Prospectus

nl en

Bachelorproject IBO

Course
2014-2015

Omschrijving

Doel: 1. Het leren toepassen van concepten, theorieën en methoden alsmede het opstellen van een theoretisch kader met behulp van door de docent aangedragen kernliteratuur.
Doel: 2. Het uitvoeren van en rapporteren over een literatuur- of beperkt empirisch onderzoek

Inhoud: In het bachelorproject leren studenten onderzoeksvragen formuleren, onderzoek ter beantwoording van die vragen te ontwerpen, een eigen onderzoek uit te voeren, en over dat onderzoek verantwoord en helder te rapporteren. Er worden verschillende projecten aangeboden die gestructureerd zijn rond een bepaald (redelijk breed) thema, waarbinnen de studenten een individueel onderzoek uitvoeren.

Met de eindrapportage – de Bachelorscriptie – vindt de afronding van de Bacheloropleiding Politicologie: Internationale Bertrekkingen en Organisaties plaats. De scriptie is een individueel eindwerkstuk gebaseerd op althans deels eigen, oorspronkelijk empirisch onderzoek. Het bachelorproject is een intensieve studieactiviteit project waarvoor de student tijdens blok 4 fulltime beschikbaar dient te zijn.

Inleidende bijeenkomst

Op 2 december tussen 10.00-11.00 uur (géén Leids kwartiertje) in SA41 vindt een korte inleidende bijeenkomst plaats voor het bachelorproject. Wij leggen uit wat je kunt verwachten, de docenten introduceren hun deelprojecten en je kunt vragen stellen.

Inschrijving

Inschrijven via uSis is mogelijk vanaf 9 december 2014. Er is per project een beperkte capaciteit (maximaal 15 studenten). De eerste 12 plaatsen worden op basis van ‘first come first serve’ inschrijving via uSis verdeeld. Daarna worden studenten op een wachtlijst geplaatst (maximaal 8 studenten per project). Het cijfergemiddelde zal een rol spelen voor degenen die op een wachtlijst voor een project belanden.

Het is aan te raden om een bachelorproject te kiezen dat aansluit bij door u al eerder gevolgde, aanverwante vervolgcursussen.

Bachelorproject thema’s

1. The democratic peace thesis – Avtalyon-Bakker
Eén van de grote onderzoeksprogramma’s van de internationale betrekkingen draait om de democratische vrede these, welke stelt dat democratieën niet met elkaar in oorlog gaan. Deze thesis is gebaseerd op 2 pijlers. De ene pijler is de empirische bevinding door Dean Babst dat democratieën (in ieder geval na de Tweede Wereldoorlog) niet met elkaar in oorlog gaan, de andere pijler is het werk Zum Ewigen Frieden uit 1795 van Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) waarin hij beschreef hoe het ontstaan van republieken een eeuwigdurende vrede zou kunnen betekenen. Het onderzoek naar de democratische vrede thesis richt zich tegenwoordig met name op een verklaring voor deze empirische bevinding: waarom vechten democratieën niet met elkaar? Hoewel er vele theoretische verklaringen zijn (die zich vaak op het werk van Kant beroepen), blijkt het empirisch bewijs voor deze theorieën vaak niet overtuigend genoeg. Het onderzoeksveld valt uiteen in enerzijds onderzoekers (vaak realisten) die claimen dat de democratische vrede eigenlijk niet bestaat maar toeval is omdat andere verklarende factoren samenvallen met de factor democratie, en anderzijds onderzoekers (vaak liberalen en constructivisten) die proberen te bewijzen dat een specifiek kenmerk van de democratie (zoals democratische instituties, liberale normen, internationale instituties, en/of economische samenwerking) de democratische vrede veroorzaakt. Het bachelorproject van Femke Avtalyon-Bakker_ is bedoeld voor studenten die zich voor hun scriptie in een onderwerp willen verdiepen dat binnen dit brede onderzoeksveld van de democratische vrede thesis valt. In de scripties mag er gebruik gemaakt worden van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, of en combinatie daarvan. Een politiek-filosofische invalshoek behoort ook tot de mogelijkheden.

2. Besturen burgemeesters al de wereld? – Vollaard
In zijn recente boek If mayors ruled the world: Dysfunctional nations, rising cities stelt de bekende politicoloog Benjamin Barber dat pragmatische stadsbestuurders in onderlinge netwerken beter wereldproblemen zoals terrorisme, economische ongelijkheid, volksgezondheid en milieuverontreiniging kunnen aanpakken dan staten met hun focus op territoriale soevereiniteit. Nederlandse stadsbestuurders hebben daar wel oren naar. Het bachelorproject van Hans Vollaard gaat na welke rol steden al spelen in de wereldpolitiek. Leidende onderzoeksvragen zijn daarbij: welke lobby voeren steden bij organisaties als de EU, VN en WGO? Welke impact hebben stedelijke netwerken op wereldwijde machtsverhoudingen en beleidsproblemen? Zijn staten nog ‘poortwachters’ tussen nationale en internationale politiek of omzeilen steden hen in een wereld van multi-level governance?

3. Analyse internationaal debat mbv inzichten uit ethische en politiek filosofische literatuur – Mansvelt-Beck
In het bachelorproject van Floris Mansvelt Beck gaat de student een actueel internationaal politiek debat, probleem of thema analyseren met behulp van inzichten uit de hedendaagse ethische en politiek filosofische literatuur. Aan de hand van deze literatuur brengt de student in kaart wat de morele complexiteit is van het door hem/haar gekozen debat of probleem: welke waarden botsen op elkaar, welk moreel probleem is aan de orde, wat staat er in normatieve zin op het spel. Je kan hierbij denken aan een diversiteit van onderwerpen; humanitaire interventie, internationale ziektebestrijding, de strijd van/tegen ISIS – als het onderwerp zich maar leent voor analyse aan de hand van de hedendaagse ethische en politieke filosofische literatuur. Om daar zeker van te zijn zal het onderwerp in nauwe samenspraak met de docent worden vastgelegd.

4. Ontwikkeling, ‘good governance’ en internationale samenwerking – Cranenburgh
Hoe kunnen we verklaren dat sommige ontwikkelingslanden economische groei en ‘human development’ bereiken en andere niet? In hoeverre is dit te danken aan interne factoren zoals leiderschap, relatief sterke instituties of de aanwezigheid van een z.g. ‘developmental state’? In hoeverre zijn goede ontwikkelingsprestaties te verklaren door de internationale hulp? Terwijl de hulp bedoeld is ontwikkeling en – sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw, ‘good governance’ te bevorderen, heeft de hulp in veel gevallen een zware wissel getrokken op de capaciteit van de staat in ontwikkelingslanden door fragmentatie, gebrekkige afstemming en verantwoording. De Verklaring van Parijs (OECD 2005) moest leiden tot meer eigenaarschap, verantwoording, en resultaten in de hulp. In hoeverre zijn deze doelstellingen sindsdien bereikt? In dit bachelorproject kiezen studenten een of meerdere ontwikkelingslanden voor een analyse van de relatie tussen (good?) governance en internationale samenwerking in het bevorderen van ontwikkeling.

5. Economische sancties – Irwin
“Nieuwe sancties tegen Rusland” luidde de kop in de NRC op 12 september 2014. “De nieuwe sancties zijn bedoeld de druk op Moskou hoog te houden nu een staakt-het-vuren in Oekraïne stand lijkt te houden.” Het opleggen van sancties in dit geval is zeker geen nieuw fenomeen. In de afgelopen half eeuw zijn vele voorbeelden van sancties te noemen, waarvan Zuid-Afrika, China, Cuba, Iran, Irak, en Libië tot de meest bekende gevallen behoren. Ondanks de veelvuldige toepassing van sancties wordt er vaak beweerd dat sancties niet werken. Of sancties werken en onder welke omstandigheden ze wel of niet werken worden de centrale vragen in dit bachelorproject.

6. International Organizations and Global Governance – Chalmers
A multitude of institutions and actors operate at the international level. This includes but is not limited to international organizations (UN, World Bank, WTO, NATO), developed and developing states, as well as long list of non-governmental actors (corporations, banks, NGOs, transnational activists, and social movements, religious organizations, epistemic communities, lobbyists, etc.). The theme of this Bachelor Project is related to how these actors operate, interact, and come into conflict at the international level. A series of key questions define the scope of this Bachelor Project: How do these actors interact at the global level and what “rules” (formal and/or informal) shape their interactions? What governance patterns emerge out of interactions between these actors? How has state sovereignty and power been undercut by IOs and non-governmental actors? Who controls decisions and policies at the international level? Can these actors be considered “legitimate” and/or “democratic”? Potential themes for this Project include: transnational movements like the Arab Spring or Occupy Wall Street; international trade and finance (both licit and illicit); emerging powers (like China and India) and BRICs; questions of global energy security; global regulation of the internet and internet privacy; transnational corporations and issues of corporate social responsibility. Students are strongly encouraged to write their Projects in English.

7. Publieke Opinie in Crisis- en Oorlogstijd – Maat
In tijden van (internationale) crisis en oorlog zorgt het rally ‘round the flag effect er in ieder geval op de korte termijn voor dat de populariteit van de (politiek) leiders stijgt onder de bevolking. Tegelijkertijd is het bekend dat opinies over buitenlands beleid vaak afwezig en/of slecht onderbouwd zijn. In het bachelorproject Publieke Opinie in Crisis- en Oorlogstijd kan onderzoek gedaan worden naar de totstandkoming van publieke opinie in tijden van crisis of oorlog óf naar de invloed van publieke opinie op de besluitvorming. Thema’s die aan bod zouden kunnen komen zijn de steun van de Amerikaanse of Nederlandse bevolking voor de oorlog in Irak, de rol van publieke opinie bij de besluitvorming rond de missie naar Kunduz, maar ook de rol van publieke opinie bij crises als ebola en klimaatverandering. Hierbij mag gebruik gemaakt worden van zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden.

8. Internationale wapenbeheersing en ontwapening – Willigen
Tijdens de Koude Oorlog (1945-1990) stonden wapenbeheersing en ontwapening hoog op de internationale agenda. Wapenbeheersing was een belangrijk instrument om de wapenrace tussen Oost en West enigszins te beperken. Na het einde van de Koude Oorlog werden er diverse ontwapeningsverdragen gesloten. In het bachelorproject van Niels van Willigen staan internationale wapenbeheersing en ontwapening centraal. Studenten worden uitgenodigd om scripties te schrijven over internationale wapenbeheersingsinitatieven. In de scripties mag gebruik worden gemaakt van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Een historische invalshoek is ook mogelijk. Mogelijke onderwerpen zijn onder andere: het nucleaire non-proliferatieverdrag, het biologische wapenverdrag, het chemische wapenverdrag / de organisatie op het verbod van chemische wapens (OPCW), het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA), het internationale wapenhandelsverdrag (ATT), de kwestie Iran, de kwestie Noord-Korea, de EU en haar strategie tegen massavernietigingswapens etc. In het bijzonder wordt u uitgenodigd een scriptie te schrijven waarbij een relatie wordt gelegd met het Nederlandse wapenbeheersings- en ontwapeningsbeleid. (Aan dit deelproject kunnen maximaal 8 studenten deelnemen.)

Onderwijsvormen

Hoorcolleges, zelfstudie, werkgroepsbijeenkomsten, bibliotheekinstructie
Projectbijeenkomsten en zelfstudie

Studiematerialen

Jarol B. Manheim, Richard C. Rich, Lars Willnat, Craig Leonard Brians, and James Babb. 2012. Empirical Political Analysis: An Introduction to Research Methods. Longman.

In januari lees je de kernliteratuur die past bij het thema. De kernliteratuur kun je vinden op de blackboardpagina van het bachelorproject IBO.

De syllabus voor deze cursus staat voor 25 december op blackboard. Van studenten wordt verwacht dat zij deze voorafgaande aan de eerste bijeenkomst hebben doorgenomen.

Toetsing

Het schrijven van een Bachelorscriptie van voldoende wetenschappelijk niveau.

Leids Studentenrepositorium

Na afronding van uw Bachelorproject stuurt u uw bachelorscriptie in pdf formaat aan uw docent voor plaatsing in het Leids bachelor scriptierepositorium. Uitsluitend goedgekeurde bachelorscripties komen in aanmerking voor opname in het repositorium.

Rooster

Bachelorproject 1 – Avtalyon-Bakker
Activiteit code: 6898
Maandag 30 maart t/m 20 april, 11.00-13.00 uur in 2A36
Maandag 11 mei, 11.00-13.00 uur in 2A36
Woensdag 1 april t/m 29 april, 11.00-13.00 uur in 2A36
Woensdag 13 mei, 11.00-13.00 uur in 2A36

Bachelorproject 2 – Vollaard
Activiteit code: 6899
Woensdag 1 april t/m 20 mei, 15.00-17.00 uur in 1A45
Vrijdag 3 april t/m 22 mei, 15.00-17.00 uur in 1A45 (geen les op 3 april en 15 mei)

Bachelorproject 3 – Mansvelt-Beck
Activiteit code: 6900
Maandag 30 maart t/m 18 mei, 15.00-17.00 uur in SA35 (geen les op 6 en 27 april)
Woensdag 8 april t/m 20 mei, 15.00-17.00 uur in 2B36

Bachelorproject 4 – Cranenburgh
Activiteit code: 6901
Bijeenkomsten op afspraak

Bachelorproject 5 – Irwin
Activiteit code: 6902
Dinsdag 31 maart t/m 19 mei, 13.00-15.00 uur in 2B36 (geen les op 5 mei)
Donderdag 2 t/m 23 april, 13.00-15.00 uur in 2B36

Bachelorproject 6 – Chalmers (English)
Activiteit code: 6903
Dinsdag 31 maart t/m 14 april, 15.00-17.00 uur in 1B17
Donderdag 2 april t/m 16 april, 15.00-17.00 uur in 1B17

Bachelorproject 7 – Maat
Activiteit code: 6904
Woensdag 1 april t/m 20 mei, 11.00-13.00 uur in 1B17
Vrijdag 3 april t/m 22 mei, 11.00-13.00 uur in 1B17 (geen les op 3 april en 15 mei)

Bachelorproject 8 – Willigen
Activiteit code: 6905
Woensdag 1 april t/m 15 april, 13.00-15.00 uur in 2B26
Vrijdag 3 april t/m 17 april, 13.00-15.00 uur in 1B17 (geen les op 3 april)

Ingangseisen

Deelname aan het Bachelorproject in het derde jaar is alleen toegestaan wanneer de propedeuse is behaald en tenminste 40 ECTS van het tweede jaar zijn behaald met inbegrip van het studieonderdeel Methoden van Politicologisch Onderzoek en het onderdeel dat de inhoudelijke grondslag vormt voor het Bachelorproject.