Prospectus

nl en

Theorie en geschiedenis van de archeologie

Course
2010-2011

Aanwezigheid verplicht

Nee.

Toelatingseis

Geen.

Beschrijving

Vanuit een overzicht van de geschiedenis van de archeologiebeoefening wordt uitgelegd wat archeologische theorie is en wordt aan de hand van case-studies geïllustreerd waarom het van belang is. Wetenschapsfilosofie en geschiedfilosofie spelen derhalve een belangrijke rol.
Studenten worden geacht de volgende kernbegrippen te kunnen herkennen, benoemen en bediscussiëren: verificatie, falsificatie, classificatie, modellering; paradigma (Kuhn, Popper) en waarneming (wat is een waarneming? alsmede de emic-etic discussie).
De relevantie van deze begrippen voor de archeologiebeoefening zal worden geïllustreerd aan de hand van concrete voorbeelden.

Leerdoelen

  • De belangrijkste archeologische theorieën kunnen definiëren en plaatsen in de geschiedenis;

  • De belangrijkste wetenschappelijke ‘denkers’ kennen, zoals Kuhn en Popper;

  • De volgende theoretische kernbegrippen kunnen herkennen: verificatie, falsificatie, classificatie, modellering, paradigma, emic-ethic en waarneming;

  • De voornoemde kernbegrippen kunnen definiëren;

  • De voornoemde kernbegrippen kunnen bediscussiëren en weten welke discussies rond deze kernbegrippen spelen;

  • De relevantie van voornoemde begrippen voor de archeologie kunnen schetsen.

Onderwijsvorm

Hoorcollege.

Toetsvorm

Tentamen.

Literatuur

  • K. Green & T. Moore, Archaeology, an Introduction, editie 5 (2010). ISBN 041 54 963 9X of 978 04 1549639 1;

  • Syllabus.

Rooster

Roostergegevens voor deze collegereeks zijn te vinden in het propedeuserooster.
Tentamen- en hertentamendata zijn te vinden in het tentamenrooster.