Beschrijving
Bij practica en gedurende de stages kan worden gewerkt met radioactieve labelling van bijvoorbeeld DNA. Over de effecten van blootstelling aan ioniserende straling bestaan nogal wat misverstanden. Om zelf met radioactieve stoffen te werken bij biomedisch onderzoek is het belangrijk goed geïnformeerd te zijn over de potentiële risico’s. Dit geldt overigens niet alleen voor het zelf werken met radionucliden, maar ook voor de medische toepassingen, zoals nucleair-geneeskundige diagnostiek.
Doel
U verkrijgt de fysische basiskennis van ioniserende straling om eenvoudige stralingsfysische berekeningen uit te voeren.
U kunt de meest geschikte detector of juiste detectiemethode selecteren voor een gegeven type straling en toepassingsgebied.
U kunt dosisberekeningen uitvoeren voor uitwendige bestraling en inwendige besmetting.
U kunt enkele biologische effecten en risico’s van straling noemen en bent in staat risicofactoren en dosislimieten te beschrijven.
U kunt toetsen in hoeverre in uw werksituatie wordt voldaan aan de door de wet- en regelgeving gestelde bepalingen.
U kunt de uitgangspunten beschrijven voor stralingsbescherming van werkers en derden en u kunt die toepassen op uw eigen werksituatie.
Onderwijsvorm
Hoorcollege, werkgroepen met zelfstudieopdrachten, practicum, zelfstudie, inloopvragenuur.
Toetsing
Door middel van practicum (aanwezigheidsplicht en voldoende verslag) en schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open vragen met berekeningen, beide tentamenonderdelen wegen even zwaar).
Tentamendata zijn vermeld op: Onderwijsroosters.
Literatuur
Eijnde, J.. van den; Schouwenburg, M. (zevende druk, 2013). Praktische Stralingshygiëne . Heron-reeks. Utrecht: Syntax Media, ISBN 97890 77423 99 8.
Opmerkingen
Het met goed resultaat afleggen van het tentamen en een voldoende practicumresultaat geeft recht op het landelijk erkende diploma stralingsdeskundigheid niveau 5B volgens het Besluit stralingsbescherming Kernenergiewet.