Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
Effectieve begeleiding van leerkrachten en leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs is afhankelijk van de beschikbare informatie over leer- en instructieprocessen en de condities waaronder leren plaatsvindt. In dit studieonderdeel vergelijken studenten een aantal in het onderwijs gangbare methodieken om deze informatie te verzamelen en te interpreteren. Zij doen praktische ervaring op met de methodiek “Consultatieve leerlingbegeleiding (CLB)”. Door middel van literatuurstudie, gesprekstraining en intervisie verwerven studenten relevante basisvaardigheden. Iedere student doorloopt het volledige begeleidingstraject – van intake tot evaluatie – aan de hand van een casus. Het accent ligt op begeleide praktijk en persoonlijke en theoretische reflectie daarop.
Let op: Elke student moet tijdig – bij voorkeur vóór aanvang van het vak – een leerkracht (niet de mentor van de stageschool) uit het basisonderwijs bereid hebben gevonden CLB uit te voeren met de student. Het gaat om een leerkracht die een probleem ervaart met een leerling, daar nog geen goede aanpak voor heeft en bereid is daarover vier gesprekjes te voeren en een interventie uit te voeren.
Leerdoelen
Eindtermen
Vakinhoud
1.3 De bachelor heeft kennis van modellen van diagnostiek, assessment en behandeling en interventie.
1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld.
Academische Vaardigheden
3.1 Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern.
3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken.
3.3 Het formuleren van een consistente visie of betoog met passend afgewogen wetenschappelijke argumenten.
3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.
3.5 Correct mondeling rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.Professioneel Gedrag
4.1 Kan wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op opvoedings- en onderwijsvraagstukken.
4.2 Is in staat om met begeleiding kennis van het vakgebied te verdiepen en verbreden.
4.3 Is in staat om het eigen leerproces te sturen.
4.4 Kan reflecteren op ethisch verantwoord wetenschappelijk en pedagogisch handelen van zichzelf en anderen.
4.5 Toont in de samenwerking met anderen (respondenten, collega’s, cliënten) verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid, respect en communicatieve vaardigheid.
4.6 Kan anderen feedback geven en omgaan met feedback van anderen.
Rooster
Onderwijsvorm
Hoorcolleges, werkgroepen (gespreks- en intervisie training en intervisiebijeenkomsten), veldwerk (elke student doorloopt met een leerkracht het consultatietraject) en blackboardsessies. De Blackboardsessies ondersteunen het veldwerk door middel van videofragmenten en verplichte entreetoetsen per consultatie fase.
Toetsing
Paper
Gesprekstraining en veldwerk: VERPLICHTE deelname aan alle werkgroepen en colleges. Ontwikkeling consultatieve vaardigheden: instaptoetsen (4) op Blackboard per fase van de CLB. Elke instap toets dient voorafgaand aan het betreffende gesprek met een voldoende resultaat gemaakt te zijn. Ter voorbereiding van de werkgroepen verslaggeving per gevoerd gesprek, culminerend in een eindverslag waarin gereflecteerd wordt op de ontwikkeling van de eigen consultatieve vaardigheden.
Paper en eindverslag dienen elk afzonderlijk met een voldoende beoordeeld te zijn. Voor de eindbeoordeling tellen paper en eindverslag beide voor 50 % procent.
Blackboard
Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Fuchs, D., Mock, D., Morgan, P. L., & Young, C. L. (2003). Responsiveness-to-intervention: Definitions, Evidence, and Implications for the Learning Disabilities Construct. Learning Disabilities Research & Practice, 18 (3), 157-171.
Fuchs, D., & Deshler, D.D. (2007). What We Need to Know About Responsiveness To Intervention (and Shouldn’t Be Afraid to Ask). Learning Disabilities Research & Practice, 22(2), 129–136.
Meijer, W. (2009). Leerkrachten begeleiden bij passend onderwijs. Amersfoort: CPS. Dient door de studenten zelf aangeschaft te worden.
Pameyer, N., & Beukering, T. van (2004). Handelingsgerichte diagnostiek. Leuven. Dient door de studenten zelf aangeschaft te worden.
IJzendoorn, M. H., van (2005). Methodologie: kennis door veranderen, de empirische benadering in de pedagogiek. In IJzendoorn, M. H. van, & Frankrijker, H. de (red.), Pedagogiek in beeld. Inleiding in de pedagogische studie van opvoeding, onderwijs en hulpverlening (pp. 17-31). Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum.
Witteman, C. L. M. (2003). De verbeelding van de diagnostiek. Nederlands tijdschrift voor de psychologie, 59, p. 23-32.
Shapiro, E. S. (2004). Academic skills problem workbook. (3rd ed. of later). New York: The Guilford Press.
Pressley, M. (2002). Reading instruction that works. The case for balanced teaching. New York: The Guilford Press.
(Let op: wijzigingen zijn mogelijk. Op Blackboard verschijnt een deel van de literatuur en meer informatie over de te bestuderen hoofdstukken uit de genoemde literatuur. Kijk voor u literatuur aanschaft op Blackboard!).
Aanmelden
Voor ALLE hoorcolleges, werkgroepen, tentamens en herkansingen is aparte inschrijving via uSis verplicht. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan onderwijs en tentamens.
Onderwijs
Inschrijven voor de hoorcolleges van het vak kan vanaf twee maanden tot uiterlijk één week voordat het eerste college plaatsvindt;
Inschrijven voor de werkgroepen van het vak kan vanaf twee maanden tot uiterlijk één week voordat de eerste werkgroepbijeenkomst plaatsvindt.
Tentamens
Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Lees meer
Contact
Tijdens de cursus heeft dr. M. J. van Dijken spreekuur op vrijdag van 12.00 – 13.00 uur.