Beschrijving
Een goede dokter is een dokter die effectief en soepel samenwerkt met collega’s en hulpverleners in andere disciplines. Immers de zorg voor patiënten is tegenwoordig multidisciplinair. Waar de arts nog niet zo lang geleden veelal solistisch wekte is de arts tegenwoordig onderdeel van een netwerk van hulpverleners rondom de patiënt. Soms in een centrale, regievoerende, rol in dat netwerk maar ook even zo vaak in een meer ondersteunende of adviserende rol. Effectief onderdeel kunnen zijn van die netwerken in de verschillende rollen is een competentie die een arts in opleiding zich eigen moet maken om, naar de huidige standaard, te kunnen functioneren als zorgverlener.
Een dokter van nu is, op macro- en microniveau, onderdeel van een gezondheidszorg organisatie. Om effectief te kunnen functioneren in die micro- en macro organisaties moet de dokter niet alleen effectief kunnen samenwerken in die organisatie maar ook voldoende kennis over de betreffende organisatie hebben. Daarnaast moet de dokter van nu voldoende ‘organisatie sensitief’ zijn om te kunnen werken in en met de mensen in de organisatie.
In de Lijn O&S ontwikkelt de student zijn/haar competentie op het gebied van samenwerken en leert de student hoe de gezondheidszorg op micro- en macro niveau is georganiseerd en welke factoren en krachten daarin een rol spelen en hoe die van invloed zijn op het werken als dokter. Het onderwijs en de ontwikkeling van deze competentie vindt gedurende de 3 jaar van de bachelor geleidelijk plaats: elk jaar wordt voortgebouwd op de kennis en competentie zoals die in het voorafgaande jaar zijn ontwikkeld. Daarom is het van belang de toetsing in de lijn ook te beoordelen in de context van de toetsmomenten van de lijn als geheel in de bachelor. Daarom worden beoordelingen van specifieke deeltoetsen opgenomen in het portfolio (met kwalitatieve feedback in de vorm van rubrics, zodat studenten op basis hiervan verder werken aan een volgend niveau) . In onderstaande tabel staat een beknopt overzicht van de toets momenten van de Lijn O&S gedurende de 3 jaar van de bachelor. Hieruit blijkt direct dat het portfolio een cruciale rol speelt in de ontwikkeling (en toetsing) van de competenties zoals die worden bijgebracht in het onderwijs van de lijn.
Leerdoelen
1 De student begrijpt op hoofdlijnen hoe de gezondheidszorg is georganiseerd en wordt gefinancierd.
2 De student begrijpt op hoofdlijnen hoe een gezondheidszorg instelling is georganiseerd en kan deze kennis toepassen.
3 De student kent het begrip kwaliteitscyclus en kan het toepassen op eigen activiteiten.
4 De student weet welke factoren van belang in effectieve samenwerking en welke factoren belemmerend werken in de samenwerking.
5 De student kent eigen samenwerkingsgedrag en herkent het samenwerkingsgedrag van anderen.
6 De student kan eigen samenwerkingsgedrag aanpassen aan de context en kan anderen aanspreken op samenwerkingsgedrag in de context.
7 De student is zich bewust van de noodzaak om tot consensus te komen bij het maken van een groepsproduct.
8 De student herkent de voorwaarden om tot consensus te komen bij het maken van een groepsproduct.
Onderwijsvorm Colleges, werkcolleges en werkgroepen
Toetsing Het studiepunt voor de lijn O&S wordt vrijgegeven als: - De student aanwezig is geweest op de werkgroepen samenwerken
De student de in het toetsplan beschreven verslagen en werkgroepparticipatieformulieren
Reflectieverslagen werkgroepen samenwerking 1 en 2 (‘ Deeltoets 2’)
2 werkgroep participatie formulieren heeft ingeleverd die voldoende zijn beoordeeld o.b.v. de rubric (bijlage 2)
Als er een gesprek is geweest over eventuele aandachtspunten m.b.t. de samenwerking