Beschrijving
Voor een arts is kennis van de bouw van het menselijk lichaam essentieel. Ziekten beïnvloeden veelal de bouw van het lichaam en omgekeerd kunnen veranderingen in de bouw leiden tot ziekten. In dit blok maakt u kennis met de algemene lichaamsbouw en bestudeert u de anatomie op verschillende niveaus. We beginnen met de ligging en algemene kenmerken van de organen en orgaanstelsels (systematische anatomie) en zullen gedurende het blok steeds inzoomen op de weefsels en de cellen waaruit deze organen zijn opgebouwd. Centraal staat de relatie tussen normale en afwijkende bouw en de betekenis hiervan voor het (dis)functioneren van organen en orgaansystemen. Het blok start met een inleidend thema waarbij, naast aandacht voor de medisch anatomische vaktaal en medisch beeldvormende technieken, enkele algemene bouwprincipes van het menselijk lichaam worden behandeld en hoe dit driedimensionale bouwplan vanuit de embryonale ontwikkeling valt te verklaren. In klinisch geïntegreerde thema’s komen achtereenvolgens de bouw en functie van de huid en het bewegingsstelsel aan bod. Daarna zal worden ingegaan op de onderlinge ligging van structuren (topografische/regionale anatomie) in borst, buik en bekken, en het hoofd-halsgebied. In klinische illustraties/patiëntdemonstraties, kleinschalig longitudinaal werkgroeponderwijs, practica en COO kunt u al uw opgedane kennis klinisch toepassen.
Leerdoelen
1 De student relateert de functie van organen aan de bouw van het menselijk lichaam en gebruikt anatomische indelingen van het menselijk lichaam bij het beschrijven van klinische symptomen.
2 De student verklaart de bouw en functie van een aantal weefsels en organen vanuit de embryonale ontwikkelingsprocessen en relateert een beperkt aantal ziektebeelden aan de onderliggende abnormale embryonale ontwikkeling en kritische periode voor prenataal verworven aandoeningen. De student laat aan de hand van enkele voorbeelden zien hoe een gezonde embryonale ontwikkeling kan worden bevorderd, zowel op individueel niveau als op populatie niveau.
3 De student kan alle organen en orgaansystemen herkennen, m.b.v. de medisch anatomische vaktaal benoemen, aanwijzen in de thorax, het abdomen, het bekken en het hoofd‐halsgebied en begrenzen in anatomische lichaamsonderdelen, anatomische afbeeldingen, radiologische weergaven (röntgenfoto, CT, MRI en echobeelden van de eerste ontwikkelingsstadia) in het transversale, frontale en sagittale vlak en in vivo, en aangeven in welke richting anatomische doorsneden zijn gemaakt.
4 De student weet hoe de ligging van de interne organen zich projecteert op de lichaamswand en geeft bij een beperkt aantal symptomen aan welke (groep) organen mogelijk betrokken zijn bij het ontstaan van deze symptomen.
5 De student kent de functies van (bedekkend‐ en klier‐)epitheel, steunweefsel (bindweefsel, bot en kraakbeen), spierweefsel en zenuwweefsel, en verklaart deze (leidt …, af) vanuit de bouw.
6 De student verklaart het (dis)functioneren van cellen en weefsels met behulp van kennis over celdifferentiatie en vernieuwing van weefsels.
7 De student herkent normale cellen, weefsels en organen om op grond van morfologische (weefsel) verandering bij ziekten de functionele verstoring te duiden en leidt de consequenties van de verstoringen voor het functioneren van een aantal organen af.
8 De student kent de fysische basisprincipes van medisch beeldvormende technieken, herkent en benoemt in radiologische afbeeldingen volgens een standaard beoordelingsmethode, afwijkende organen en structuren in de romp en in het hoofd-halsgebied.
9 De student maakt bij een zeer eenvoudig beschreven patiëntprobleem een keuze voor een afbeeldingtechniek en heeft kennis van de biologische effecten op (de ontwikkeling van) organen en weefsels van deze technieken.
10 De student plaatst de ontwikkeling op medisch beeldvormend gebied in een anatomisch historische context en beredeneert de consequenties hiervan voor het klinisch diagnostisch proces. (LIJN AWV JAAR 1)
11 De student leidt m.b.v. een aantal epidemiologische begrippen als specificiteit, sensitiviteit, post‐test likelihood zin en onzin af van een aantal beeldvormende screeningstechnieken. (LIJN AWV JAAR 1)
12 De student legt bouw, functie en de consequenties van disfunctie van relevante orgaansystemen, organen en weefsel- en/of celtypen uit.
13 De student beschrijft observaties in een verslag. (LIJN AWV JAAR 1)
14 De student organiseert het werk en stelt prioriteiten; komt op tijd en goed voorbereid op de onderwijsbijeenkomsten en participeert in de discussies.
15 De student gaat te allen tijde met respect om met zijn (levende en overleden) medemens.
Onderwijsvorm
Hoor- en responsiecolleges, werkcolleges, werkgroepen en practica, computerondersteund onderwijs (COO) en studieopdrachten.
Toetsing
Toetsing (summatief)
Tussentoets (deeltoets 1) met 16 gesloten (meerkeuze) vragen over de eerste 3 thema’s: nadruk op anatomische/embryologische en histologische kennis o.a. aan de hand van afbeeldingen.
Eindtoets (deeltoets 2) met 64 gesloten (meerkeuze) vragen over alle thema’s: zowel kennis als inzicht en toepassen o.a. aan de hand van afbeeldingen.
De tussentoets en eindtoets worden beschouwd als één toets van 80 vragen (max. 80 punten) die in delen wordt afgenomen.
Blokcijfer: tussentoets (max. 16 punten) + eindtoets (max. 64 punten).
Herkansing: toets met 80 gesloten (meerkeuze) vragen (max. 80 punten) over dezelfde onderwerpen als tussentoets en eindtoets.
Toetsing (formatief)
E-learning: gesloten vragen.
Werkgroepparticipatie: organisatie (op tijd komen + op tijd e-learning lessen) en beroepsvorming (participeren in discussies).
Practicumverslag: moet voldoende zijn.
Bezoek Museum Boerhaave.
Reflectieverslag (in e-portfolio) van feedback van medestudenten over eerste ervaring lichamelijk onderzoek.
Geen cijfer: inspanningsverplichting.
Literatuur
Alberts, Bray, Hopkin, Johnson, Lewis, Raff, Roberts, Walter: Essential Cell Biology, 4th ed, 2014. Uitgever: Garland Science | Taylor & Francis Group. ISBN 9780815344551
Moore, Dalley, Agur: Clinically Oriented Anatomy, 7th ed, 2014. Uitgever: Wolters Kluwer | Lippincott Williams & Wilkins. ISBN 9781451184471
Moore, Persaud, Torchia: The Developing Human. Clinically Oriented Embryology, 10th ed, 2016. Uitgever: Elsevier. ISBN 9780323313384
Pawlina: Histology. A Text and Atlas, 7th ed, 2016. Uitgever: Wolters Kluwer. ISBN 9781469889313
Contact
Dr. R.G.E. Notenboom
Afdeling Anatomie & Embryologie
Sectie Klinische Anatomie
LUMC
Kamer: T-01-034 (Ozk)
Tel: 071 526 9352