Prospectus

nl en

From the rise of the second German Empire till the fall of the Weimar Republic: the German political culture between 1871 and 1933

Course
2015-2016

Toegangseisen

De BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.

Beschrijving

In dit college gaat het centraal over de vergelijking van de politieke cultuur en van de grenzen van de macht van het Tweede Duitse Keizerrijk (1871-1918) en van de Weimarrepubliek (1918-1933). Beide politieke systemen gingen ten onder – waarom? De bestudering van deze periode uit de Duitse geschiedenis gebeurt aan de hand van twee handboeken en diverse primaire bronnen, die digitaal beschikbaar zullen worden gesteld. Inhoudelijk sluit dit college nauw aan bij het kerncollege ‘Grenzen van de macht’.

Het in 1871 onder leiding van Bismarck gestichte Tweede Duitse Keizerrijk was een autoritaire staat met een sterke militaristische en bureaucratische traditie waarin een elite het voor het zeggen had. Tegelijkertijd was er vanaf 1871 algemeen kiesrecht en ontstond er een dynamisch partijpolitiek landschap en een levendig cultureel klimaat. Wat waren de grenzen van de macht van dit autoritaire politieke systeem? Hoeveel draagvlak had het Keizerrijk bij de bevolking? Welke kritiek werd geuit op het Keizerrijk en door welke groepen? Hoe ging het Keizerrijk om met de grote sociale en politieke spanningen en hoe hervormingsgezind was het politieke systeem vóór 1914?

Door de Eerste Wereldoorlog verschoof het primaat van de politieke macht geleidelijk van het civiele naar het militaire gezag. Wat betekende dit voor de politieke cultuur van het Keizerrijk? Hoe probeerden de machthebbers voor de oorlog steun te verkrijgen (en te behouden) bij de bevolking? Waardoor ontstond in toenemende mate een gepolariseerd sociaal en politiek klimaat? Hoe valt de ondergang van het Keizerrijk in 1918 te verklaren en welke rol speelde de revolutie van november 1918 daarbij?

Toen na de oorlog de Weimarrepubliek ontstond was het kernprobleem haar ‘legitimiteit’: de jonge democratische republiek werd door velen verantwoordelijk gehouden voor de nederlaag en revolutie, voor een vernederend vredesverdrag en een verjudete cultuur. Hoe ging de Weimarrepubliek om met dit probleem en wat waren de pijlers van haar macht? Waarom was er zoveel politiek geweld (ca. 350 doden tussen 1919 en 1923)? Op welke manieren en door wie werd de Weimarrepubliek aangevallen? In hoeverre was de ondergang van de Weimarrepubliek in 1933 onvermijdelijk, of had het ook anders kunnen gaan?

Leerdoelen

Algemene leerdoelen
De student kan:

    1. een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
    1. een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
      a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
      b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
      c. een wetenschappelijk debat analyseren;
      d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen
    1. reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
    1. een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, en daarbij;
      a. een realistische planning hanteren;
      b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
      c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
      d. feedback geven en ontvangen;
      e. aanwijzingen van de docent verwerken.
    1. participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

    1. De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort, meer specifiek:
    • bij de afstudeerrichting Algemene Geschiedenis voor de plaatsing van de Europese geschiedenis van na 1500 in een mondiaal perspectief; in het bijzonder de ontwikkeling en rol van politieke instituties;
    1. De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting.
      Met speciale aandacht:
    • bij de afstudeerrichting Algemene Geschiedenis voor de bestudering van primaire bronnen en de relativiteit van nationaal gedefinieerde geschiedenissen.

Leerdoelen, specifiek voor dit college
De student:

    1. heeft kennis van en inzicht in de grenzen van de macht van twee verschillende Duitse politieke systemen, nl. het autoritaire Tweede Duitse Keizerrijk (1871-1918) en de democratische Weimarrepubliek (1918-1933).
    1. heeft kennis van en inzicht in enkele belangrijke historiografische en theoretische debatten over de moderne Duitse geschiedenis vanaf 1871 (zoals het debat over de Duitse Sonderweg).

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Werkcollege

Studielast

Totale studielast voor de cursus: 280 uur

  • Bijwonen colleges: 2 × 14 uur = 28 uur

  • Voorbereiding college/opdrachten: 90 uur

  • Werkstuk: ca. 162 uur

Toetsing

Toetsing

  • Werkstuk (6000 woorden, gebaseerd op literatuur, inclusief noten en bibliografie)
    Getoetste leerdoelen: 2-4, 8-9

  • Mondelinge presentatie
    Getoetste leerdoelen: 3-4, 8-9

  • Participatie
    Getoetste leerdoelen: 5, 6-7, 8-9

  • Opdrachten
    Getoetste leerdoelen: 1, 5, 8-9

Weging
Werkstuk: 70%
Referaat: 10%
Participatie: 10%
Opdrachten: 10 %

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.

Deadlines
Voor het inleveren van de werkstukken geldt de aangegeven deadline

Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline

Blackboard

Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor: algemene informatie, links, aanvullende literatuur, primaire bronnen, discussiefora, aanvullend studiemateriaal, powerpoints, opdrachten etc.

Literatuur

F. Boterman, Moderne geschiedenis van Duitsland 1800-heden (Amsterdam 2010)
M. Stibbe, Germany, 1914–1933: Politics, Society and Culture (Harlow etc. 2010)

Aanmelden

Via uSis

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing

Contact

dhr. Dr. P.G.C. Dassen

Opmerkingen

Het verdient aanbeveling wanneer studenten in staat zijn Duitse teksten te lezen en begrijpen.