Coördinator
Dr. J.J.G.B. de Frankrijker
Doel en inhoud
Doel
Informeren over belangrijke filosofische begrippen met behulp waarvan studenten op wetenschappelijk verantwoorde wijze leren reflecteren op het praktisch handelen in opvoeding, onderwijs, opleiding en hulpverlening, alsmede op de pedagogische onderzoekspraktijk. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich filosofische grondbegrippen eigen maken (eindterm 1.1) die ze vervolgens zelf ook in concreet opvoedkundige praktijksituaties leren toepassen (eindterm 2.2). Kennismaking met internationaal erkende (opvoedings)rechten van opvoeders en kinderen (eindterm 2.4). Naast versterking van kritisch-analytische en creatief-sociale competenties (eindtermen 2.8, 3.1) wordt ook gewerkt aan het verfijnen van ethisch-reflectieve vaardigheden (eindtermen 3.4).
Inhoud
Aan de orde komen actuele thema-s uit de filosofie, zoals vrijheid, gelijkheid, macht, verantwoordelijkheid, humaniteit, zorg en welzijn (eindterm 1.1). Kennismaking en oefening met de beroepsethiek vindt plaats door middel van het zelf organiseren van een filosofisch gesprek met een kind. Naast een filosofische analyse van dit gesprek vindt ook reflectie plaats op de beroepsethische aspecten (eindterm 3.4). Speciale aandacht gaat uit naar de filosofische onderbouwing van het onderscheid tussen rechten van kind en (jong)volwassenen. Voor de uitvoering van tussentijdse opdrachten (eindtermen 2.2 en 3.2 ) wordt onder meer gebruik gemaakt van de NVO-beroepscode, het ethisch onderzoeksprotocol van de Faculteit der Sociale Wetenschappen en de Gedragscode voor wetenschappelijk onderzoek van de Sociaal Wetenschappelijke Raad (SWR), die via Internet te raadplegen zijn. Ook wordt aandacht besteed aan <del>netiquette</del>, met onder meer de binnen de Leidse universiteit gehanteerde spelregels zoals vastgelegd in de <del>Code of conduct for teachers and students in ICT</del> . Zie daarvoor Blackboard.
Onderwijsvormen
Hoorcolleges. Bij een gedeelte van de leerstof worden studiebegeleidingsvragen verstrekt.
Van de studenten die dit studie-onderdeel gaan volgen wordt verwacht dat zij ook het propedeuse-tutoraat volgen (of met goed gevolg afgesloten hebben). Mocht dit niet het geval zijn dan moet men contact opnemen met de coördinator van het propedeuse-tutoraat om alsnog voor de bijeenkomsten van het tweede semester ingedeeld te worden bij een tutorgroep.
Literatuur
Brabander, R. de (2008). Van gedachten wisselen. Filosofie en ethiek voor sociale beroepen. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Savater, F. (2001). De waarde van opvoeden. Filosofie van onderwijs en ouderschap. Utrecht: Bijleveld.
Archard, D. (2004, 2nd edition). Children. Rights and childhood. London: Routledge.
Aanvullend studiemateriaal wordt via internet (Blackboard) beschikbaar gesteld.
Toetsing
Deeltoets A (3 ECTS) is een schriftelijk tentamen over de collegestof en de opgegeven literatuur. Deeltoets B (3 ECTS) is een meeneemopdracht inhoudende een zelf uit te voeren filosofisch gesprek, filosofische analyse en beroepsethische reflectie, alsmede twee werkopdrachten.
Beide deeltoetsen A en B dienen afzonderlijk met een voldoende beoordeeld te zijn. Het eindcijfer van dit vak is het gemiddelde van de twee deelcijfers.
Rooster
Rooster Inleiding in de praktische filosofie
Inschrijving
Inschrijving via U-twist voor ALLE vakken en tentamens is verplicht.
Inschrijven voor een vak kan tot uiterlijk twee weken voor aanvang van het eerste college. Inschrijven voor het tentamen kan tot uiterlijk één week voor het tentamen. Zonder inschrijving kan men niet deelnemen aan het onderwijs of het tentamen.