h.3 Doel
Het toepassen van de basiscommunicatieve vaardigheden in het medisch consult.
Het uitvragen van de dimensies van een klacht.
Het opnemen van de tractus anamnese.
Het waarnemen, benoemen en toepassen van de verschillende aspecten van professioneel gedrag in een medisch consult.
Het verrichten van een lichamelijk onderzoek.
Het op systematische wijze zowel mondeling als schriftelijk verslag doen van de bevindingen van anamnese en lichamelijk onderzoek.
Het Lijn Klinisch Onderwijs in Klinische Vaardigheden en Attitude (KVA) richt zich op het aanleren van de technieken die vereist zijn voor het opnemen van de ziektegeschiedenis van de patient (anamnese), het verrichten van het lichamelijk onderzoek en het aanleren van een professionele houding van de student in zijn/haar toekomstige rol als arts. Tijdens de werkgroep-bijeenkomsten wordt per bijeenkomst aan alle drie facetten aandacht besteed. Iedere bijeenkomst wordt gehouden aan de hand van een klinisch probleem.
Voor het aanleren van deze vaardigheden worden in het tweede, derde en vierde studiejaar werkgroepbijeenkomsten gehouden in het Vaardigheden Trainings Centrum (VTC). Het oefenen van de verschillende technieken gebeurt door de studenten onderling op elkaar te laten oefenen. De werkgroepbijeenkomsten worden begeleid door ervaren clinici, en student-assistenten.
In het vierde studiejaar wordt in het kader van het lijn klinisch onderwijs aandacht besteed aan complexe situaties, zoals het opnemen van de gynaecologische en sexuele anamnese, het opnemen van de de hetero-anamnese, het opnemen van de anamnese bij ouderen, en het omgaan met fouten.
Het Lijn Klinisch Onderwijs voor het derde studiejaar kan slechts worden gevolgd als het Lijn Klinisch Onderwijs voor het tweede studiejaar met een voldoende beoordeling is afgesloten. Het lijnonderwijs KVA voor het vierde studiejaar kan slechts worden gevolgd als het Lijn Klinisch Onderwijs voor het derde studiejaar met goed gevolg is afgesloten.