Toegangseisen
Voldoende voor Lezen/ Woordenschat 2 – Taalverwerving I.
Beschrijving
Aan de hand van een serie korte verhalen van moderne Nederlandse auteurs wordt de verteltechniek in literaire teksten behandeld. Daarbij komen verschillende vragen aan de orde, zoals: wat is het effect van het gekozen perspectief, hoe bouwt een auteur spanning op, hoe krijgen de personages gestalte? Buiten de teksten wordt aandacht besteed aan algemene theoretische vragen, bijvoorbeeld over de relatie tussen literatuur en werkelijkheid.
In de eerste vijf colleges wordt de basistheorie van de literaire analyse behandeld en worden verschillende verteltechnieken besproken: perspectief, personages, tijd, spanning, thema en motieven. Daarnaast wordt telkens één kort verhaal besproken. In het tweede deel van de collegereeks (college zes t/m dertien) bespreken studenten zelf verhalen voor de groep, alleen of in groepjes van twee of drie. Deze bespreking dient als basis voor het werkstuk dat studenten aan het eind van de collegereeks moeten inleveren.
Dit college sluit aan bij Inleiding in de Nederlandse letterkunde 2.
Daarnaast breiden studenten zelfstandig hun woordenschat uit met behulp van oefeningen op Blackboard.
Leerdoelen
In de eerste plaats maken studenten kennis met bekende auteurs uit de moderne Nederlandse literatuur. Daarnaast krijgen ze inzicht in de basistheorie van de literaire analyse, en leren ze de theorie zelfstandig toe te passen. Bovendien doen ze enige ervaring op met onderzoeksvaardigheden op het gebied van de Nederlandse letterkunde. Ten slotte kunnen de studenten hun presentatievaardigheden alsook hun schrijfvaardigheid in het Nederlands verbeteren.
De uitbreiding van de Nederlandse woordenschat met minimaal 1500 woorden.
Er wordt toegewerkt naar niveau B1/B2 van het Europees Referentiekader.
Rooster
Het rooster is vanaf 1 juni beschikbaar via de website.
Onderwijsvorm
Werkcollege: aanwezigheid verplicht
Studielast
Totale studielast voor de cursus: 140 uur
uren die aan het volgen van college worden besteed: 28 uur
tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur (primair en secundair): 40 uur
tijd voor het maken van opdrachten (Woordenschat en Analyse): 24 uur
tijd voor het voorbereiden van een referaat: 24 uur
tijd voor het schrijven van een werkstuk: 24 uur
Toetsing
De toetsing omvat een referaat, een werkstuk en een tentamen
Werkstuk
het werkstuk heeft een omvang van ongeveer 1000 woorden.
het werkstuk wordt binnen twee weken na het laatste college ingeleverd.
Een onvoldoende werkstuk wordt in overleg met de docent herschreven.
Tentamens
drie woordenschattoetsen, verspreid over het semester. Deze moeten alle drie voldoende zijn.
open vragen naar aanleiding van een verhaal (bij dit deel van het tentamen is het gebruik van woordenboeken toegestaan)
Voor alle tentamens is een herkansingsmogelijkheid.
Het eindcijfer wordt bepaald door het referaat (15%), het werkstuk (15%), de woordenschattoetsen (ieder 10%) en het tentamen (40%).
Blackboard
Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard, voor het ter beschikking stellen van het studiemateriaal.
Literatuur
Literaire Analyse: Het materiaal wordt beschikbaar gesteld via Blackboard.
Daarnaast worden de volgende verhalen besproken:
Maarten ‘t Hart: ‘Mammoet op zondag’. in: Alle verhalen. Amsterdam, [z.j.] pg 129-136. Ook in: Mammoet op zondag.
J.M.A. Biesheuvel: ‘De heer Mellenberg’. In: In de bovenkooi, Verhalen. Amsterdam [z.j.]. pg. 10-20. Ook in: Vijftig verhalen.
F.B. Hotz: ‘Een dubbel incident’. In: Ernstvuurwerk. Amsterdam [z.j.]. pg. 140-149. Ook in: Het werk 1 p. 423-432.
Anna Blaman: ‘Vader, moeder en zoon’. In: De verhalen. Amsterdam [z.j.] pg 332-340. Ook in: Overdag en andere verhalen. Amsterdam, 1957.
Gerard Reve: ‘Een lezing op het land’. In: Tien vrolijke verhalen. Amsterdam, 1961
Harry Mulisch: ‘Symmetrie’. In: Verzamelde verhalen 1947-1977. Amsterdam, 1977. pg. 579-587.
Hugo Claus: ‘De zwarte keizer’. In: De zwarte keizer. Amsterdam, 1983. pg. 17-22.
W.F. Hermans: ‘Een landingspoging op Newfoundland’. In: Een landingspoging op Newfoundland en andere verhalen. Amsterdam, 1957. pg. 7-14.
Marga Minco: ‘Het dorp van mijn moeder’. In: De andere kant. 5e uitgebr. dr. (1e dr. 1959) Den Haag, 1971. pg. 52-64. Ook in: Verzamelde verhalen.
A. Alberts: ‘Het onbekende eiland, Een vreemde vertelt’. In: De eilanden. Amsterdam, 1965. pg. 151-161.
Margriet de Moor: ‘De dag van Zonnegloren’. In: Op de rug gezien. Amsterdam, 1988
A. Benali: ‘Eet mij op’. In: Berichten uit Maanzaad Stad. Amsterdam, 2001
Woordenschat:
Thematische woordenschat Nederlands voor anderstaligen. Bij voorkeur 4e druk, 2013. Verkrijgbaar via <www.intertaal.nl>
Aanmelden
Inschrijven via uSis is verplicht.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Aanmelden voor Contractonderwijs
Let op: de doelgroep van dit college is buitenlandse studenten met gevorderde kennis van het Nederlands.
Contact
Voor inhoudelijke vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met
Naam docent(en): Prof. dr. O.J. Praamstra en Prof. dr. J. Stegeman
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandkunde/Dutch Studies. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071 527 2144. Het e-mail adres is dutchstudies@hum.leidenuniv.nl
Opmerkingen
Doelgroep:
Buitenlandse studenten met gevorderde kennis van het Nederlands en belangstelling voor de Nederlandse letterkunde.