Toegangseisen
Beide BA-Werkcolleges zijn met een voldoende afgerond.
Beschrijving
Het Nederlandse koloniale project in Oost- en West-Indië ging altijd gepaard met discussie. Vanaf het eind van de 18e eeuw breidde het debat over de koloniën zich sterk uit, onder meer vanwege de opkomst van pers en publieke opinie in het steeds democratischer bestel. Plantage-eigenaren, zendelingen, koloniale ambtenaren, politici, leden van de inheemse elite en boze burgers uit Nederland en Nederlands-Indië gingen met elkaar in discussie over bijvoorbeeld slavenhandel, slavernij, het cultuurstelsel, de Atjeh-oorlog, de Ethische Politiek, en de dekolonisatie en onafhankelijkheid van Indonesië en Suriname. In Britse en Amerikaanse historiografie is gesteld dat de negentiende-eeuwse debatten over slavernij uitgroeiden tot de eerste moderne propagandaoorlog, en al werd de discussie over slavernij in Nederland minder fel gevoerd, het mechanisme was hetzelfde. Een groot deel van elk debat over koloniale kwesties ging over de betrouwbaarheid van koloniale informatie, en is in wezen een ‘war of representation’, zoals de Britse historicus Catherine Hall dat noemt: wie schetst het juiste beeld van de koloniën? Wat is feit, wat is fictie?
Door de fysieke afstand tot het rijk overzee was informatie over de koloniën in Nederland lange tijd schaars en hevig betwist. In dit college gaan we na welke representaties van de koloniën en zijn bevolking te vinden zijn in primaire bronnen als kranten, tijdschriften, pamfletten, visuele bronnen, overheidsrapporten, romans, toneelstukken, gedichten, liederen, kinderboeken, en schoolboeken. Van elke representatie gaan we na hoe die zich verhoudt ten opzichte van concurrerende representaties. Hoe reflecteren auteurs op hun betrouwbaarheid en die van tegenstanders? Is hier inderdaad sprake van een propaganda- of representatieoorlog? En zo ja, was het voor historische actoren in die situatie mogelijk zich aan die oorlog te onttrekken en neutrale verhalen te vertellen over een onderwerp dat zo omstreden was? Deze vragen stellen we niet alleen aan historische bronnen maar passen we ook toe op onze eigen praktijk van geschiedschrijving en op actueel publiek debat. Welke representaties van het koloniale verleden strijden nog steeds om voorrang, onder historici en onder het brede publiek? Kunnen historici zich wel helemaal onttrekken aan deze eeuwenoude koloniale propagandaoorlog?
Voor eigen onderzoek worden primaire bronnen bestudeerd die met betrekking tot een bepaalde kwestie reconstrueert hoe de koloniale representatieoorlog in de praktijk gevoerd werd, en hoe dit wellicht tot op heden doorwerkt in historiografie en/of publiek debat.
Leerdoelen
Algemene leerdoelen
- een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
a. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
b. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
c. een wetenschappelijk debat analyseren;
d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
- een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
- een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, en daarbij:
a. een realistische planning hanteren;
b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
d. feedback geven en ontvangen;
e. aanwijzingen van de docent verwerken.
- een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, en daarbij:
- reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd.
- bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek.
- bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren.
- participeren in de discussies tijdens colleges.
Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting
- De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Seminar behoort, meer specifiek:
- bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis voor staatsvorming, identiteit, en politieke cultuur van Nederland en de Nederlandse overzeese gebieden vanaf de zestiende eeuw;
- De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting. Met speciale aandacht:
- bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis voor primaire bronnen en diachrone nationale geschiedenis, en in het bijzonder bij de track Zeegeschiedenis het gebruik van museale objecten voor historisch onderzoek.
Leerdoelen, specifiek voor dit college
De student:
- Heeft kennis van discussies rond Nederlands-Indië, zoals die gevoerd werden rond o.m. de afschaffing van slavenhandel en slavernij, afschaffing van het cultuurstelsel, de Atjeh-oorlog, de Ethische Politiek, dekolonisatie en onafhankelijkheid van Indonesië en Suriname;
- Kan schriftelijke en visuele bronnen over de koloniën lezen als onderdeel van een bredere koloniale beeldvorming, en ze in verband brengen met zowel vergelijkbare als tegengestelde representaties;
- Kan, gebruikmakend van secundaire en vooral primaire bronnen, voor een bepaalde case study reconstrueren hoe de representatieoorlog in de praktijk gevoerd werd, en aangeven hoe dit evt. tot op heden doorwerkt in historiografie en/of publiek debat;
- Kan reflecteren op de standplaatsgebondenheid van historische actoren en op de relatie tussen politiek-maatschappelijk debat en historiografie, inclusief de eigen praktijk van geschiedschrijving.
Rooster
Onderwijsvorm
*Werkcollege
Studielast
Totale studielast: 10 EC x 28 uur = 280 uur
Het volgen van het college: 12×2 uur = 24 uur
Gemiddeld 4 uur voorbereidingstijd per college: 12×4 uur = 40 uur
Opdracht 1: 26 uur
Werkstuk, inclusief eerste versie, presentatie in college, en definitieve versie: 190 uur
Toetsing
Toetsing
Werkstuk (ca. 7200 pagina’s, inclusief noten en bibliografie; probleemgestuurd werkstuk op basis van primair bronnenonderzoek)
Getoetste leerdoelen: 2-5, 7-12Mondelinge presentatie
Getoetste leerdoelen: 3-5, 9-11Participatie
Getoetste leerdoelen: 6Opdracht 1 (Onderzoeksopzet )
Getoetste leerdoelen: 1Opdracht 2 (Eerste versie werkstuk)
Getoetste leerdoelen: 1-5, 10, 11
Weging
Werkstuk: 70%
Mondelinge presentatie, participatie en opdrachten: 30%
Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.
Deadlines
Voor het inleveren van het werkstuk geldt de aangegeven deadline
Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline
Blackboard
Blackboard wordt gebruikt voor het delen van bronnen, literatuur, informatie en communicatie.
Literatuur
Wordt later bekendgemaakt.
Aanmelden
Via uSis
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing
Contact
Opmerkingen
geen