Prospectus

nl en

Vraagstukken Psychisch Functioneren

Course
2016-2017

Beschrijving

In dit blok komen aan de hand van vraagstukken de belangrijkste psychiatrische stoornissen aan de orde. Uitgaande van kennis op het gebied van neuroanatomie en endocrinologie, opgedaan in het eerste jaar, wordt allereerst de neurobiologische basis van psychiatrische ziektes behandeld. Daarnaast komen psychologische oorzaken van psychopathologie aan bod. De kenmerken van belangrijke beelden in de kinder- en jeugdpsychiatrie en volwassenenpsychiatrie worden besproken, inclusief epidemiologie, diagnostiek en classificatie. Vervolgens leert de student de basis van de belangrijkste psychologische en neurobiologische behandelingen, inclusief de werking van psychofarmaca.

Leerdoelen

1 Specifieke voorkennis uit het blok ‘Hersenen en aansturing’: -U kunt de onderdelen en functies van het limbisch systeem benoemen en de rol ervan bij depressie. -U bent de rol van de verschillende neurotransmittersystemen die (mogelijk) betrokken zijn bij depressie, beschrijven. -U bent in staat om de normale reactie op life-events te beschrijven, en daarmee de depressieve symptomatologie plaatsen in de context van normaliteit versus stoornis. -U kunt uitleggen wat het biopsychosocialemodel van ziekte is. -U kunt depressie relateren aan de interactie tussen gen en omgeving en aan het biopsychosociale model over de levensloop.
2 U kunt de belangrijkste kenmerken van de psychiatrie als medisch specialisme relateren aan andere medisch specialismen.
3 U kunt de wisselwerking van somatische en psychiatrische ziekten identificeren en gebruiken in uw diagnostiek.
4 U kunt vanuit de geschiedenis van de psychiatrie de verschillende opvattingen over psychiatrische ziekten en behandelingen benoemen en plaatsen in de tijd.
5 U bent op de hoogte van de epidemiologische kenmerken van de in dit blok behandelde psychiatrische stoornissen en kunt deze kenmerken gebruiken voor het opstellen van een adequate differentiële diagnose.
6 U kunt de invloed van culturele achtergrond en migratie op het voorkomen en de presentatie van psychiatrische stoornissen benoemen
7 U kunt aan de hand van casuïstiek de belangrijkste interacties tussen biologische (inclusief het gebruik van geneesmiddelen of drugs), sociale en psychische oorzaken van in dit blok behandelde psychiatrische stoornissen op kinder- en volwassen leeftijd herkennen en verklaren, en deze plaatsen in een multifactorieel biopsychosociaal model.
8 U kunt de belangrijkste verklaringsmodellen voor psychiatrische stoornissen benoemen, gekoppeld aan het biopsychosociaal model, en deze toepassen op een casus.
9 U kunt werkingsmechanismen van neurobiologische en psychologische behandelingen verklaren, en u bent op de hoogte van de prognose van de in dit blok besproken psychiatrische stoornissen op kinder- en volwassen leeftijd.
10 U kunt belangrijke bevindingen bij psychiatrisch onderzoek destilleren uit een casus en bepalen welke onderdelen van de status mentalis hierbij relevant zijn. U kunt psychiatrisch onderzoek uitvoeren met behulp van een videofragment, waarin een aantal keuzemogelijkheden wordt getoond.
11 U bent in staat om aan de hand van een casus (papieren casus of videofragment) en bijbehorende anamnese en psychiatrisch onderzoek een werkdiagnose op te stellen, een voorstel te doen voor aanvullend onderzoek en een behandelplan op te stellen en te evalueren in een 6-STEP.
12 U kunt op grond van kernsymptomen in casuïstiek de in dit blok behandelde psychiatrische stoornissen onderscheiden in een (differentiaal)diagnose en deze classificeren aan de hand van de DSM-IV.
13 U kunt aangeven wat de waarde is van het DSM-classificatiesysteem in het proces van klinische diagnostiek en kan toelichten hoe het biopsychosociale model en de DSM-IV zich tot elkaar verhouden. (LIJN AWV JAAR 2)
14 U past de principes van kritisch denken toe op wetenschappelijke bronnen: U kunt psychotherapeutische en farmacotherapeutische behandelingsmogelijkheden van een psychiatrische stoornis vergelijken op basis van twee verschillende wetenschappelijke artikelen en een beargumenteerde voorkeur beschrijven en beargumenteren. (LIJN AWV JAAR 2)
15 U bent in staat om een controversieel thema in de psychiatrie te evalueren, dat wil zeggen verschillende zienswijzen te verzamelen, de verschillende zienswijzen te waarderen en te bekritiseren, en ‘evidence’ te plaatsentegenover emoties in het publieke debat. (LIJN AWV JAAR 2)
16 U past kennis over determinanten van psychopathologie toe en integreert deze kennis in preventief en therapeutisch handelen op individueel en groepsniveau.
17 Van de geneesmiddelen op de kernmedicatielijst (zie onder) kent u de namen en kunt aangeven: het werkingsmechanisme de belangrijkste indicatie(s) de meestrelevante bijwerkingen
18 U bent in staat te reflecteren op gevoelens van tegenoverdracht en om een beargumenteerd standpunt in te nemen met betrekking tot ethische dilemma’s in de psychiatrie, bijvoorbeeld rondom de wet BOPZ/WGBO
19 U bent in staat om aan een medestudent uitleg te geven over een psychiatrische diagnose (psycho-educatie, bv mbt beloop en prognose), uitleg over de behandeling.
20 U bent aantoonbaar goed voorbereid op de werkgroep, in staat om zelfstandig en in samenwerking met medestudenten studieopdrachten uit te voeren en een beargumenteerde bijdrage te leveren aan de discussie.

Onderwijsvorm

Het blok bestaat uit ongeveer 30 uur hoorcollege en 7 verplichte werkgroepen.

Toetsing

De toetsing bestaat uit verplichte opdrachten in de werkgroepen en een afsluitend tentamen.

Literatuur

o.a. Leerboek psychiatrie, leerboek kinder- en jeugdpsychiatrie

Contact

Dr. M.S. van Noorden, blokcoördinator

Dr. M.S. van Noorden blokcoördinator
Mevr. A.J.M. Meijer onderwijssecretaresse