onderwijs in de avonduren gegeven. Indien het aantal aangemelde studenten voor een vak in de avond vijf of minder bedraagt, wordt het vak niet collectief gegeven maar in een alternatieve vorm (overigens wel met contacturen in de avond, maar in een andere vorm dan met wekelijkse colleges en/of werkgroepen). Bij iets meer dan vijf deelnemers kan een docent alsnog een alternatieve vorm aanbieden. Als voor een alternatieve vorm wordt gekozen wordt dit zo snel mogelijk bekend gemaakt.
Blackboard
Blackboard: http://blackboard.leidenuniv.nl/bin/common/course.pl?course_id=_5846_1&frame=top
Remarks
<font color="#002e65">Home Pedagogische Wetenschappen</font> | <font color="#002e65">AGP</font> |