Prospectus

nl en

Rule of Law, Democracy and Constitution

Course
2009-2010

Coördinator

  • Naam: Mr. dr. M.L. (Michiel) van Emmerik

  • Werkadres: KOG (Steenschuur 25), kamer B1.15

  • Bereikbaarheid: Afspraak op aanvraag via e-mail

  • Telefoon: 071 – 527 8945

  • E-mail: m.l.vanemmerik@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Publiekrecht

  • Afdeling: Staats- en bestuursrecht

  • Kamernummer secretariaat: B1.21

  • Openingstijden: 9.00 – 16.45 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 – 527 7713

  • E-mail: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl

Omschrijving

Doel van het vak
Doel van het vak is het verwerven van diepgaand inzicht in de inhoud en betekenis van de concepten rechtsstaat, democratie en constitutie in een veellagige rechtsorde.

Korte omschrijving van het vak
In dit mastervak staan de concepten van rechtsstaat, democratie en constitutie centraal. De klassieke nationale rechtsstaat bevindt zich inmiddels in een zich steeds verder ontwikkelende Europese en mondiale rechtsorde. Dit brengt belangrijke nieuwe (staatsrechtelijke) vraagstukken met zich mee, in het bijzonder ook ten aanzien van de positie van de drie klassieke staatsmachten, namelijk de wetgever, de rechter en het bestuur, bijvoorbeeld ten aanzien van totstandkoming van regelgeving en beleid binnen de Europese Unie. Ook ontstaan er nieuwe discussies rond het concept democratie, zoals het model van de ‘deliberative democracy’, waarbij de legitimatie van beslissingen niet afhangt dan de meerderheid waarmee die beslissing is genomen maar van de kwaliteit van het debat dat eraan is voorafgegaan en de mate van openheid voor deelname van burgers aan het besluitvormingsproces (participatie en transparantie).
Verder wordt de verhouding regering – parlement in rechtsvergelijkend perspectief bezien aan de hand van diverse regerings- en kiesstelsels (bijv. VK en VS). Hoe is deze verhouding in uiteenlopende stelsels ten aanzien van wetgeving en beleidsvorming? Ook de verhouding tussen de rechter en de wetgever levert belangrijke vragen op in de democratische rechtsstaat. In hoeverre kan de – in Nederland benoemde – rechter zich bezighouden met rechtsvorming en wanneer moeten bepaalde kwestie worden overgelaten aan de democratische gekozen volksvertegenwoordiging? Zijn er politieke kwesties waar de rechter zich niet mee mag bemoeien? Wat is in dit verband de actuele reikwijdte van het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet?
De organisatie van de overheid, in het bijzonder functionele en territoriale decentralisatie en het bestuurlijk toezicht worden eveneens behandeld. In de ogen van decentrale overheden is er sprake van een centralisatietendens waar ‘Den Haag’ regelmatig zoveel mogelijk zaken naar zich toetrekt en in het uiterste geval via bestuurlijk toezicht haar wil oplegt. Aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingen ten aanzien van het uitbesteden dan wel op afstand plaatsen van bepaalde overheidstaken. Met name de kwestie van de democratische legitimatie van zelfstandige bestuursorganen en de ministeriële verantwoordelijkheid voor het handelen van zelfstandige bestuursorganen is de laatste jaren zeer in discussie.
Ten slotte wordt ingegaan op de staatsrechtelijke aspecten van de (aanpak van de) recente kredietcrisis. Binnenkort start een parlementair onderzoek waarin de kredietcrisis en de genomen kabinetsmaatregelen nader onder de loep worden genomen. Een belangrijke kwestie is de rol van het parlement in tijden van financiële crisis. Moet het parlement niet tijdig worden geïnformeerd over (geheime) onderhandelingen met ABN/Fortis en ING inzake forse financiële overheidssteun? Is het overheidstoezicht op de financiële sector voldoende? Kunnen gemeentes en provincies eigenmachtig proberen geld terug te krijgen van Icesave? Staat EU-Commissaris voor mededinging Kroes toe dat de Nederlandse overheid banken en andere ondernemingen financiële steun verleent?

In dit mastervak worden de staatsrechtelijke onderwerpen die in bachelorfase aan de orde zijn gekomen op verdiepende wijze behandeld. Dit met uitzondering van het onderwerp grondrechten dat in het mastervak rechter en grondrechten in een veellagige rechtsorde centraal staat. In vijf weken wordt ingegaan op de complexe vraagstukken die spelen met betrekking tot klassieke staatsrechtelijke thema’s in veellagig rechtssysteem en worden de hiervoor genoemde onderwerpen in nauwe samenhang met elkaar behandeld. Daarbij komen in ieder geval de volgende algemene thema’s aan bod:
1. De democratische rechtsstaat in internationaal en Europees perspectief
2. Regering en Staten-generaal als constitutionele partners
3. De rol van de rechter in een democratische rechtsstaat
4. Bestuurlijk organisatierecht
5. Actualia: staatsrechtelijke aspecten van de kredietcrisis
Ieder thema zal worden behandeld aan de hand van actuele vraagstukken en praktische casus, waarbij hedendaagse controverses en discussies zichtbaar worden gemaakt. De deelnemers aan het vak worden gestimuleerd in deze discussies stelling te nemen op basis van weloverwogen standpunten, ontleend aan jurisprudentie en rechtswetenschappelijke literatuur. De gekozen thema’s sluiten nauw aan op het onderzoek dat binnen de Afdeling Staats- en bestuursrecht wordt verricht – in het bijzonder ook door de docenten van het vak – in het kader van het onderzoeksprogramma Securing the rule of law in a world of multi-level jurisdiction.

Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:

Eindtermen inhoud
1. De student heeft grondige kennis van en een diepgaand inzicht in een aantal algemene leerstukken ten aanzien van rechtsstaat, democratie en constitutie en in de mogelijkheden van toepassing van deze algemene leerstukken in praktische casus.
2. De student heeft grondige kennis van en een diepgaand inzicht in de werking van klassieke staatsrechtelijke thema’s in een democratische en veellagige rechtsorde die is gebaseerd op rechtsstatelijke principes.
3. De student heeft grondige kennis van en een diepgaand inzicht in de onderlinge verhouding tussen de “lagen” in een veellagige rechtsorde (Nederland, EU, EVRM, internationaal), in het bijzonder met betrekking tot de concepten rechtsstaat, democratie en constitutie.
4. De student heeft kennis van actuele vraagstukken en discussies op het terrein van rechtsstaat, democratie en constitutie en kan daarin beargumenteerd stelling nemen.

Eindtermen vaardigheden
1. De student is in staat om literatuur, juridische bronnen en complexe casus die betrekking hebben op rechtsstaat, democratie en constitutie diepgaand en in onderling verband te analyseren en te interpreteren.
2. De student is in staat om actief een wetenschappelijk onderbouwd standpunt in te nemen in discussies over (actuele en maatschappelijke) onderwerpen die actuele staatsrechtelijke onderwerpen betreffen, zoals democratie, de inrichting van het overheidsbestuur en ministeriële verantwoordelijkheid.
3. De student is in staat om zelfstandig een rechtswetenschappelijk onderzoek op academisch niveau voor te bereiden en uit te voeren (verzamelen van informatie, interpreteren van gegevens, conclusies trekken, evalueren en aanbevelingen en suggesties doen voor verder onderzoek).

Onderwijsvormen

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: Mr. dr. M.L. (Michiel) van Emmerik (coördinator), mr. dr. J.P.(Jan-Peter) Loof, mr. J. (Jerfi) Uzman

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Tijdens de hoorcolleges wordt steeds één van de hiervoor kort genoemde thema’s in grote lijnen belicht en wordt het relevante theoretische en positiefrechtelijke kader geschetst. Daarnaast wordt aandacht besteed aan enkele actuele wetenschappelijke, juridische en maatschappelijke/politieke ontwikkelingen op het terrein van het relevante thema. Studenten dienen daarom, voorafgaand aan het college, de voorgeschreven stof in het boek en de reader grondig te bestuderen.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 5

  • Namen docenten: Mr. dr. M.L. (Michiel) van Emmerik (coördinator), mr. dr. J.P.(Jan-Peter) Loof, mr. J. (Jerfi) Uzman

  • Vereiste voorbereiding door studenten: In de werkcolleges wordt nader gediscussieerd over het thema dat tijdens het hoorcollege is behandeld, op basis van een door studenten in groepsverband voor te bereiden en te houden referaat over een stelling of casus. De studenten worden daartoe in de eerste week ingedeeld in kleine groepen (3 à 4 studenten). Deze studenten leiden na het houden van het referaat de discussie, waaraan de andere studenten actief deelnemen.

Andere onderwijsvorm(en)
Iedere student dient een schriftelijke opdracht in te leveren over één van de vijf thema’s die in dit vak aan bod komen (1500 woorden). Deze opdracht wordt voorzien van uitgebreide feedback.

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal
Literatuur: C.A.J.M. Kortman, Constitutioneel recht, geheel herziene zesde druk, Deventer 2008

Werkboek: Reader ‘Rechtsstaat, democratie en constitutie in een veellagige rechtsorde’ met nog enige aanvullende literatuur

Aanbevolen studiemateriaal
PM

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Schriftelijk tentamen (50% eindcijfer)

  • Tussentijds schriftelijk werk: paper (25% eindcijfer)

  • Mondelinge presentatie: referaat (25% eindcijfer)

Inleverprocedures
Via Blackboard.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.

Ingangseis

Bacheloropleiding Nederlands Recht (zie OER Master NR)

Rooster

Voor vakken van de master.

Inschrijving

Via U-twist

Digitale leeromgeving

Voor de informatievoorziening wordt bij dit vak gebruik gemaakt van Blackboard.

Bijzonderheden

Studenten die het vak als conversievak of vervangend vak willen volgen, dienen zich voorafgaand aan het onderwijs te melden bij de coördinator van het vak.

Contractonderwijs

Belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), vinden hier meer informatie over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc.